Aandacht in Tweede Kamer speech voor waarden van Eerste Vrije Statenvergadering in het Dordrecht van 1572

12 april 2017
Aandacht in Tweede Kamer speech voor waarden van Eerste Vrije Statenvergadering in het Dordrecht van 1572

DORDRECHT / DEN HAAG - De waarden van de Eerste Vrije Statenvergadering in Dordrecht op 19 juli 1572 zijn  deze week benoemd in de Tweede Kamer. Dr. S.M.G. (Sven) Koopman gaf die historie een plek in zijn maiden (eerste) speech in de kamer.,

Dat ging in de volgende zinnen:

,,In mijn eigen Haarlemmermeer wonen de mensen 7 meter onder zeeniveau en toch vertrouwt iedereen daar er volkomen op dat de overheid ons boven water houdt. Dat komt omdat Nederland een land is van respect en overleg, een waardengemeenschap van individuele rechten. Al in de Eerste Vrije Statenvergadering van 1572 spraken onze verre voorgangers niet alleen over de Spaanse onderdrukking en over inspraak, maar proclameerden zij ook de vrijheid van religie. Dat toont vertrouwen.", aldus kamerlid Koopman,

Koning Willem-Alexander opende op de eerste Koingsdag nieuwe stijl op 27 april 2015 in Dordrecht ook in deze geest het nieuwe museum Hof van Nederland door de waarden te ondertekenen. Daarna zette  zijn gezin en afgevaardigden van de twaalf steden, die betrokken waren in 1572 bij de vergadering, hun handtekening. In Dordrecht is door de eeuwen heen altijd aandacht geweest voor 19 juli.

De maidenspeech van de jurist en diplomaat Koopman heeft als volledige tekst. De voorzitter van de kamer opent het debat:

Ik heet de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties welkom. In dit debat zullen twee leden hun maidenspeech houden: de heer Koopmans en mevrouw Van Engelshoven. Wij zullen na iedere maidenspeech gelegenheid geven tot het feliciteren van degenen die hun maidenspeech hebben gehouden. Ik hoor zojuist dat de heer Van Raak aanbiedt dat mevrouw Van Engelshoven als tweede spreker optreedt. Dan kunnen we na beide maidenspeeches de felicitaties in één keer doen.

Als eerste geef ik het woord aan de heer Koopmans namens de fractie van de VVD voor zijn maidenspeech.


De algemene beraadslaging wordt geopend.
De heer Koopmans (VVD):
Voorzitter. Wie bent u? Wie ben ik? Wie zijn wij hier in de Kamer? Wat doen we allemaal hier? En waarom doen we het? Dat zijn de vragen die ik wil beantwoorden. We zijn vandaag samen in debat over het toevoegen van een openingszin aan de Grondwet. Zo'n algemene bepaling moet uitleggen hoe ons land werkt. Daarvoor moeten we eerst even bij onszelf te rade gaan.

Voorzitter, wie bent u, behalve een zeer gewaardeerde collega? U staat samen met uw, door mij zeer geliefde, collega van de Eerste Kamer op de rotonde van het politieke verkeer. Alles wat wij hier doen, is eerst tot u gericht en pas daarna tot anderen. Daarmee bent u een centrale hoeder van de democratie. U ziet toe op de regels van de politieke strijd. Die regels zijn essentieel. Zij vinden hun basis in de Grondwet. U bent daarom niet alleen een geweldige collega, maar ook een verpersoonlijking van de democratische rechtsstaat.

Voorzitter, wie ben ik dan? Ik ben een gewone jongen uit Hoofddorp, die het geluk had om geholpen te worden door een hoogleraar mensenrechten, professor Schermers. Hij streed tegen nivellering in het onderwijs en wilde iedereen, ongeacht afkomst, een kans geven. Dankzij hem werd ik internationaal jurist. Ik ken dus de regels van het recht. Maar ik weet ook dat regels er niet zijn zonder leven, zonder inspraak, zonder saamhorigheid en zonder vertrouwen. Ik werkte mee aan de grondwet van het nieuwe Kosovo en ik zag Zuid-Sudan van nabij geboren worden. Ik onderhandelde voor vrede in verscheurde gebieden, zoals Oekraïne en Syrië. Ik heb daardoor de les geleerd dat een staat niet kan leven van juridische teksten. De grondwetten in veel conflictgebieden zijn heel fraai geschreven. Ze zijn zo mooi, maar wat meestal mist, zijn de geleefde realiteit, de erkenning dat mensen vrij moeten zijn, het duidelijke geloof in de democratische rechtsstaat en het vertrouwen in elkaar en in de staat.

En voorzitter, dan kom ik bij de vraag: wat doen wij allemaal hier in deze Kamer? Ik zou willen antwoorden: een bijdrage leveren aan de grondrechten en de democratische rechtsstaat. In dit parlement weten wij ook — wij allemaal hier aanwezig — uit persoonlijke ervaring hoe belangrijk grondrechten en de democratische rechtsstaat zijn. Alle leden hier aanwezig hebben op hun eigen persoonlijke wijze hiervoor gestreden. Daar vertrouw ik op. Dat weet ik.

De kern van de democratische rechtsstaat is vertrouwen, vertrouwen dat de rechten van meerderheden en van minderheden worden gerespecteerd, dat instituties meer zijn dan de mensen die ze tijdelijk bevolken, zoals wij, en dat de democratische rechtsregels leven in de hoofden en in de harten van mensen. In vergelijking met alle conflictgebieden waarin ik werkte, is Nederland natuurlijk een fantastisch land vol vertrouwen. In mijn eigen Haarlemmermeer wonen de mensen 7 meter onder zeeniveau en toch vertrouwt iedereen daar er volkomen op dat de overheid ons boven water houdt. Dat komt omdat Nederland een land is van respect en overleg, een waardengemeenschap van individuele rechten. Al in de Eerste Vrije Statenvergadering van 1572 spraken onze verre voorgangers niet alleen over de Spaanse onderdrukking en over inspraak, maar proclameerden zij ook de vrijheid van religie. Dat toont vertrouwen.

