Project ‘ligduurverkorting’ werpt nu al vruchten af

08 maart 2010

DORDRECHT - Op de acht verpleegafdelingen van het Albert Schweitzer ziekenhuis waar het project ‘ligduurverkorting’ in november 2009 van start ging, is de gemiddelde opnameduur van patiënten sindsdien afgenomen met tien à vijftien procent. Het doel is om opgenomen patiënten op alle afdelingen eind dit jaar structureel twintig procent korter te laten verblijven dan bij aanvang van het project. Het ziekenhuis wil zo veel mogelijk ‘ligdagen’ uitbannen die geen medische noodzaak hebben. Dat is prettiger voor de patiënt, het bekort de wachtlijsten en bespaart kosten.

De belangrijkste oorzaak van stagnatie in het verblijf van de patiënt blijkt tot dusverre onvoldoende aansluiting op de verpleeghuiszorg. Op de tweede plaats komt het ‘logeren’ van patiënten op een andere ziekenhuisafdeling, wanneer alle bedden vol zijn van het medisch specialisme waar zij eigenlijk te gast zijn. Hierdoor zitten patiënten niet automatisch in de ‘route’ van artsen die de afdeling komen bezoeken en moeten ze soms onnodig lang wachten. Op de derde plaats van vertragingsfactoren staat het wachten op onderzoeken of functietesten.

Projectleider Wilma Walter: ,,Het mooie aan dit project is niet alleen dat patiënten eerder naar huis mogen, maar ook dat we feilloos in beeld krijgen waar en waardoor zij vertraging oplopen. Zodoende kunnen we daar gericht actie op ondernemen. Onze Raad van Bestuur is al in overleg getreden met verpleeghuisdirecties om de uitplaatsing soepeler te laten verlopen van patiënten die liggen te wachten op een verpleeghuisbed. Maar ook intern zijn we op basis van de eerste resultaten aan de slag gegaan met het verbeteren van processen, bijvoorbeeld door een systematiek op te zetten waarin we beter kunnen overzien waar ‘logerende’ patiënten van volle afdelingen precies terechtkomen. Als op termijn blijkt dat bepaalde afdelingen relatief vaak vol zijn, kan dat aanleiding zijn tot uitbreiding van die afdelingen.”

Het project is ook bedoeld om zorgverleners intern te stimuleren elkaar aan te spreken wanneer dingen niet lijken te ‘kunnen’. Walter: ,,Patiënten liggen vaak te wachten op een onderzoek dat ‘niet eerder kan’. Als we actiever aan elkaar vragen waarom het niet kan, blijkt het vaak tóch mogelijk.”

Acht verpleegafdelingen van het Albert Schweitzer ziekenhuis werken inmiddels met de nieuwe werkwijze, tien afdelingen gaan nog beginnen. Het project wordt ook wel aangeduid als TOC (Theory of Constraints, ofwel Theorie van Knelpunten). De naam van deze bedrijfsprocessentheorie geeft aan waar het project om draait: obstakels opheffen in de keten van zorg. Dit gebeurt onder meer met behulp van uitgekiende software. Hierin wordt bij binnenkomst van iedere patiënt al een ontslagdatum vastgelegd die op basis van de ingreep en de conditie van de patiënt normaalgesproken haalbaar is.

Naarmate de opnameduur voortschrijdt, ‘ziet’ het programma eventuele knelpunten aankomen, bijvoorbeeld wanneer een onderzoek op of ná de voorgenomen ontslagdatum staat gepland. De verpleging krijgt dan een seintje, waardoor vertraging met puur organisatorische oorzaak in principe nog kan worden voorkomen. Indien er medische noodzaak is voor het oponthoud, wordt de patiënt vanzelfsprekend nooit ‘te vroeg’ weggestuurd.

Meer over:
Cookies

Deze website gebruikt noodzakelijke cookies voor een correcte werking en analytische cookies (geanonimiseerd) om de statistieken van de website bij te houden. Marketing cookies zijn nodig voor laden van externe content, zoals YouTube-video's of widgets van Sociale Media. Zie ons cookiebeleid voor meer informatie, of om je instellingen later aan te passen.