Tweede deel van Dupont en het RIVM onderzoek naar PFOA en de schadelijkheid ervan (Artikel Nathaniel Rich - tweede deel)

25 januari 2016
Tweede deel van Dupont en het RIVM onderzoek naar PFOA en de schadelijkheid ervan (Artikel Nathaniel Rich - tweede deel)

DORDRECHT - Van mevrouw Eline van den Boogaard ontvingen we een heel uitgebreid stuk over Dupont en het RIVM onderzoek naar PFOA en de schadelijkheid hiervan. Voor de duidelijkheid en om het overzicht een beetje te bewaren hebben we deze informatie in drie delen gesplitst, welke we voor de volledigheid wel achter elkaar publiceren. Hier volgt deel II. De rest van het vertaalde artikel van Nathaniel Rich uit The New York Times Magazine.

Deel II (Artikel Nathaniel Rich deel II)

Bilott gaat verder. In 2001 wil hij een gezamenlijke aanklacht gaan leiden namens iedereen wiens water besmet is met PFOA. En hoewel het er sterk op lijkt dat Dupont druk uitoefent op zijn superieuren blijft Taft hem steunen.

Er meldt zich al snel iemand die naadloos past in de zaak: Joseph Kiger had een brief gekregen van zijn waterbedrijf waarin stond dat er PFOA in “lage concentraties” in het drinkwater aanwezig was. In de brief staat: “Dupont geeft aan dat zij over toxicologische en epidemiologische data beschikt die de basis zijn voor het vertrouwen dat de richtlijnen voor blootstelling, zoals die door Dupont zijn vastgesteld, de menselijke gezondheid beschermen.” Bij de vrouw van Joseph, Darlene, gaan onmiddellijk de alarmbellen rinkelen.

Haar eerste man werkte jaren als chemicus bij Dupont. Ze heeft al een aantal vreemde ervaringen met PFOA gehad en er nog meer verhalen over gehoord. In 1976 komt haar man thuis met het bericht dat Dupont had ontdekt dat PFOA gezondheidsproblemen gaf bij vrouwen en aangeboren afwijkingen bij kinderen. Zes jaar later ondergaat Darlene een hysterectomie; haar baarmoeder wordt verwijderd. Na van het kastje naar de muur te zijn gestuurd komt Joseph Kiger via de EPA terecht bij Rob Bilott.

Het gebied dat besmet was met PFOA was groter dan gedacht. Zo’n 70.000 mensen dronken water dat een hogere concentratie PFOA bevatte dan Duponts eigen interne veiligheidsnorm voorschreef Probleem was dat PFOA niet door de overheid was gereguleerd. Bilott moest nu bewijzen dat PFOA in het drinkwater de oorzaak van gezondheidsproblemen was, terwijl er nauwelijks informatie was over de effecten ervan op een grote populatie. Wat was een veilig blootstellingsniveau? Duponts interne veiligheidsnorm was 1 p.p.b. (wat gelijk is aan de in Europa vaker gebruikte maat 1 μg/l- red.). Dat deze norm waarschijnlijk helemaal niet toereikend is weten we inmiddels door recent onderzoek, bijvoorbeeld dat van Philippe Grandjean of the Harvard School of Public Health en Richard Clapp of the University of Massachusetts-Lowell, dat uitkwam op een veiligheidsnorm van bij benadering 0,001 p.p.b., maar dat wist Bilott toen nog niet.

Toen Dupont lucht kreeg van Bilotts plan, kondigde het bedrijf een herevaluatie aan. Een team wetenschappers van Dupont en de Milieudienst van West-Virginia stelden een nieuwe veiligheidsnorm vast: 150 p.p.b.; inderdaad, deze is 150 keer hoger dan de oude norm. Bilott viel van verbazing van zijn stoel. De toxicologen die hij zelf in had gehuurd waren het eens geworden over een veiligheidsnorm van 0,2 p.p.b. De staat West-Virginia kondigde echter de 150 p.p.b. af. Bilott moest toezien hoe vervolgens 3 juristen, die frequent waren ingehuurd door Dupont, aangenomen werden op managementposities bij de Milieudienst van West-Virginia. Zij waren nu degenen die erop moesten toezien of Dupont zich aan de regels hield.

Bilott ontwikkelt een nieuwe strategie. Hij dient in augustus 2001 een medische monitoringclaim in. Als de eisers kunnen bewijzen dat ze met PFOA in aanraking zijn geweest, moet de beschuldigde het medisch onderzoek financieren. Als de claim wordt toegewezen, dan kunnen eisers die ziek worden later een zaak aanspannen om de schade te verhalen.

Ondertussen is de EPA zelf een onderzoek gestart naar de schadelijkheid van PFOA. In 2002 maakt het federale milieuagentschap bekend dat PFOA mogelijk een gevaar is voor de volksgezondheid. De EPA is bijzonder bezorgd over het feit dat PFOA bij Amerikaanse  bloedbanken is gemeten, iets wat Dupont en 3M al wisten sinds 1976. In 2003 was de gemiddelde concentratie PFOA in het bloed van een volwassen Amerikaan 4 tot 5 p.p.b. In 2000 stopte 3M met de productie van PFOA. In plaats van over te stappen op een alternatief, bouwt Dupont een nieuwe PFOA fabriek in Fayetteville, North Carolina.

In 2004 besluit Dupont de gezamenlijke aanklacht te schikken. Dupont zegt drie dingen toe:

1) het plaatsen van zes zuiveringsinstallaties;
2) $ 70 miljoen te betalen voor de financiering van wetenschappelijk onderzoek naar een “aannemelijke relatie” tussen PFOA en ziekte; en
3) zorgt te dragen voor de kosten van levenslange medische monitoring van degenen bij wie
de relatie is aangetoond.

