Beeldenmaker Gerhard Lentink in Ontmoetingskerk: ,,Ik kies voor vrijheid van verbeelding zonder dogma's"

DORDRECHT - De vrijheid van de verbeelding zonder dogma's. Dat is het uitgangspunt van beeldenmaker Gerhard Lentink in zijn werk.
Het gaat hem niet om de commercie en de markt. Toch mag hij - ondanks zijn bescheidenheid - zeer succesvol worden genoemd. In de Ontmoetingskerk volgden circa honderd mensen het (inspiratie) verhaal van Lentink, die momenteel in zijn Dordrecht volop in de belangstelling staat met een overzichtsexpositie in de Kunstkerk aan de Museumstraat. (onder de tekst is in beeld ook het werk van Gerhard te zien en ook wordt een indruk gegeven van de lezing in de kerk)
De stichting Hanneken van Dordt, die Gerhard steunt bij zijn inzet om uiteindelijk te komen tot een circa twintig meter hoog beeld Hanneke van Dordt op het zogeheten Waterplein tegenover de watertoren en Villa Augustus, moedigt een ieder aan om overal met het werk van de kunstenaar kennis te gaan maken.
In de Ontmoetingskerk klonk al een aanbeveling: ,,Gerhard maakt prachtig en geliefd werk", aldus Idelette Reehorst, bij de opening van de lezing in de kerk in Sterrenburg 3.
Inspiratie
Gerhard nam zijn publiek mee in zijn zoektocht naar bronnen voor zijn inspiratie. Dat deed hij buitengewoon grondig. De beeldenmaker haalde zijn inspiratie uit de geschiedenis, de schilderijen, gedichten en zeker ook beelden uit alle eeuwen.
De Dordtenaar - vanaf 1982 - was zijn eerste vijftien jaar van zijn leven in Deventer een gereformeerde jongen en noemde zich woensdag ex-gereformeerde jongen. Hij behield zijn drang en zijn nieuwsgierigheid om te zoeken en te onderzoeken naar meer tussen hemel en aarde. Die brede blik ontwikkelde hij ook tijdens wandeltochten door de binnenstad van zijn geboortestad Deventer, die hem ook weer heeft ontdekt.
,,Je wilt wereldburger zijn, maar je raakt niet los van het geboortestad", aldus Lentink. Hij behoort tot de 270 beroemde mensen, die Deventer als geboortestad delen. Hij toonde zich geroerd door de vermelding op die lijst. Momenteel is in het Geert Groote Huis in Deventer een kunstwerk te zien dat hij in opdracht van dit museum vervaardigde.
Geloof
Gerhard omschreef zijn manier van kijken als een verwondering voor alles tussen hemel en aarde. Hij zag kunst als reddingsboei in de verwarde tijd, waarin hij optimisme soms ver te zoeken vindt.
Zijn scheppingen kosten veel arbeid. ,,Ik werk in mijn atelier aan de Wijnstraat als een monnik en steek veel uren in mijn beelden. In die zin ben ik meer een katholiek.".
Het kunstwerk dat in de hal van het Albert Schweitzer Ziekenhuis (ASZ) staat, vergde hem 5400 werkuren. Met eindeloos geduld in honderden en duizenden uren verandert bij hem hout in zoals hij zegt vormtaal.
Hij zegt zelf over dit bekende scheppingswerk:
Deze kapel die de titel Walters Huis (opus 30) draagt, voltooide ik in 2005. Bij de totstandkoming van mijn beelden ga ik als een architect te werk: ik vervaardig plattegronden, aanzichten en werktekeningen die zich eerder laten associëren met het metier van de bouwmeester dan met de beeldhouwerspraktijk. In dit werk ging ik nog een stap verder, hier werd ik even écht een architect, maar dan wel één met een eigen programma van eisen. Maar de oorsprong van dit werk ligt in de literatuur. De alle wereldzeeën bevarende, rusteloze dichter-scheepsarts Slauerhoff schreef: Alleen in mijn gedichten kan ik wonen, / Nooit vond ik ergens anders onderdak… En verderop in hetzelfde gedicht – het heeft de titel ‘Woningloze’ – : Zolang ik weet dat ik in wildernis, / In steppen, stad en woud dat onderkomen / Kan vinden, deert mij geen bekommernis.
In de laatste strofe van dit gedicht stelt Slauerhoff het dichten zelfs als noodzakelijke levensvoorwaarde, zodra de ‘dichtader niet meer vloeit’ rest hem nog slechts de dood, gesymboliseerd als aarden grafkamer als tegenhanger van het uit zachte woorden opgetrokken onderkomen van de vitale, het-leven-omarmende dichter.
1982
In Dordrecht ontdekte hij een prettig en inspirerend kunstklimaat. De liefde bracht hem direct vanaf de kunstacademie St. Joost in Breda in 1982 naar Dordrecht toe. Hij trof een kunstklimaat aan,dat gunstig was voor een scheppend kunstenaar. ,,Ik had de eerste tien jaar een sociaal vangnet nodig om dingen te kunnen maken zonder maatschappelijk bezig te moeten zijn."
Gerhard geloofde in zichzelf en liet meermalen weten niet voor de markt te willen werken. De beeldenmaker werd uiteindelijk ontdekt. In 1992 verkocht Gerhard voor 80.000 gulden zijn eerste werk.
1982
De expositie over veertig jaar Gerhard Lentink scheppend bezig in Dordrecht maakt duidelijk dat er voor hem in Nederland en daarbuiten veel belangstelling en waardering bestaat.
Het museum het Depot in Wageningen heeft zes werken in collectie en een zevende uit de Depot-collectie wordt in Leiden tentoongesteld. Deze aankopen waren erg belangrijk voor Gerhard om zich verder te kunnen ontwikkelen.
Bij de entree van het museum op de Wageningse berg valt een bijna vier meter hoog beeld direct op. Hij heeft er de jaartallen van 370 mensen in verborgen, die hij bewondert.
Wie de luikjes open doet,ontdekt zowie voor Lentink inspirerend zijn geweest. Het doet hem ook denken aan Allerzielen dat op 2 november op de kerkelijke kalender staat. Daarom is er op elk deurtje een vallend blaadje geschilderd als vergankelijkheids symbool.
Verkenning
De komst van het beeld van Hanneken van Dordt in de stad zit nog in een zogeheten verkenningsfase. In 2011 had Gerhard al het idee om op het water nabij het centrum van het eiland van Dordrecht een prominent kunstwerk te plaatsen. Momenteel werken de gemeente, de stichting Hanneken van Dordt en de kunstenaar het verder technisch en financieel uit. Daarna is het woord aan de gemeenteraad.
De stichting heeft aangekondigd om aan fondsenwerving te gaan doen, zodra de gemeenteraad groen licht geeft.
Foto's en bewerkingen: Ferry Visser