Grondwater voormalige stortplaatsen onderzocht op PFOA

27 oktober 2016 door Hennie van der Zouw
Grondwater voormalige stortplaatsen onderzocht op PFOA

DRECHTSTEDEN - De gemeente Dordrecht heeft het grondwater onder de voormalige stortplaatsen Crayestein-Oost, Merwedepolder, Polder Stededijk en Transberg onderzocht op perfluoroctaanzuur (PFOA). In al deze voormalige stortplaatsen is in het grondwater lichte tot zeer lichte gehalten PFOA aangetroffen, maar nergens wordt de voorlopige risicogrens voor PFOA in grondwater (248 ug/l) overschreden.

In Dordrecht is een aantal voormalige stortplaatsen waar in het verleden industrieel chemisch afval is gestort, mogelijk ook afkomstig van Dupont/Chemours. Deze bedrijven gebruikten tot 2012 jarenlang de stof PFOA. Voor alle stortplaatsen geldt dat niet bekend is of er in het verleden PFOA-houdend materiaal is gestort, maar gezien de stortperiode en de beperkte registratie destijds kan dit niet worden uitgesloten. Daarom heeft de gemeente de afgelopen maanden het grondwater onder voormalige stortplaatsen waarvoor zij bevoegd gezag is onderzocht op PFAS (perfluorkoolstoffen), een verzameling stoffen waar PFOA ook deel uitmaakt.

Grondwateronderzoek
In Nederland is onderzoek naar PFAS in grond en grondwater nog niet gebruikelijk. Het Ministerie van I&M heeft daarom een landelijke pilot 'Kaderbepaling PFAS' opgezet om te bepalen hoe dit onderzoek het beste kan worden uitgevoerd. Dordrecht doet met vier locaties mee aan deze pilot: Polder Stededijk, de Merwedepolder, Transberg en Crayestein-Oost.

Het bedrijf Arcadis heeft bij Polder Stededijk en Merwedepolder grondwatermonsters genomen. Die zijn geanalyseerd en onderzocht. Ook Crayestein-Oost en Transberg zijn bemonsterd, door respectievelijk Tritium en Tauw. In alle gevallen ligt het aangetroffen gehalte PFOA in het grondwater ver onder de voorlopige risicogrens. Wel wordt de jaargemiddelde bovengrens van de milieukwaliteitsdoelstelling voor PFAS in oppervlaktewater overschreden. Deze doelstelling wordt alom beschouwd als extreem laag, maar moet conform de Kader Richtlijn Water in 2027 bereikt zijn.

Vervolg
Ondanks dat er slechts sprake is van lichte tot zeer lichte overschrijdingen van PFOA in het grondwater wordt er in het Kaderonderzoek PFAS verder onderzoek uitgevoerd naar het duiden van de resultaten. Hierbij wordt ook geprobeerd de herkomst van de aangetroffen PFOA te bepalen. Daarvoor is nog geen eenduidige verklaring. Ook het effect van de bijdrage van lozingen van water met verhoogde gehalten aan PFOA op het oppervlaktewater en op rioolwaterzuiveringsinstallaties komt in het vervolgonderzoek aan de orde.

Provincie
De gemeente is verantwoordelijk voor het beheer van zogeheten ‘oude stortplaatsen’. De provincie Zuid-Holland is verantwoordelijk voor ‘moderne stortplaatsen’: Crayestein-West en Derde Merwedehaven. De beheerders van deze stortplaatsen hebben op verzoek van de provincie ook het grondwater ter plaatse van hun eigen inrichting onderzocht op de aanwezigheid van PFAS. De resultaten van die onderzoeken volgen op korte termijn.

Over de risicogrens
De voorlopige risicogrens van 248 ug/l is in 2014 in opdracht van DuPont/Chemours opgesteld door ENVIRON Netherlands BV naar aanleiding van de bodemverontreiniging op het terrein van Chemours/DuPont. Die waarden zijn bepaald op basis van de Europese methodiek van EFSA. Het Rijk heeft nog geen landelijke interventiewaarde voor PFOA opgesteld. Daarom heeft de gemeente Dordrecht het RIVM opdracht gegeven om lokale risicowaarden voor PFOA op te stellen. In het voorjaar van 2017 komen deze risicowaarden beschikbaar.

De stukken van dit dossier zijn te vinden op het raadsinformatiesysteem.

Meer over:
Cookies

Deze website gebruikt noodzakelijke cookies voor een correcte werking en analytische cookies (geanonimiseerd) om de statistieken van de website bij te houden. Marketing cookies zijn nodig voor laden van externe content, zoals YouTube-video's of widgets van Sociale Media. Zie ons cookiebeleid voor meer informatie, of om je instellingen later aan te passen.