Dordrecht schonk bijna 65 jaar geleden Nieuw-Dordrecht een achtkante muziektent voor een kei

DORDRECHT - In 2020 is het 65 jaar geleden dat er een kei vanuit Drenthe aan Dordrecht werd geschonken.
Aan de Nassauweg tegenover de Pauluskerk kwam het erfgoed van Drenthe te liggen wat stond voor de historische verbintenis tussen Dordrecht en Nieuw-Dordrecht. Daarmee werd duidelijk, dat Dordrecht als stad in 2020 met achtjaar stadsrechten ook ver buiten Dordt was geworteld
De plaats was immers gesticht vanuit Dordrecht, zoals ook op het geheugen van Dordrecht te lezen is. De stad Dordrecht schonk het kleine broertje een achtkante muziektent, aldus de geschiedschrijving over de uitwisseling van geschenken in 1955.
Nieuw-Dordrecht groeide eerst volgens de zogeheten lint benouwing en later na de tweede wereldoorlog ontstond ook een dorpskern.
Tot in 2005 stil werd gestaan bij 150 jaar Nieuw-Dordrecht, inmiddels met iets meer dan tweeduizend zielen een onderdeel van de gemeente Emmen, leek het gedeelde verleden met de oudste stad van Holland niet meer zo belangrijk te zijn.
Dordrecht als naam is te vinden in Zuid-Afrika, op een gevel in Ootmarsum, bij een boerderij in Texel en dus ook onder de rook van Emmen.
(bron Geheugen van Drenthe over Nieuw-Dordrecht)
Dorp in de gemeente Emmen ten zuidoosten van Emmen en ten noordwesten van Klazienaveen. Nieuw-Dordrecht is in 1856 gesticht in de venen, die sinds 1853 in eigendom waren van de Drentsche Veen en Midden Kanaal Maatschappij te Dordrecht.
HAD onderscheidt in 1902-1911 twee nederzettingen, die samen Nieuw-Dordrecht vormden, n.l. Heeren Dordt aan de Heerenstreek (noorden) in west-oostrichting en Vastenow aan de gelijknamige weg (zuiden) min of meer haaks hierop. Ten zuiden resp. oosten ervan ligt het zuidelijkste deel van het Oosterbos.
In Heeren Dordt (Herendord) en Vastenow (Boerendord) vestigden zich in 1855 kleine boeren en arbeiders, die in de streek aardappelen, rogge en zwarte haver verbouwden, weiden hadden en huisbrandturf uit het veen achter hun landerijen haalden. Verder oostwaarts werd boekweit geteeld; deze liep door de vervening rond de eeuwwisseling snel terug.
Tot WO II bleef landbouw het hoofdmiddel van bestaan. Daarna daalde er de werkgelegenheid en werkten veel inwoners van het dorp na de komst van Enka(lon) in 1950 in de textiel-, confectie- en kunststoffenindustrie.
De hervormde kerk is een wit gepleisterde zaalkerk. Ze werd gebouwd in 1874, vermoedelijk naar een ontwerp van H.C. Winters. De geveltoren met tentdak kwam waarschijnlijk tot stand in 1911; de luidklok dateert uit dat jaar.
De achtkante muziektent aan de Oranjedorpstraat werd in 1955 door de stad Dordrecht geschonken ter gelegenheid van het honderdjarig bestaan van Nieuw-Dordrecht.