Horeca Dordrecht vindt dat gemeente grenzen moet stellen aan oneerlijke concurrentie
DORDRECHT - Met de nieuwe drank- en horecawet in de hand hoopt de Dordtse horeca dat de gemeente de komende jaren grenzen stelt aan oneerlijke concurrentie. Dat blijkt uit een bericht op de website van de Dordtse Ondernemers Vereniging (DOV). Alle fracties in de gemeenteraad hebben post ontvangen over de mogelijkheden om op te treden en om zo geen on duidelijkheid te laten bestaan
Reeds veertig (!) jaar voeren horecaondernemers in Dordrecht actie tegen wat paracommercie wordt genoemd. Horecabestuurder - wijlen - Guus Bakker verscheen in de jaren zeventig van de vorige eeuw al in de kranten zittend naast een klok waarop duidelijk werd gemaakt dat hij vond dat het vijf voor twaalf was voor de horeca. Landelijk werden afspraken gemaakt, convenanten. Inmiddels is de nieuwe wet op komst.
(bericht Dordtse Ondernemers Vereniging)
De nieuwe Drank- en Horecawet is een feit. Met ingang van 1 januari 2013 treedt de nieuwe wet in werking. Die wet verplicht de gemeenten voor 1 januari 2014 in een verordening regels te stellen voor paracommerciële instellingen. Maar ook de Dordtse horecaondernemers vrezen dat er veel onduidelijkheid bestaat over wat paracommerciële instellingen wel en niet mogen doen. Daarom hebben ze alle fracties in de gemeenteraad de nodige informatie doen toekomen.
Paracommerciële instellingen zijn stichtingen en verenigingen die zich richten op recreatieve, sportieve, sociaal-culturele, educatieve levensbeschouwelijke of godsdienstige activiteiten. Die mogen volgens de nieuwe Drank- en Horecawet geen alcoholhoudende dranken verkopen. Paracommerciële instellingen mogen alleen activiteiten organiseren die te maken hebben met de doelstelling van de stichting of vereniging en alleen bedoeld zijn voor de leden van de vereniging. Zo is een voetbalvereniging bedoeld om te voetballen, maar niet om verjaardagsfeesten, bruiloftsfeesten of bedrijfsfeesten te houden. Dat zijn juist hoofdactiviteiten van de reguliere horecaondernemers.
De Dordtse horecaondernemers schrijven verder: ,,Gegeven de economische omstandigheden bent u wellicht geneigd sportverenigingen en andere instellingen meer speelruimte te geven, zodat extra kantine-inkomsten minder subsidie van de gemeente vereisen. Maar door het onderscheid tussen commerciële en para-commerciële instellingen te versoepelen wordt geen recht gedaan aan het tegengaan van oneerlijke concurrentie en bewerkstelligt u juist dat para-commerciële instellingen zelfstandige horeca gaan bedrijven en met stuntprijzen de lokale horeca buitenspel zetten”, aldus de Dordtse horecaondernemers. Ze wijzen er tenslotte op dat ze, samen met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG), van mening zijn dat er geen aanleiding is om de reeds bestaande situatie rond de para–commerciële instellingen te wijzingen of reeds gemaakte afspraken op lokaal niveau te herzien.