De Blauwbilgorgel van dichter C. Buddingh' viert 75ste verjaardag in Dordrecht en Soest
DORDRECHT - ‘De blauwbilgorgel’, het bekendste vers van dichter C. Buddingh' (1918-1985) viert in het weekeinde van 27 en 28 oktober zijn 75ste verjaardag. In Soest en in Dordrecht is er dan aandacht voor de Dordtse dichter en zijn wellicht bekendste werk.
In het Nationaal Onderwijsmuseum in Dordrecht wordt vrijdag 27 oktober om tien uur een nieuw boek over het verhaal rond ,,De Blauwbilgorgel" gepresenteerd. De voorzitter van het Buddingh' genootschap, Hans Berrevoets, zal het eerste exemplaar overhandigen aan museumdirecteur Tijs van Ruiten. Het genootschap nam het initiatief tot de nieuwste uitgave rond de creatieve nalatenschap van Buddingh' Biograaf Wim Huijser en kunstenares Katinka van Haren zullen daarna in het museum een toelichting geven op Buddingh' activiteiten.
Buddingh' schreef ‘De blauwbilgorgel’ in oktober 1942 in sanatorium Zonnegloren in Soest. Het gedicht maakte de Dordtenaar bekend bij jong en oud. De biograaf van Buddingh', Wim Huijser, heeft de geschiedenis van het zogeheten oergorgelrijm te boek gesteld en in een speciale tijdlijn kan de reis
door de tijd tussen 1942 en 2017 worden gevolgd.
Ik ben de blauwbilgorgel’. Biografie van Buddingh’s oergorgelrijm is een uitgave van Azul Press.
Om in het Onderwijsmuseum het Buddingh'-boek te presenteren is volgens het Buddingh genootschap een logisch plek. ,,Op veel scholen werd het gedicht in de jaren zestig, zeventig en tachtig geleerd en vormde het voor leerlingen de inspiratie om de blauwbilgorgel naar hartenlust te tekenen of om andere wijze te verbeelden. Daarom is het ook mooi dat het onderwijsmuseum nadenkt hoe in 2018 kan worden ingehaakt op de honderdste geboortedag van Buddingh'. Zo gaan onderwijs en (Dordtse) geschiedschrijving ook samen."
Uit het boek ‘Ik ben de blauwbilgorgel’ blijkt dat de tijd in het sanatorium in Soest voor dichter, schrijver en vertaler C. Buddingh’ een ingrijpende periode was in zijn leven. Het machtigste wapen dat de patiënt Buddingh' ter hand nam in het sanatorium waren boeken. Daarnaast was ook bekend dat hij er graag schaakte met bijvoorbeeld de onlangs overleden Dordtenaar Adri van der Willigen (1921-2017).
Buddingh' werd in en na de Tweede Wereldoorlog gedurende ruim vier jaar in sanatorium Zonnegloren in Soest verpleegd. Soest is dat niet vergeten.
In museum Soest wordt op zaterdag 28 oktober een samengestelde tentoonstelling geopend van Buddingh’-biograaf Wim Huijser en de Dordtse kunstenaar Katinka van Haren. Ze toont haar getekende gorgelwezens. Ook die gelegenheid zal het boekje ‘Ik ben de blauwbilgorgel’ aandacht krijgen. Op de plek in Soestduinen waar tot midden jaren 90 het sanatorium heeft gestaan, wordt een plaquette onthuld.
Wim Huijser en Katinka van Haren zijn vrijdagmorgen 27 oktober ook in het Onderwijsmuseum in Dordrecht om meer te vertellen over de activiteiten in Soest.
Het gedicht ‘De blauwbilgorgel’ raakte in het geheugen bij veel mensen verankerd door de eerste strofe: ‘Ik ben de blauwbilgorgel, / Mijn vader was een porgel, / Mijn moeder was een porulan, / Daar komen vreemde kind’ren van. / Raban! Raban! Raban!’ De woorden en zinnen inspireerden kunstenaars en worden ook nog altijd in het onderwijs gebruikt. Behalve ‘De blauwbilgorgel’ schreef Buddingh’ ruim zeventig andere gorgelrijmen. In de uitgave ‘Ik ben de blauwbilgorgel’, waarin Wim Huijser uiteenzet dat het gedicht veel biografischer is dan lange tijd werd aangenomen, staan naast het ‘levensverhaal’ van de blauwbilgorgel ook de Engelse vertalingen die David Colmer in 2015 van een viertal gorgelrijmen maakte en de speciale versie van ‘De blauwbilgorgel’ die Buddingh’ in 1984 speciaal voor Van Dokkums tachtigste verjaardag schreef.
De tentoonstelling in Soest zal bestaan uit handschriften, foto’s, bijzondere uitgaven en litho’s van de graficus Hans van Dokkum. Daarnaast worden de illustraties getoond die Katinka van Haren maakte voor de uitgave Gorgelrijmen & gorgelwezens (2011). Op een dag maakte ze kennis met de lariekoekoek, krillemonus, popokatepee en natuurlijk de blauwbilgorgel. De vervreemdende woorden werden broeinestjes voor de kunstenaar. Uit allerlei technieken en materialen ontstonden wonderbaarlijke schepselen. Het is de bedoeling dat in 2018 de expositie ook naar Dordrecht komt.
Bij parkeerplaats Zonnegloren aan de Soesterbergsestraat onthult wethouder Peter van der Torre van kunst en cultuur op zaterdag 28 oktober om 14 uur de plaquette met daarop de eerste strofe van het gedicht. Om 15.00 uur wordt door hem de tentoonstelling in museum Soest geopend. Katinka van Haren geeft dan een toelichting op haar werk. Wim Huijser zal een korte inleiding houden bij de ontstaansgeschiedenis van Buddingh’s gedicht. Hans Berrevoets zal als voorzitter van het Buddingh' genootschap het woord voeren.
Op zondag 19 november staat een langere lezing gepland in museum Soest. De tentoonstelling duurt tot en met 26 november.