Achthonderd jaar stadsrechten Dordrecht in 2020 ook kans voor dochters van Dordrecht die geschiedenis schreven

26 mei 2016
Achthonderd jaar stadsrechten Dordrecht in 2020 ook kans voor dochters van Dordrecht die geschiedenis schreven

DORDRECHT –  In 2020, wanneer de stad Dordrecht stil staat bij achthonderd stadsrechten, kan er aandacht  worden besteed aan de Dochters van Dordrecht die geschiedenis hebben geschreven.  In 2018 is er al aandacht voor de vier zonen van Dordrecht.

In het kerkblad KERK OP DORDT van deze week wordt dit in een column uitgewerkt. Tijdens een bijeenkomst in het Stadhuis van Dordrecht gaf wethouder Piet Sleeking aan enthousiast te zijn over aandacht voor de vier zonen maar vroeg ook te denken aan de dochters van Dordrecht. Columnist Kees Thies van AD De Dordtenaar noemde al enkele namen van dochters, zoals kamerlid Wijnie Jabaaij, schrijfster Top Naeff en verzetsvrouw Leny Dicke. Margratha van Godewijck wordt al onderzocht door oud-lerares Margreet Lefeber, Margratha krijgt volgend jaar aandacht in het Dordrechts Museum.

De column:
Door Hans Berrevoets (PS kerkblad)
Zonen en Dochters van Dordrecht
In 2018 krijgen de zogeheten vier zonen van Dordrecht aandacht. Hun honderdste geboortedag is de aanleiding

Illustrator  Otto Dicke, dichter Kees Buddingh’, geheim agent Aart Alblas en componist Kors Monster schreven geschiedenis.
Zo was voor Aart Alblas – die in september 1944 in concentratiekamp Mauthausen werd omgebracht – het geloof een rots  onder zijn voeten.

Otto Dicke  had het geloof – zo wil het verhaal - als een jas van zich laten afglijden. Toch zat hij net als Aart in de jaren dertig van de vorige eeuw nog in de banken van de Dordtse gereformeerde Wilhelminakerk, waar zijn vader veertig jaar de organist was.
Activiteiten rond de vier zonen van Dordrecht geven de stad  op weg naar 2018 ook een Dordtse menselijke maat mee.

Immers gasten uit binnen- en buitenland zullen naar Dordrecht kunnen komen als wordt stilgestaan bij 400 jaar Synode van Dordrecht, 400 jaar Dordtse leerregels en 400 jaar Statenbijbel. 
Daarbij past natuurlijk ook de geschiedenis dat de jonge Republiek toen ook bijna door een geloofsgeschil in een burgeroorlog terecht kwam en dat Dordrecht een uitweg moest bieden.  Ook de gemeente Dordrecht zet terecht hoog in op de herdenking van de internationale conferentie in 1618-1619 binnen de stadsmuren.

De zonen geven een beetje lokale kleur, maar roepen ook iets wakker.
Immers: In 2020 zal stil worden gestaan bij achthonderd jaar stadsrechten voor Dordrecht.  Misschien past juist bij dat jaar om breed te denken aan de Dochters van Dordrecht.
In 2013 kon een eerste vrouwenwandeling door de binnenstad van Dordrecht worden gemaakt.
Margreet Lefeber vertelde over de talentvolle en veelzijdige dochter Margratha van Godewijck (1627-1677).  Volgend jaar komt haar boek over Margratha uit. Ook volgt er In juni 2017 een expositie over Margratha van Godewijck in het Dordrechts Museum.
Dochters van Dordrecht zijn dus ook te vinden in de stad, die nog dit najaar  de lancering in huis heeft van de vrouwenbijbel.
Het hangt dus in de lucht om in Dordrecht na de vier zonen aan  dochters te gaan denken met als stip aan de horizon het jaar  2020!
Wie neemt de handschoen op? Een voorproefje met een gedicht van Margratha:
Op ’t instorten
vande
Wyn-brugh. 1644.

Hooghe Torens, steyle wallen,
Dicke Bruggen moeten vallen,
         Hoe Sy trotser syn gemaeckt,
         Hoe haer val te eer genaeckt.

Heden heb ick sien geschieden,
Ick, en meer dan hondert lieden,
         Hoe de Wyn-brugh viel ter neer
         Sonder hulp, of tegen weer.

Hoe sij is ter neer gesoncken,
Inde haven half verdroncken,
         Met een vrouw, die inde noot
         Wt gehaelt is, hallif doot.

Als ick dit quam aen te mercken,
Sagh ick Godes wonder wercken,
         Hoe hij, dat om hooghe staet
         Met syn handt ter neder slaet.

Daerom soo ghy wert verheven,
Wilt niet al te moedigh leven,
         En niet klimmen boven al.
         Of u naeckt groot ongeval!

                   M. Godewyck.
                   Deus mihi vicus
God is mijn wijkplaats /mijn toevlucht.

Felix quem faciunt aliena pericula cautum.[1]
Gelukkig wie door andermans risico’s  voorzichtig wordt.

Noli altum sapere.[2]
Wees niet hoogmoedig.[3]

(met dank aan Margreet Lefeber)
Column in kerkblad Kerk op Dordt (oplage 3000 exemplaren)

Meer over:
Cookies

Deze website gebruikt noodzakelijke cookies voor een correcte werking en analytische cookies (geanonimiseerd) om de statistieken van de website bij te houden. Marketing cookies zijn nodig voor laden van externe content, zoals YouTube-video's of widgets van Sociale Media. Zie ons cookiebeleid voor meer informatie, of om je instellingen later aan te passen.