KIJK IN DE WIJK: Kerkeplaat, nostalgie over een doodlopende weg op De Staart
DORDRECHT - Dit keer neem ik u mee naar een stukje nostalgie dat zich afspeelde op een doodlopend stukje Dordrecht.
Hééééél lang geleden mocht ik vakantiewerk doen op het bedrijf waar mijn vader werkte. ‘Johan de Witt’ - onderdeel van Philips - lag voor mij aan het einde van de wereld en Dordrecht en dan ook nog eens op de Staart.

Vanaf de Engelbrechtstraat in Nieuw-Krispijn was dat een knap eind fietsen. Iedere ochtend rond zeven uur fietste ik met mijn vader naar de Kerkeplaat via de Mauritsweg, Toulonselaan, Oranjelaan, Merwedestraat richting ‘het einde van …..‘
Verder dan dit bedrijf kon je op ons eiland niet komen. Althans, je kon er niet vanaf. (zie foto) De weg liep dood. Je kon de poort door, de fabriek in of aan de waterkant zitten. Binnen kon je als 'hulpje' in de maling genomen worden en werd ik regelmatig naar het magazijn gestuurd om bijvoorbeeld de zo broodnodige ‘vierkanten rondjes’ op te halen.
Mijn taak was om uit allerlei afgekeurde apparaten bepaalde onderdelen te halen zodat ze weer hergebruikt konden worden. (Ik schreef al: ‘Het is hééééél lang geleden.)

In die tijd was het Philips 2000 videosysteem beroemd omdat deze recorder, net als een cassettebandje, omgedraaid kon worden en kon je 2x zoveel video op een band zetten.
De koffie-thee en lunchpauzes bracht ik - net als de anderen - meestal door langs de rivier. Sommige werknemers namen hun hengel mee en er waren zelfs werknemers die ergens op het bedrijf een bootje mochten onderhouden.
Mijn vakantieklus was best wel geestdodend, maar de mensen met wie ik op de afdeling werkte totaal niet. Menigmaal moest ik even naar de EHBO (bij de portier) omdat ik de hele dag met een soldeerbout in mijn handen zat en dat leverde behalve een diode, een condensator, een zekering of een schakelaar ook de nodige brandwonden op. Toch heb ik heel wat afgelachen. Dit maakte - samen met mijn loonzakje op vrijdag - veel goed.
Tot zover mijn ‘nostalgietje’.
Hééééél kort geleden dacht ik terug aan deze tijd en vroeg me af hoe dit gebied anno 2023 zou zijn. Natuurlijk weet ik dat de McDonalds tegenover de Penitentiaire Inrichting is gesitueerd en dat je aan het begin van de Kerkeplaat, huisraad e.d. kunt opslaan. De ruïne “Huis te Merwede’ staat nog steeds halverwege de weg aan de rechterkant verscholen achter de bosjes.
De tekst gaat onder de foto's verder.

Foto: Regionaal Archief Dordrecht
De oude elektriciteitscentrale met de vier schoorstenen zag ik in 1982 zelf tegen de grond gaan. Ook de fabriek waar ik mijn vakantiewerk deed had Philips al afgestoten. Meer wist ik niet.
Ik ga er geen gras over laten groeien, en zeg eerlijk dat ik achteraf zo’n spijt heb om terug te keren naar mijn jeugdsentiment.
Na het oversteken van de Baanhoekweg word ik meteen geconfronteerd met de eerder genoemde bekende ‘bedrijven’. Verder tref je alleen gebouwen aan die je in elk industriegebied aantreft (motoren, pakketdiensten, security, autodealers, ICT, transport, staalfabriek, grondopslag en scheepvaart industrie. De gebouwen zijn vaak lelijke blokkendozen met of zonder een kleurtje en omdat plaatjes meer zeggen dan praatjes ga ik er niet verder op in, want smaken verschillen nu eenmaal.

Nergens het vertrouwde riet waardoor je langs de rivier kon dwalen (ook al mocht dit niet). De haven lag er nog wel en ook de plek waar het koelwater van de centrale in de rivier werd geloosd.

En ja, gelukkig lag het smalle weggetje naar het ‘kasteel’ er ook nog. Rond het ‘Huis te Merwede’ werden door de padvinderij vaak speurtochten georganiseerd en luisterden we naar spannende verhalen bij een kampvuur. Deze plek blijft iets magisch houden.
Ik rijd terug naar de hoofdweg en vervolg mijn weg naar ‘de plek waar de weg en Dordrecht ophield’.
Er wordt ook ergens gerecycled en er is metaalindustrie. De gemeente Dordrecht heeft de afdeling Stadsbeheer ook een plek gegeven. Het is een enorme metalen opslagloods. Er is zoveel dat je ook op het terrein je ogen tekort komt.

Net voor de ‘Johan de Witt’ stond vroeger een grote metaalfabriek: ‘De Montan’. Ook die fabriek is verdwenen. De naam van het bedrijf is overigens niet verdwenen. In Stadswerven is er een straat naar het bedrijf genoemd: ‘De werf van Montan’.
Er komt een slagboom in zicht en ik zie het beruchte portierhuisje waar ik vaak mijn brandwonden liet behandelen.
Op het oog is er niet veel veranderd en zelfs de dichtstbijzijnde gebouwen aan beide kanten waren ‘als vanouds. Johan de Witt bestaat allang niet meer, maar het is toch vreemd dat je wel hetzelfde gebouw ziet. ’Krohne’ staat er op de gevel. Omdat ik mijn stoute schoenen aanhad meld ik me via het systeem bij de slagboom.

Een vriendelijke stem die mij niet goed kan verstaan - maar ik haar gelukkig wel - zegt dat ik verder mag naar de receptie. De deur wordt nog net niet voor me opengemaakt en voor ik het weet heb ik een vriendelijk gesprek met een belangstellende dame in een soort KLM-stewardess mantelpakje. Zij vond mijn herinneringen zo leuk en bood me zelfs aan om door de fabriek te lopen. Ik zei dat dit niet de bedoeling was van mijn komst. Het ging me gewoon om de nostalgie. Ze vertelde over de uitbreidingen en dat het personeel niet meer bij het water kan komen. Het complex staat helemaal vol met allerlei afdelingen die bezig zijn met verschillende meetapparatuur en dat over de hele wereld gaat. Bedrijven met wie Krohne samenwerken hebben ook vaak een afdeling op het terrein.
Tot slot kijk ik nog even in de vitrine met meters en bedankt de dame voor de ontvangst. Ik kijk bij het portier huisje nog even naar de plek waar ik vroeger naar de rivier kon lopen. Er ligt nu een grote parkeerplaats. Bij de slagboom sta ik nog even stil bij het allerlaatste ‘nostalgie-momentje’.
Als je na werktijd de poort uitging dan stonden er zeker een stuk of drie portiers buiten. Die haalden dan werknemers uit de rij en die moesten dan mee naar binnen, tas opendoen en laten zien dat je braaf was en niets had ‘geleend’.

Een beetje op de manier zoals je nu vaak in een grote supermarkt tegenkomt bij de zelfscankassa.
Stel je voor dat je per ongeluk, of als aandenken, een ‘vierkanten rondje’ in je tas zou hebben!
Foto’s en bewerkingen: Ferry Visser