Oudste weerstation ter wereld van Isaac Beeckman stond in Dordrecht maar niets herinnert daaraan

DORDRECHT – Op de hoek Nieuwstraat/Augustijnenkamp in de binnenstad van Dordrecht bouwde Isaac Beeckman in 1627 volgens verschillende bronnen het eerste weerstation ter wereld. Dordrecht zou de stad van het begin kunnen zijn van de weermetingen.
De rector van de Latijnse school, nu Johan de Witt gymnasium, schreef er historie mee. In het collectief geheugen van Dordrecht herinnert niks aan Isaac Beeckman , die toch woonde en werkte tot zijn dood in 1637 in de oudste stad van Holland. Zijn naam lijkt in Dordrecht vergeten te zijn.
Op de plek waar het weerstation heeft gestaan, toen er in een voormalig klooster ook de Latijnse school zat, herinnert niks aan die bijzondere geschiedenis. Dordrecht heeft hem, in tegenstelling tot enkele andere gemeentes, nog geen straatnaamgegeven. In sommige bronnen wordt hij nog Zeeuws genoemd en dat bevestigt natuurlijk wel de lijn Zeeland – Dordrecht.
Zijn naam gaat momenteel wel weer door de onderwijswereld. Wie op het Zeeuwse station Kapelle uit de trein kijkt, ziet de letters aan de gevel van de Isaac Beeckman academie. Deze school voor persoonlijk onderwijs viert het eerste lustrum en werd in januari 2010 door D66 voorman Alexander Pechtold geopend. Inmiddels zijn volgens het Isaac Beeckman model nog meer scholen in het land in opbouw.
KNMI:
Zelfs het KNMI noemt in de geschiedschrtijving Dordrecht op de volgende wijze: ,,Ook metingen van de Zeeuw Isaac Beeckman, die in Dordrecht in de jaren 1627-1637 als eerste een weerstation had, zijn verloren gegaan."
Volgens het KNMI hield Isaac Beeckman al in Zeeland het weer voor zijn Dordtse tijd bij, maar dat wordt nog geen weerstation genoemd.
Wikipedia meldt:
Beeckman installeerde het eerste weerstation in de wereld, bestaande uit een waterthermometer en een windwijzer. Een luchtdrukmeter zou pas in 1644 door Evangelista Torricelli worden uitgevonden.[1]
Uit boek portretten van achttien natuurwetenschappers:
Al vrij snel na zijn komst in de stad werd op kosten van de stad op de toren van het oude klooster waar de school in gevestigd was een astronomische waarnemingspost ingericht, waar ook leerlingen van de school bij het doen van waarnemingen ingeschakeld werden. Bij de uitbreiding van de Latijnse school tot Illustre school (een academie zonder promotierechten) werd Beeckman gevraagd voor het onderwijs in de wiskunde. Hij aarzelde echter. Hij voelde er ook veel voor om naar Zeeland terug te gaan en bovendien liet zijn gezondheid te wensen over. Ten slotte is er niets van gekomen. Op 19 mei 1637 overleed hij aan tuberculose, de ziekte die in 1629 al zijn broer Jacob fataal was geworden.
Informatie Isaac Beeckman (1588-1637) van het op het Hof 6 gevestigde archief Dordrecht
Isaac Beeckman, geboren in Middelburg, schreef op elfjarige leeftijd gedichten en een toneelstuk en ging op zijn twaalfde jaar naar de Latijnse school in Arnemuiden. Op 21 mei 1607 schreef hij zich in als student in de letteren en wijsbegeerte, de propedeuse voor zijn theologiestudie in Leiden, waarbij hij zich vooral richtte op wiskunde en filosofie. In Leiden startte hij zijn Journael, een soort dagboek waarin Isaac allerlei invallen, veronderstellingen en oplossingen noteerde op het gebied van onder meer luchtdruk, valwetten, meteorologie, filosofie, scheikunde, astronomie en wiskunde, deels in het Latijn, deels in het Nederlands. Hij probeerde alledaagse verschijnselen te verklaren en daarin een wetmatigheid te ontdekken.

Na afronding van zijn studie werkte hij enkele jaren als kaarsenmaker, als opvolger van zijn vader, maar het studeren bleef trekken. In 1612 vertrok hij naar Saumur om zijn theologische studie af te ronden, met natuurfilosofie als nevenstudie.
Eind 1612 terug in Zierikzee, wilde hij als predikant aan de slag, maar toen dit uitbleef legde hij zich toe op het aanleggen en repareren van waterleidingen, pompen en fonteinen. In 1616 verkocht hij zijn kaarsenmakersbedrijf en ging opnieuw in het bedrijf van vader werken. Tegelijkertijd begon hij een zelfstudie in de medicijnen, waarvan de bekroning op 18 augustus 1618 volgde aan de universiteit van Caen in Normandië met het behalen van het licentiaatexamen gevolgd door zijn promotie tot doctor in de geneeskunde. Daarmee was Beeckman afgestudeerd theoloog en gepromoveerd medicus.
In december 1619 kreeg de onderwijsloopbaan van Isaac gestalte door zijn benoeming als conrector aan de Latijnse school van Utrecht, waar hij naast de klassieke talen kosmologie onderwees, een wetenschap die hem als natuurfilosoof na aan het hart lag. Een jaar later ging hij les geven aan de Rotterdamse Latijnse school waar zijn broer Jacob rector was. Het was een wens van de broers samen aan een school vorm en inhoud te geven. Het salaris van Jacob, de kostgelden van de ruim zestig leerlingen die bij hem in huis woonden en het schoolgeld bleken voldoende om er twee gezinnen van te onderhouden. In 1624 werd Isaac aangesteld als conrector. Zijn faam resulteerde in de benoeming tot rector van de Dordtse Latijnse school. In mei 1627 vestigde Isaac zich met zijn gezin in het voormalige klooster van de Grauwezusters op de hoek van de Nieuwstraat/Augustijnenkamp, waar de school sinds 1579 was gevestigd. De school groeide door de naam die Beeckman als geleerde had opgebouwd. In december 1629 werd zijn broer Abraham (1607-1663) als docent aan de school benoemd. De Dordtse predikant van de Waalse kerk, Andreas Colvius, was bevriend met Beeckman. Hij stelde hem zijn belangrijke bibliotheek ter beschikking en introduceerde hem in de culturele kringen. Beeckman ontmoette daardoor onder anderen Jacob Cats, Johan van Beverwijck en de invloedrijke regent Jacob de Witt, vader van Cornelis en Johan.