Ds. Jan Belder: ,,Geef om de misérables in Dordrecht"
DORDRECHT - Dominee Jan Belder uit Dordrecht bracht op uitnodiging van het Platform dak- en thuislozen een bezoek aan de laagdrempelige opvang in de stad: Inloophuis de Hoop, Diaconaal Aandachtscentrum en servicecentrum Leger des Heils.
In het kerkblad KERK OP DORDT - van de Protestants kerk i.o, - van deze week doet hij een oproep om juist NU wat extra’s te doen voor de mensen in de knel ook dichtbij in de eigen stad. Zijn collega J.Kieviet deed afgelopen zaterdag in zijn column in het Reformatorisch Dagblad een vergelijkbare oproep.
Met de instemming van ds. Belder publiceert Dordrecht.net deze column, die op papier in kerk op Dordt komt:
LES MISÉRABLES
Deze zomer las ik het bekende en imponerende boek Les Misérables van Victor Hugo opnieuw. En weer nam ik de verkorte versie en weer las ik – ondanks het rijke bezit van de integrale versie in drie volumineuze delen samengeperst – een Nederlandse vertaling. Hugo heeft wel bijna twintig jaar aan het boek gewerkt, maar toen het eindelijk uitkwam in 1862 trok het al snel breed aandacht. Les Misérables is een felle aanklacht tegen de klassenmaatschappij met zijn onmenselijke wetten.
Hoofdpersoon is Jean Valjean die uit pure nood een brood steelt en daar uiteindelijk negentien jaar voor boet in dwangarbeid. Een ontmoeting met bisschop Myriel – een voorbeeldchristen – brengt een radicale omkeer teweeg in het leven van de man die zo lange tijd op de galeien heeft doorgebracht en in wie nagenoeg alle menselijkheid gedoofd leek. Maar je verleden laat je niet zo maar achter je. Zeker niet als je letterlijk gebrandmerkt bent. Steeds opnieuw stoot Jean Valjean zijn neus. Wie eens steelt is voor altijd een dief. Misschien is dat nog wel zo...
VICTOR HUGO
Victor Hugo neemt het in zijn boek op voor de paria’s. De discussies over de noodzaak van sociale hervormingen in Frankrijk bloeiden na publicatie spoedig op. Ik zou vermoedelijk op dit moment niet gedacht hebben aan Les Misérables – er speelde een heel ander onderwerp voor deze column door mijn hoofd – ware het niet dat ik onlangs het voorrecht had bij drie laagdrempelige instellingen voor dak- en thuislozen achter de voordeur te kijken. Het leverde minimaal een leerzame dag op.
Eigenlijk moesten alle jongeren in het kader van hun maatschappelijke stage daar eens enkele dagen verplicht rondstappen. Behalve dat het je horizon verbreedt, laat het je ook beseffen dat er niet veel nodig is om aan lager wal te raken. Na enkele verhalen gehoord te hebben, was me opnieuw duidelijk hoe gevaarlijk alcohol is. En onwillekeurig denk je aan al die leuke knullen en meiden die met gemak een hele sloot bier en sterker op één avond naar binnen gieten.
Laat ik eerlijk zijn. Ik moest wel even wat overwinnen om het Inloophuis De Hoop binnen te stappen en plaats te nemen tussen mensen die er ‘soms niet uitzien...’
LUCAS
Hoogmoed? Zou best kunnen. Maar toen moest ik ineens aan de herders uit Lucas 2 denken. Wat kunnen we aandoenlijk mijmeren, fantaseren en zingen over die mannen. Maar zou ik daar dan liever naast zijn gaan zitten...? Die stonken zeker een uur in de wind. Ook dacht ik aan Jezus en het gezelschap waar Hij Zich misschien wel het meest in bewoog. Wie Hem volgt komt – vermoed ik zo – vanzelf bij de paupers en de misérabelen.
Terug op mijn brik naar Dubbeldam mijmerde ik nog wat door en na. Ik vroeg me af hoeveel vuurwerk er dit jaar weer gekocht en afgestoken zal worden. En welke sommen geld daar mee gemoeid zijn. Vijftig miljoen, zestig miljoen, iets meer of iets minder, of veel minder vanwege de recessie? Wat zou je met dat geld veel mensen kunnen helpen. Het zou honderden slachtoffers op de eerste hulp van de ziekenhuizen schelen, niet langer tientallen oogletsels en trauma’s. Gaan we weer miljoenen verknallen of doen
we wat (extra’s) voor de misérables veraf en dichtbij?
Jan Belder