Dordtenaar Isaac Beeckman herontdekt in zijn geboorteplaats Middelburg

25 september 2016
Dordtenaar Isaac Beeckman herontdekt in zijn geboorteplaats Middelburg

DORDRECHT/MIDDELBURG -  De toenmalige directeur van de Latijnse school in Dordrecht, Isaac Beeckman (1588-1637)  komt terug in het collectief geheugen. De  maker in Dordrecht aan de Nieuwstraat van wat wordt gezien als het eerste weerstation ter wereld is herontdekt in zijn geboorteplaats Middelburg.

Professor Klaas van Berkel, hoogleraar geschiedenis aan de Rijksuniversiteit Groningen en Beeckman-kenner, is de gangmaker. In Middelburg markeert nu een informatiebordje het waarschijnlijke geboortehuis van de geleerde, die beroemder in het buitenland is geworden dan in eigen land. Aan de Varkenmarkt in Middelburg wordt de naam van Beeckman genoemd. De hoogleraar promoveerde in 1983 op Beeckman. Pas in 1905 kwamen belangrijkste geschriften boven water, waaruit bleek dat de Dordtse Middelburger belangrijke ontdekkingen had gedaan.

Bij de onthulling van het Beeckman bord werd aangekondigd om in Middelburg in 2018 een congres te houden over het intellectuele leven in Middelburg, waarbij ook Isaac Beeckman aan bod komt. De directeur van de Latijnse school in Dordrecht ( Johan de Wittgymnasium) heeft in Dordrecht nog geen herinneringsplek gekregen.

Het Dordtse archief meldt over de tijd in Dordrecht van de directeur van de school, waarop ook Johan en Cornelis de Witt les genoten,

nog:

Zijn faam resulteerde in de benoeming tot rector van de Dordtse Latijnse school. In mei 1627 vestigde Isaac zich met zijn gezin in het voormalige klooster van de Grauwezusters op de hoek van de Nieuwstraat/Augustijnenkamp, waar de school sinds 1579 was gevestigd. De school groeide door de naam die Beeckman als geleerde had opgebouwd. In december 1629 werd zijn broer Abraham (1607-1663) als docent aan de school benoemd.

De Dordtse predikant van de Waalse kerk, Andreas Colvius, was bevriend met Beeckman. Hij stelde hem zijn belangrijke bibliotheek ter beschikking en introduceerde hem in de culturele kringen. Beeckman ontmoette daardoor onder anderen Jacob Cats, Johan van Beverwijck en de invloedrijke regent Jacob de Witt, vader van Cornelis en Johan. Bij De Witt nam Beeckman deel aan wetenschappelijke discussies op theologisch, literair en natuurwetenschappelijk gebied. De politieke stellingname van Beeckman is niet duidelijk. Weliswaar was hij geen aanhanger van de regentenpartij, maar hij sprak zich niet uit als oranjegezind. Als contraremonstrant was hij een volgeling van Gomarus.

Op Beeckmans verzoek had het Dordtse stadsbestuur een torentje op de school laten bouwen waaruit hij waarnemingen verrichtte op natuurkundig, meteorologisch en astronomisch gebied. Daardoor werd hem door het ‘gewone’ volk een speciaal vermogen toegedicht. De rector zou over voorspellende gaven beschikken! Het leidde in 1631 tot paniek, toen er verteld werd, dat de stad getroffen zou worden door een viertal gelijktijdige branden. Het gerucht werd gesteund door het feit dat er op de genoemde dag een brand uitbrak. Over deze ‘rumores falsi’ en de ‘onwetentheyt der menschen’ verbaasde Beeckman zich in zijn Journael.

Beeckman wilde in Dordrecht een onderwijsinstituut voor natuur- en wiskundige wetenschappen oprichten. De magistraat voelde niets voor een Collegium physicomathematicum en evenmin voor een Collegium mechanicum met aandacht voor (natuur)filosofie en met Nederlands als voertaal voor leerlingen en burgers. Dit laatste was in Rotterdam wel van de grond gekomen. Tijdens het lectoraat van Beeckman maakten Cornelis en Johan de Witt deel uit van de schoolbevolking.