De eisers, op hun beurt, mochten geen persoonlijke schadezaak beginnen tegen Dupont, zolang het onderzoek nog niet gereed was. Bilott haalde met deze schikking voor zijn kantoor Taft een proceskostenvergoeding van $ 21,7 miljoen binnen. Iedereen dacht dat hiermee de kous af was, behalve Bilott.

Bilott zat ermee in z’n maag dat er geen data waren die de medische problemen van de mensen die in het besmette gebied woonden konden relateren aan PFOA. De medische  studies waren beperkt tot de arbeiders en Dupont zou kunnen opvoeren zat deze groep aan veel hogere concentratieniveaus was blootgesteld, dan de omwonenden waren. Ze zouden de vermoorde onschuld kunnen spelen.

De groep eisers besluit om het onderzoeksgeld zo in te zetten dat het probleem van het data-gat opgelost kan worden. Daarmee zetten ze tegelijk in op de 3 vragen die hen het meest bezighielden:

1) Heb ik PFOA in mijn bloed?
2) Als dat zo is, is dit schadelijk?
3) Als het schadelijk is, wat zijn de effecten?

Binnen een paar maanden leverden bijna 70.000 inwoners van West-Virginia hun bloed in voor het onderzoek. De wetenschappers waren, met deze overvloed aan medische data, in staat om 12 studies te doen, waaronder één studie die exact bepaalde hoeveel PFOA elke eiser had binnengekregen. Ze waren er jaren mee zoet.

Bilott gaat naar mate de jaren vorderen steeds onder meer stress gebukt; voor Taft brengt hij geen geld in het laatje en de eisers worden steeds ongeduldiger. Eindelijk, in 2011, zeven  jaar na de aanvang van het onderzoek, beginnen de wetenschappers hun bevindingen met de wereld te delen. Er was een waarschijnlijke relatie tussen PFOA en nierkanker, teelbalkanker, schildklierafwijkingen, hoog cholesterol, zwangerschapsvergiftiging en colitis ulcerosa.

Tot oktober 2015 hebben inmiddels 3535 eisers een persoonlijke schadezaak tegen Dupont ingediend. De eerste rechtszaak was in oktober en de eiser Carla Bartlett is in het gelijk  gesteld; Dupont moet haar $ 1,6 miljoen betalen, maar het bedrijf is van plan om in hoger beroep te gaan. In 2016 dienen nog 4 zaken. Als Dupont ervoor kiest om niets te schikken en elke persoonlijke zaak aangaat, dan komt de laatste zaak, in dit tempo, pas in het jaar 2890 aan de beurt. Bilott is woest over de wijze waarop Dupont met deze mensen omgaat; het bedrijf blijft alles doen om de verantwoordelijkheid af te schuiven.

Dupont is, in overeenstemming met de EPA, met de productie van PFOA gestopt in 2013. De stof is vervangen door het alternatief dat het bedrijf in 1993 al had gevonden. Het betreft gelijksoortige op fluor-gebaseerde chemische verbindingen, die niet gereguleerd zijn door de EPA. Over de veiligheid van deze chemische verbindingen zegt het inmiddels afgesplitste Chemours: “een significante hoeveelheid data laat zien dat deze alternatieve chemistries veilig gebruikt kunnen worden.”

In mei 2015 tekenden 200 wetenschappers ‘The Madrid Statement on Poly- and Perfluoralkyl Substances (PFASs)’, waarin ze hun zorg uitspreken over de productie van alle stoffen van deze soort, inclusief het alternatief wat Dupont nu gebruikt, en het vrijkomen ervan in het milieu. De wetenschappers vermoeden dat deze stoffen schade toebrengen aan de voortplanting en het metabolisme van de mens, en ziekten zoals kanker, schildklieraandoening en aantasting van het zenuwstelsel veroorzaken. Onderzoek van de laatste vijf jaar laat zien dat zelfs extreem lage doses schadelijk zijn voor de gezondheid.

Dupont vindt de adviezen van de Madrid Statement niet relevant. Ze verwijzen hierbij naar hun eigen onderzoek en houden vol dat de ‘alternatieve chemistries’ veilig zijn.

Bilott schrijft elk jaar een brief aan EPA en aan de Milieudienst van West-Virginia, waarin hij aandringt op de regulering van PFOA in drinkwater, zonder succes. De EPA heeft beloofd om  begin 2016 met een adviesniveau voor levenslange blootstelling te komen. PFOA is inmiddels aantoonbaar aanwezig in 94 waterdistricten in 27 Amerikaanse staten. Het water in Parkersburg, waar de fabriek ligt, is besmet met hoge concentraties PFOA. Veel inwoners weten van niets.

Bilott heeft geen spijt van zijn strijd van de afgelopen 16 jaar. Hij maakt zich nog steeds boos over het onrecht dat de mensen is aangedaan; dat Dupont er zolang mee weg kon komen; dat de overheden akkoord gingen met de trage afbouw van het gebruik van PFOA; dat ze nu een alternatief gebruiken, waarvan de effecten onbekend zijn; dat de instanties niets van enige betekenis hebben gedaan. In maart begint de tweede rechtszaak, dan zijn er nog 3533 te gaan.

Link naar het artikel van Nathaniel Rich uit The New York Times Magazine:

Tip van Mevrouw van den Boogaard: “Bekijk ook deel III: het document met vragen dat ik heb opgesteld.”

Meer over:
Cookies

Deze website gebruikt noodzakelijke cookies voor een correcte werking en analytische cookies (geanonimiseerd) om de statistieken van de website bij te houden. Marketing cookies zijn nodig voor laden van externe content, zoals YouTube-video's of widgets van Sociale Media. Zie ons cookiebeleid voor meer informatie, of om je instellingen later aan te passen.