Dordtse Rotterdammer of Rotterdamse Dordtenaar Bouke Ylstra verdient een herontdekking

23 april 2016
Dordtse Rotterdammer of Rotterdamse Dordtenaar Bouke Ylstra verdient een herontdekking

DORDRECHT / ROTTERDAM – Het Dordrechts Museum met een expositie tot 11 september 2016  en het boek HET WERK brengen beeldend kunstenaar Bouke Ylstra (1933-2009) dichterbij.

Zijn verhaal is met Dordrecht en het Kromhout verbonden, maar ook met Rotterdam en zijn atelier en huis in Frankrijk. Toch lijkt het erop, dat Dordrecht hem nog niet helemaal wil herontdekken. Zijn boekwerk HET WERK geeft daar wel alle aanleiding toe.

Bouke Ylstra en Rein Dool behoorden tot de belangrijkste kunstenaars van de twintigste eeuw uit Dordrecht, die door musea al zijn ontdekt. Zij volgen qua geboortetijd pakweg vijftien jaar na de vier zonen van Dordrecht: Otto Dicke, Kees Buddingh’, Aart Alblas en Kors Monster.

In Rotterdamse kringen gaat dat blijkbaar makkelijker om Bouke Ylstra een plek te geven. Daar wordt gesteld: Bouke Ylstra (1933-2009) was een veelzijdig en volgens critici beeldbepalend Nederlands beeldend kunstenaar. Ylstra groeide op in Rotterdam aan de Zaagmolenkade en de Brielselaan. Ondanks het feit dat hij zich op jonge leeftijd vestigde in Dordrecht bleef hij zijn leven lang ‘Rotterdammer’. Het liefst wilde hij in Rotterdam wonen, maar dit werd nooit gerealiseerd. Wel had Ylstra nog een tijd een atelier aan de Oranjeboomstraat in Rotterdam.”

Het klinkt allemaal wel erg Rotterdams, want Bouke en José Ylstra hebben vanaf 1955 ook laten merken bij de Dordtse samenleving te horen en daar meer te doen dat met kunst bezig te zijn.

Ylstra was in 1940 als jongen van zeven jaar getuigen van het bombardement op Rotterdam. Dat heeft een onuitwisbare indruk op hem gemaakt. Hij moest uit de leegte en het zwarte gat van de oorlog inspiratie zien te halen. Hij  weigerde zich, volgens HET WERK, over te geven na de oorlog aan zinloosheid. In wat wordt genoemd het verstikkende geestelijk klimaat van de jaren vijftig van de vorige eeuw, kreeg Bouke geen toestemming van zijn ouders om in 1956 om met zijn José Nicolai te trouwen. Er was geen financiële basis voor in zijn leven, was het argument. Het werd zelfs een onverantwoorde daad genoemd om naar de burgerlijke stand te gaan.

Het paste ook wel bij de tijdgeest van toen, waar een vaste baan een heilig doel was in het land in wederopbouw. Een kunstenaar was een andere categorie. Met de wijsheid van nu wordt de tegenstand van de ouders tegen het huwelijk toen kleinburgerlijke realiteit genoemd waar tegen Bouke een eigen werkelijkheid moest creëren.  Zijn werk in het Dordrechts Museum en het boek HET WERK laten hem in alle veelzijdigheid zien en bleef hij een levenslang doorwerken.

In 1955 werd hij – een jaar voor de kritiek van zijn ouders – direct wel door recensenten ontdekt. Anthoney Bosman was een erkende kunstkenner, die werkte voor het toen grootste dagblad van Nederland het Vrije Volk (HVV). Ook schreef Bosman voor De Dordtenaar. Hij gaf aan dat Bouke Ylstra als kunstenaar in 1955 direcdt een aanwinst kon worden genoemd van het teekengenootschap Pictura aan de Voorstraat. Bosman noemt het werk knappe, persoonlijke uitingen weermee de jonge kunstenaar (22 jaar! Toen) een neerslag van zijn zielenleven geeft en dat in vormgeving.

Tekenaar Jaap Beckman (1914-1992) schreef die tientallen jaren voor het Dordrechts Nieuwsblad en ook Dagblad De Dordtenaar. Hij spreekt in 1955 over een opmerkelijk debuut.  Jaap heeft al ontdekt dat Bouke een Dordtse Rotterdammer kan worden genoemd, die beschikt over een verheugende vitaliteit van iemand die veel van het leven verwacht. Hij wordt dan een artiest van onze tijd genoemd.


Kaart getekend door Jaap Beckmann.

Anno 2016 wordt in HET WERK zeker lovend over het oordeel van Jaap Beckmann geschreven, die een legendarische Dordtenaar was en altijd fietsend vanuit zijn woning in de Vogelbuurt over kwam. Niet alleen door schrijven over kunst was Jaap Beckmann. Zijn tekeningen over plannen met de stad waren legendarisch en ook zijn strijd tegen het later lek geschoten gemeentelijk saneringsplan en sloopplan van de binnenstad uit 1962. Jaap beoordeelde Bouke kosmopolitisch.

Dat staat lijnrecht tegenover het benepen provincialisme dat toen de sfeer in Nederland dicteerde. Dordrecht leert nu via boek en expositie Bouke weer kennen. In het verleden was ook lange tijd galerie WITT van Hans van Rhijn zijn vaste expositieplek.

De vraag is of zestig jaar nadat Dordrecht voor de eerste keer kon kennis maken met HET WERK van Bouke Ylstra of er ooit nog eens een straat, plein of brug naar hem wordt genoemd.

Gerelateerde wijken:
Gerelateerde straten:
Meer over:
Cookies

Deze website gebruikt noodzakelijke cookies voor een correcte werking en analytische cookies (geanonimiseerd) om de statistieken van de website bij te houden. Marketing cookies zijn nodig voor laden van externe content, zoals YouTube-video's of widgets van Sociale Media. Zie ons cookiebeleid voor meer informatie, of om je instellingen later aan te passen.