Het schaaktijdperk van de Willige Dame in poffertjessalon Visser gaat voorbij
DORDRECHT – Schaakclub of schaaksociëteit de Willige Dame is nog vijf avonden te vinden in poffertjessalon VISSER aan de Groenmarkt. Dat is een historische ruimte met een nostalgische schaaksfeer en veel herinneringen aan de muren van de zaak.
De poffertjessalon staat ieen verleden vanaf 1932. Daarvoor was er in het historische plek een slagerij te vinden, die mogelijk nog is geschilderd door de Duitse schilder Liebermann.
Kelners in onberispelijk pak bedienden heel veel jarenh er de klanten tot in de jaren zestig van de vorige eeuw. De Poffertjessalon werd informeler toen Frans van der Leeden en Jaap Mol er kwamen als eigenaren. Ze verschenen op het toneel aan het begin van de jaren zeventig. Visser kreeg een eigen uitstraling en werd een begrip in de stad.
Daar paste zeker een schaakclub zoals de Willige dame bij, die nooit groot wilde worden, want een huiskamersfeer stond centraal. Daarom vonden leden het haast een eer als leden van de bevriende schaakclub Dordrecht de Willige Dame geen echte schaakclub noemde. ,,We zijn een schaaksociëteit waar iedereen elkaar kent en iedereen tegen iedereen kan spelen aan het begin van de competitie", was de reactie dan. Daarom stonden er in de hoogtij dagen nooit meer dan veertien partijen op het wedstrijdformulier, want meer zitplaatsen waren er niet beschikbaar.
Vanaf het najaar van 1987 was de schaakclub te vinden in Visser dankzij de inzet van eigenaar JAAP MOL. Jaap was ook schaakliefhebber en zette een voor de geschiedenis van de Willige Dame niet te evenaren record neer: Hij werd tien keer kampioen. Zijn naaste medewerker in Visser, Nico van Bijlevelt won vier keer. Jaap was ook een vermaard snelschaker en organiseert het teamklaverjassen om de Dordtenaar-cup bijna 25 jaar.
Het tijdperk van Jaap en Nico aan de Groenmarkt gaat voorbij. Daarom begint de Willige Dame, opgericht door Cor Paans, Aart Camijn en Harry Snelder in september 1983, dinsdag 26 april aan de laatste vijf competitie wedstrijden. Op dinsdag 24 mei wordt de laatste competitieavond gehouden aan de Groenmarkt, zo is de planning.
Joop de Jong en Kees van ’t Hoff zijn de leiders in het klassement. Joop de Jong won de laatste kampioenschappen. Kees van ’t Hoff werd alleen vier keer kampioen van Zwijndrecht en veroverde in de vorige competitie knap het zilver. Zij hebben een duidelijk voorsprong op nummer drie in het klassement Hans Berrevoets.
Johan Went, die in de laatste competitie achter Joop de Jong en Kees van ’t Hoff derde werd, staat op afstand van de ereplekken. De Willige Dame speelt met twee teams in de externe competitie, die overigens afgelopen seizoen de degradatie niet konden ontlopen.
De schaakclub of schaaksoos denkt nog na over mogelijkheden na het tijdperk in Visser met in 29 jaar zo’n 58 kampioenschappen en twee keer een promotie naar de landelijke KNSB-competitie.
(dichter, schaker Kees Klok)
In 1981 won ik op het Fokker-schaaktoernooi in Papendrecht de Poedelprijs. Een fraaie beker werd mijn deel. Hij prijkt nog steeds op de schoorsteenmantel in mijn werkkamer als herinnering aan dat bijzondere wapenfeit. Het was mij gelukt geen enkele wedstrijd te winnen of remise te spelen. Ik moest daaraan denken toen ik dinsdagavond door een enorme blunder plotseling mat werd gezet in een competitiewedstrijd bij De Willige Dame. Mijn vader zou mij ernstig hebben beknord. Hij leerde mij schaken, maar ik heb hem in dat edele spel nooit kunnen overtreffen. Dat was anders in het geval van mijn vriend Lupius. Ik leerde hem schaken en deed dat zo voortreffelijk dat hij al spoedig veel sterker speelde dan ik en vrijwel zijn gehele schaakloopbaan in de bovenste regionen van de Dordtse schaakwereld doorbracht. Lupius, zoals we Gerrit de Wolf noemden, een naam die mijn studiemaatje Peter Bonte ooit verzon, is alweer twee jaar geleden overleden. Peter overleed deze maand zeventien jaar geleden. Ik zit graag op een terras. Dan heb ik vaak het idee dat zij er nog steeds bij zitten. Het is zoals de oude Grieken zeiden: zolang je wordt herinnerd leef je voort.
Ook Lupius zou mij gisteravond zeer beknord hebben. Dan kon hij heel streng kijken en mompelde hij iets in zijn baard dat ik met mijn slechte gehoor zelden opving. Het hield wel een duidelijke boodschap in: wees toch eens wat minder slordig en denk even een minuutje langer door. Als ik beter sta in een partij begin ik mij bij voorbaat te verkneukelen op de overwinning, denk dat er niets meer mis kan gaan en ga snel en onzorgvuldig spelen omdat ik zit te popelen om thuis de vlag uit te gaan hangen. Dan sta je weleens plotseling mat. Het gebeurde mij twee weken geleden, vorige week en gisteren weer. Poedelprijs! Zou De Willige Dame straks ook zo'n mooie beker voor mij hebben?
Kort geleden droeg ik een gedicht voor tijdens de prijsuitreiking van het Open Nederlands Kampioenschap Snelschaak, in het prachtige gebouw van het Da Vinci College op het Dordtse Leerpark. Voor ik het vers declameerde had ik het over mijn schaakclub, die eigenlijk een schaaksociëteit is. Gezelliger en minder streng dan de gemiddelde schaakclub. Omdat het een internationaal gezelschap betrof, schaakdichterde ik in mijn tweede mother tongue, het Engels. Ik sprak over 'The Willing Lady.' Eigenlijk had ik 'The Willing Queen' moeten zeggen, maar voor je het weet krijg je gedonder met de Rijksvoorlichtingsdienst en mijn bloeddruk stijgt nu eenmaal meer bij willing lady's dan bij willing queens. Mij zie je niet met een oranje toeter op mijn kale knar op koninginnedag, tenzij ik net zo dronken ben als gisteravond na die poedelmat. Toernooiwinnaar Yasser Seirawan bleek zo geamuseerd door The Willing Lady, dat ik er, volgens boze tongen, want zelf heb ik het stuk gemist, het AD mee heb gehaald. Nu sta ik dus als schakende seksmaniak te boek. Daarvoor zou ik ook wel een poedelprijs willen. Een beker met de afbeelding van een troostende jongedame.
(Kees Klok is herstellende van een ziekte. Hij heeft aangekondigds nog in actie te komen in zijn poffertjessalon VISSER waarover hij vaker heeft geschreven op zijn weblog)