Verwarring over zin krijgen of zin geven
DORDRECHT - Op maandagavond 15 februari organiseerde de GroenLinkswerkgroep ‘De Verwarring’ een thema-avond over de spanning tussen je zin krijgen en anderen hun zin geven. Politieke partijen hebben programma’s waarin staat wat ze willen. Ze hopen aan de macht te komen om die wensen zo veel mogelijk te realiseren en ze worden erop afgerekend. Bestuurders, de overheid doet dat zelf ook steeds meer: meetbare doelen formuleren en na verloop van tijd ook daadwerkelijk vaststellen of die doelen zijn gerealiseerd. Zo ja: dan heeft de bestuurder het goed gedaan; hij of zij heeft zijn of haar zin gekregen. Zo nee, dan niet.
Tegelijkertijd wordt steeds meer beleid ingevuld samen met direct belanghebbenden, maatschappelijke organisatie, private actoren. Ook bij het implementeren en evalueren van de resultaten worden zij steeds meer betrokken. Dat is niet voor niets, want veel vraagstukken zijn ingewikkeld, of hebben voor een effectieve oplossing draagvlak bij al die betrokkenen nodig. Politiek en bestuur moeten die betrokkenen dus vaak hun zin geven om iets tot stand te brengen. Maar dat betekent vaak dat er iets anders uitkomt dan politici en bestuurders vooraf hadden bedacht, en waarop ze elkaar afrekenen.
Martijn van der Steen, verbonden aan de Nederlandse School voor het Openbaar Bestuur (NSOB) werd geïnterviewd door Cees Bavius en Gerda Bosdries. Hij wees erop dat het effectief en creatief aanpakken van maatschappelijke vraagstukken (bijvoorbeeld de leefbaarheid in een wijk) samenwerking vereist tussen allerlei groepen die allemaal sleuteltjes tot werkbare oplossingen hebben. De rol van de politiek daarbij is een lastige. Politiek en openbaar bestuur staan voor het algemene belang, maar hebben doorgaans niet alles onder controle, worden soms met wantrouwen bejegend en geconfronteerd met tegengestelde verwachtingen van verschillende groepen. Het is een politieke keuze waar zaken moeten worden overgelaten aan betrokkenen en waar de overheid zelf keuzes moet maken. Maar het is tegelijkertijd een vraag van effectiviteit. En een vraag van vertrouwen.
In een levendig debat en in een beschouwing van wethouder Jan Lagendijk (PvdA) werd de problematiek verder uitgediept. Gaan we naar nieuwe vormen van democratie toe die beter passen bij de nieuwe manieren om beleid te maken en te implementeren? Wat betekent dat voor wat je eigenlijk in partijprogramma’s zou moeten opschrijven? En voor hoe het werk van politici en bestuurders moet worden beoordeeld? Er waren vooralsnog geen eenduidige antwoorden op die vragen. Wel een gedeelde overtuiging dat hierover de komende jaren diepgaand over moet worden nagedacht en dat nieuwe vormen moeten worden uitgeprobeerd – ook als het soms lastig zal zijn om dat aan de kiezer uit te leggen. Overlaten, vertrouwen en soms ook duidelijke randvoorwaarden stellen en richtingen aangeven. Een nieuwe zingeving voor politiek en bestuur.
Frans-Bauke van der Meer