Kees Thies weet in binnenstad Dordrecht al een plek voor het Aart Alblasplein
DORDRECHT - De meest gedecoreerde Dordtse verzetsheld, Aart Alblas (1918-1944), is weer terug in het nieuws.
Historicus Kees Weltevrede zei vandaag bij TV Dordrecht, dat hij nu maar wordt vernoemd met een achteraf bruggetje op de Staart. De mensen die van deze brug gebruik maken zouden niet worden bepaald bij de betekenis van de geheim agent.
Eerder noemde ds. Michiel de Zeeuw dat in zijn preek in de Wilhelminakerk tijdens de Aart Alblas dienst.
Columnist Kees Thies steunt dat vandaag op zijn vaste plek in AD De Dordtenaar en weet in de binnenstad plek voor Aart Alblas plein.
Hans Berrevoets benadrukte zowel op radio Rijnmond als bij TV Dordrecht dat de stad juist op weg naar 800 jaar stadsrechten in 2020 werk moet maken van de verbeelding van de geschiedenis. Mensen hebben immers die achthonderd jaar volgemaakt.
De aandacht voor Aart Alblas maakt ook meer reacties los. Jaap Bouman, historisch journalist voor AD De Dordtenaar, vraagt vandaag in de krant in zijn rubriek ook aandacht voor Hendrik Sebes (1919-1944)
Hij kwam voor geheime acties terug naar Nederland en werd ook net als Aart in Mauthausen vermoord. Bouman vindt dat Sebes meer aandacht verdient in zijn woonplaats Dordrecht dan alleen maar een herinneringsregel in Mauthausen herinnert aan zijn inzet.
Om alles een evenwichtige plek te geven in de Dordtse geschiedenis tijdens de tweede wereldoorlog bepleit historicus Kees Weltevrede al jarenlang een wetenschappelijk onderzoek.
Columnist Kees Thies schrijft vandaag:
Er zou, op een prominente plek in de binnenstad, een straat of plein vernoemd moeten worden naar de in 1944 door de Duitsers omgebrachte verzetsheld Aart Alblas. Bij dat pleidooi van de Dordtse dominee Michiel de Zeeuw sluit ik me volmondig aan.
Ik sprak die wens, enkele jaren geleden, zelf óók al eens uit, in een column naar aanleiding van het idee om een straat te vernoemen naar de Dordtse dichter Jan Eijkelboom. Ik gaf destijds aan te hopen dat Jans naambordje op een plek zou komen te hangen die waardiger is dan die van sommige andere Dordtse helden, die er in mijn optiek nogal bekaaid vanaf komen.
Zo moet Kees Buddingh’ het doen met een parkeerplaats achter de bibliotheek en eren we Aart Alblas met een fietsbruggetje op De Staart. Eijkelboom ‘kreeg’ uiteindelijk een steegje naast het Dordrechts Museum, hetgeen, zo benadrukten zijn nabestaanden, helemaal passend is bij het bescheiden karakter van deze dichter, die óók nog eens zielsveel van het museum (én de museumtuin) hield.
Terug nu naar Aart Alblas. Dominee De Zeeuw pleit voor een prominent eerbetoon in de binnenstad voor een van de meest onderscheiden verzetshelden van ons land. Dat zou dan, zo heb ik begrepen, geen straat, maar een plein moeten worden, omdat er (toevallig óók op De Staart) al een Alblasstraat bestaat, vernoemd naar het riviertje De Alblas.
De vraag is dus, waar dan? Je kunt immers niet zomaar een plein hernoemen, want zoiets kost alleen al aan adreswijzigingen handenvol geld, om nog maar te zwijgen van het ongemak dat je de bewoners aandoet.
Ik denk dat ik de oplossing heb: het pleintje tussen het Lindershuis en de Hema is nog naamloos, simpelweg omdat het adrestechnisch deel uitmaakt van het Achterom. Als dit prominente plekje wordt omgedoopt tot Aart Alblasplein is dat een relatief goedkope oplossing, aangezien de bewoners van de appartementencomplexen én de winkels gewoon het adres Achterom kunnen houden.
Dat zou zelfs dit jaar nog gerealiseerd kunnen worden... het liefst op 20 september, precies honderd jaar na de geboortedag van Aart Alblas.