Maar toch zijn er ernstige zorgen over het vertrouwen in ons land. Mensen maken zich er zorgen over dat Nederland niet meer Nederland blijft, dat massale migratie onze wateren verwatert, dat terrorisme ons uiteenrijt, dat vrijheid van meningsuiting onmogelijk wordt, dat we niet meer veilig zijn om van een vrij leven te genieten en dat iedereen digitaal wordt bespied, zelfs door vreemde staten en ook door burgers en bedrijven. Nederlanders maken zich zorgen over de vraag of hun rechten, hun grondrechten en hun democratische rechtsstaat in een veranderde wereld nog wel kunnen blijven bestaan. Ze maken zich zorgen over de vraag of Nederland nog wel Nederland blijft.

De VVD wil dat Nederland Nederland blijft. Wij staan sterk voor het gelijkwaardigheidsbeginsel. Wij staan sterk voor persoonlijke vrijheden. Wij zijn hard tegen terroristen en tegen extremisten. Wij werken aan veiligheid, tegen massa-immigratie en aan het verwelkomen en snel integreren van degenen die wel hier mogen zijn. Wij eisen van nieuwkomers dan ook dat zij onze waarden en onze Grondwet omarmen. Dan is het wel nuttig dat wij in één zin duidelijk maken waar de Grondwet voor staat.

Het is waar, onze Grondwet spreekt voor zich. Hij doet wat hij zegt, maar het is allemaal nogal technisch juridisch. Onze Grondwet zegt nergens expliciet waar hij voor staat. Als hij dat wel zou doen, dan wordt het ook gemakkelijker voor het parlement, voor ons, om nieuwe wetten te toetsen aan de Grondwet. Als wij toevoegen dat de Grondwet de grondrechten en de democratische rechtsstaat waarborgt, kunnen wij voortaan nieuwe wetsvoorstellen tegen dat felle licht houden. Daarom steunen wij het toevoegen van een korte openingszin, een algemene bepaling, aan de Grondwet. Het is niet noodzakelijk maar wel wenselijk.

In ons land is het goed om veranderingen bewust een plaats te geven, maar dat moet dan wel op een manier die het goede versterkt en niet op een manier die twijfels oproept over wat er al is. Zo is het met nieuwkomers en zo is het ook met een nieuwe bepaling in de Grondwet. De VVD wil dan ook alleen een openingszin die gaat over wat de Grondwet doet. Zij wil geen juridisch bindende tekst over hoe Nederland is. Nederland is Nederland. Wij hebben geen identiteitscrisis. Wij weten en wij voelen wat Nederland is en dat is niet te vatten in een grondwetsartikel.

De algemene bepaling moet daarom uitsluitend gaan over wat de Grondwet doet. Zij moet sober zijn zoals de Grondwet is. Hoewel de VVD erg hecht aan het kerstfeest, mag de algemene bepaling geen boom worden waarin iedere politieke partij zijn eigen kerstbal gaat ophangen.

Op mijn persoonlijke tocht van de woestijn naar deze Kamer was mijn dierbare vriend de heer Ten Broeke een onmisbare gids. Ik hoop dat zijn realistische buitenlandse politiek ook een gids kan zijn voor ons beleid inzake de Grondwet. Laten wij bescheiden zijn in onze doelstellingen, maar assertief met onze middelen. Laten wij uit overtuiging doen wat werkt en dat met overtuiging.

Ik heb een amendement ingediend. De regering stelt als algemene bepaling voor: De Grondwet waarborgt de democratie, de rechtsstaat en de grondrechten. Mijn amendement stelt daarentegen voor: De Grondwet waarborgt de grondrechten en de democratische rechtsstaat. Hiermee beoog ik ten opzichte van het regeringsvoorstel:

1. De volgorde van de Grondwet aan te houden; eerst de grondrechten en dan de democratische rechtsstaat;
2. Aan te geven dat de grondrechten niet achtergesteld zijn aan de democratie en dat de grondrechten op die manier dus niet ten gronde kunnen worden gericht;
3. De voorstellen van de regering, de staatscommissie en anderen te verzoenen door niet apart te spreken over de democratie en de rechtsstaat, maar over de democratische rechtsstaat. De democratische rechtsstaat is meer dan de som der delen.

Tot slot de vraag: waarom doen wij dit allemaal. Mijn antwoord: omdat wij allemaal, hier en daarbuiten, geloven in de grondrechten en de democratische rechtsstaat. Omdat wij elkaar respecteren. Omdat wij, ook als wij het niet met elkaar eens zijn, elkaar respecteren en elkaar het beste wensen. Omdat wij samen elkaar vertrouwen. Omdat wij vertrouwen hebben in Nederland en dat wij dat vertrouwen in Nederland samen willen versterken. En omdat wij allemaal op onze eigen manier willen dat de Grondwet zegt: Nederland moet Nederland blijven.

Voorzitter, en, via u, iedereen: dank u wel.
(Geroffel op de bankjes)

Gerelateerde straten:
Hof
Meer over:
Cookies

Deze website gebruikt noodzakelijke cookies voor een correcte werking en analytische cookies (geanonimiseerd) om de statistieken van de website bij te houden. Marketing cookies zijn nodig voor laden van externe content, zoals YouTube-video's of widgets van Sociale Media. Zie ons cookiebeleid voor meer informatie, of om je instellingen later aan te passen.