Radio Rijnmond besteedt aandacht aan verjaardag meest gedecoreerde verzetsheld Aart Alblas
DORDRECHT -Radio Rijnmond besteedt dinsdagmiddag in het programma MIDDAG AAN DE MAAS om rond 14.15 uur aandacht aan de verjaardag van de meest gedecoreerde oorlogsheld uit Dordrecht, AART ALBLAS. (1918-1944. Hij was de marconist van soldaat van oranje, Engelandvaarder, geheim agent.
Dat gebeurt in de vaste historische rubriek, die vanaf juni 2011 in het nieuwe programma zit van presentatrice Marcia Tap.Middag aan de Maas is op 93,4 het vaste programma van 2 tot 5 uur.
Aart Alblas werd op 20 september 1918 Middelharnis geboren, maar het gezin Alblas verhuisde snel naar Dordrecht. Na een periode in Papendrecht, ging de familie in 1930 weer wonen in Dordrecht aan de Prinsenstraat. Aart Alblas volgde scholen in Dordrecht, zoals de Bavinckschool, mulo Vrieseweg en de chr. HBS. Tevens was Alblas actief in de Wilhelminakerk en betrokken bij de jongelingen verenigingen van de toen gereformeerde kerk aan de Blekersdijk.
Het Dordtse museum 40-45 besteedt vanaf 2004 speciale aandacht aan de betekenis van Aart Alblas
De Dordtse Historische Kalender vermeldt inmiddels al de honderdste geboortedag (in 1918) van de marconist van Soldaat van Oranje. Op de verjaardag van Aart Alblas zal Marcia Tap praten met de voorzitter van het Platform Stedelijke herdenking in Dordrecht, Hans Berrevoets.
De tekst is de Dordtse historische kalender geeft de volgende informatie:
Honderdste geboortedag verzetsheld Aart Alblas
De meest gedecoreerde Dordtenaar in oorlogstijd is geheim agent Aart Alblas, die als schuilnamen ook Klaas de Jong en Klaas de Waard gebruikte. Hij komt voor in de TV serie Englandpiel en in De Bezetting van dr. L. de Jong. Ook is hij bekend door de boeken van Soldaat van Oranje. Hij was de meest besproken Dordtenaar in de parlementaire enquête over de jaren 1940-1945. In 2004 werd uitgebreid stil gestaan bij zijn zestig sterfdag. Een jaar later kreeg hij erkenning via de Aart Alblasbrug op de Staart. In het museum 40-45 is een speciale afdeling rond hem opgezet en daar worden ook zijn onderscheidingen bewaard.
Aart Hendrik Alblas werd geboren in Middelharnis op 20 september 1918 als zoon van graanhandelaar Cornelis Alblas en Maria Adriana van der Pas. Hij behaalde het einddiploma van de vijfjarige Christelijke HBS te Dordrecht en werd op 4 september 1936 benoemd tot adelborst voor de zeedienst. Hij voltooide de opleiding te Den Helder echter niet en na eervol ontslag op 1 september 1937 volgde hij tot juni 1938 de studie aan de zeevaartschool te Rotterdam. Daarna maakte hij als stuurmansleerling in dienst van de Vereenigde Nederlandsche Scheepvaartmaatschappij enige reizen naar China en Japan. Een begin 1940 verleend studieverlof maakte het mogelijk om op 23 april het diploma derde stuurman te verwerven. In mei 1940 was Alblas nog in Nederland waar hij samen met zijn vriend J.A. Idema, kandidaat-notaris te Dordrecht, inlichtingen betreffende de vijand begon te verzamelen. In de nacht van 18 op 19 maart 1941 konden deze inlichtingen door hem naar Engeland worden meegenomen, toen het gelukte om met een andere Engelandvaarder in een kleine raceboot uit bezet gebied te ontsnappen. Hiervoor werd hem het Bronzen Kruis verleend. Ofschoon hij zelf bij de onderzeedienst wilde dienen, werd hem gezien zijn ervaring verzocht zich beschikbaar te stellen als geheim agent van de Britse en Nederlandse inlichtingendiensten. Na een korte opleiding werd hij per parachute neergelaten, bij vergissing vlak bij de Duitse grens. Op 5 juli kon weer verbinding worden gelegd met Idema en via hem met diverse verzetsgroepen, zoals De Geus, en personen als F.J. Goedhart en S. Vaz Dias.
Alblas deed het werk van agent en telegrafist en verzorgde geruime tijd de verbinding met Engeland, waarbij hij veel waardevolle militaire en soms ook politieke inlichtingen doorgaf. Hij speelde eveneens een rol bij het onderhouden der verbindingen ten behoeve van S.E. Hazelhoff Roelfzema c.s. Op 1 september 1941 werd hij benoemd tot officier bij de Koninklijke marine-reserve. Het 'Englandspiel', waarin hij enige tijd onbewust een rol speelde doordat zijn code na de arrestatie van agent W. van der Reyden bij de Duitsers bekend was, werd hem ten slotte noodlottig. Op 16 juli 1942 werd hij gearresteerd en gevangen gezet in Scheveningen (Oranjehotel), Haren (N.Br.) en Assen. Hoewel ontsnappen mogelijk was, heeft hij dat bewust nagelaten om een familie die hem steeds had geholpen, niet in gevaar te brengen. Bij een verhoor van honderd uren achtereen liet hij niets los. Ook weigerde hij in te gaan op het voorstel van Schreieder om een dubbelrol in het 'Englandspiel' te gaan spelen. In april 1944 werd hij overgebracht naar het concentratiekamp Mauthausen en daar op 6 september 1944 gefusilleerd. Hij werd naar aanleiding van zijn verdiensten als geheim agent bij KB van 4 december 1948 nr. 16 postuum benoemd tot ridder 4e klasse in de Militaire Willemsorde. Een van de zestien in de jaren 1960-1962 bij de Koninklijke marine in dienst gestelde mijnenvegers werd naar hem genoemd. Het door het schip gevoerde embleem, van sabel vijf ruiten van goud, geplaatst 3 en 2, is ontleend aan het wapen van Oud-Alblas.
Bronnen: L. de Jong, Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog ('s-Gravenhage, 1969-1995), delen 5 en 6; Enquêtecommissie regeringsbeleid 1940-1945, delen 4A, 4B, 4C, 5C, 7C.