Tijdens het rectoraat van Beeckman maakten Cornelis en Johan de Witt deel uit van de schoolbevolking. In de jaren 1634 t/m 1637 werd Dordrecht door de pest bezocht, waardoor bijna 20% van de bevolking overleed:
‘Den 20en Novemb. 1634 is joncker Philips van Stralen, een van myn costkinderen begraven, twee daghen sieck geweest hebbende, na het oordeel van den Hr Doctor van Someren van de peste. Denselven dach, alsomeest al myn kostkinderen op haer versoeck ende met toelatinghe van D. Butendyck scholarcha ende daerna met apporobatie van de reste, naer huys trocken, so synder oock sevene na Der Veren gereyst, waervan der ses desen 20en voorseyt ontrent de plate ten elf ueren voormiddach verdroncken syn, also haer schip overseylt wiert. Sins syn myn kostkinderen meestal achtergebleven, daer icker voor desen 50, 60, 70 in de kost hadde’ (Journael deel 3, p. 369, 1634). De leerlingen vertrokken dus naar veiliger oorden en de school nam danig in betekenis af. Met Isaac ging het evenmin goed; een familiekwaal, tuberculose, verzwakte hem, zoals uit zijn Journael blijkt; in mei 1637 overleed hij aan deze ziekte.

Isaac had internationale contacten, zoals met de filosoof René Descartes en de geleerde Franse minderbroeder Marin Mersenne. Met beiden bestudeerde hij muziek- en geluidstheoretische vraagstukken. De vriendschap met Descartes bekoelde sterk, doordat Descartes de invloed die Beeckman op zijn denken had uitgeoefend, ontkende en hem zelfs beschuldigde van het plagiëren van Descartes’ denkbeelden. Uit het Journael blijkt echter dat Descartes gebruik maakte van ideeën en oplossingen van Beeckman! Veertien jaar eerder dan Galileï beschreef Isaac de valwetten. De wetten van de botsing die Descartes in 1644 publiceerde, had Beeckman al in 1619 geformuleerd. Wat Torricelli over de luchtdruk ontdekte, was Isaac al dertig jaar eerder bekend. Tot wetenschappelijke publicaties kwam hij echter niet.

Na de dood van Isaac maakte broer Abraham (intussen rector in Vlissingen) een selectie uit het Journael en gaf die in 1644 uit. De publicatie van Isaacs bevindingen kwam echter te laat om van grote betekenis te zijn voor de ontwikkeling van de natuurwetenschappen. Hij genoot slechts erkenning van tijdgenoten; de blijvende roem die hem toekwam, kreeg hij niet. Abraham beschreef Isaac als: kort van posture, groot van oordeel, uytstekende in verstant, soet van aert ende aengenaem int converseren. Myde alle twist en tweedracht; was onder syn discipelen seer bemint ende lieftallich by iedereen.

Bronnen en literatuur
E.J. Dijksterhuis, Over het aandeel van Isaac Beeckman in de ontwikkeling der valwetten, in: Nieuw Archief voor wiskunde, tweede reeks, 14 (1925), p. 186-208.
C. de Waard, Isaac Beeckman 1588-1637, in: Twee Nederlandsche figuren uit de zestiende en zeventiende eeuw, in: Archives du Musée Teyler, serie III, deel IX (Den Haag 1941).
I. Beeckman, Journal tenu par Isaac Beeckman de 1604 à 1634, bezorgd door C. de Waard, vier delen (Den Haag 1939-1953).
K. van Berkel, Isaac Beeckman (1588-1637) en de mechanisering van het wereldbeeld (Amsterdam 1983).
C. Esseboom m.m.v. N.L. Dodde, Minerva Dordracena  (Dordrecht 2003), p. 180-188.

Gerelateerde straten:
Meer over:
Cookies

Deze website gebruikt noodzakelijke cookies voor een correcte werking en analytische cookies (geanonimiseerd) om de statistieken van de website bij te houden. Marketing cookies zijn nodig voor laden van externe content, zoals YouTube-video's of widgets van Sociale Media. Zie ons cookiebeleid voor meer informatie, of om je instellingen later aan te passen.