Eerste deel van Dupont en het RIVM onderzoek naar PFOA en de schadelijkheid ervan (Artikel Nathaniel Rich - eerste deel)

25 januari 2016 door Hennie van der Zouw
Eerste deel van Dupont en het RIVM onderzoek naar PFOA en de schadelijkheid ervan (Artikel Nathaniel Rich - eerste deel)

DORDRECHT - Van mevrouw Eline van den Boogaard ontvingen we een heel uitgebreid stuk over Dupont en het RIVM onderzoek naar PFOA en de schadelijkheid hiervan. Voor alle duidelijkheid en om het overzicht een beetje te bewaren hebben we deze informatie in drie delen gesplitst, welke we voor de volledigheid wel achter elkaar publiceren. Hier volgt deel I.

Deel I (Artikel Nathaniel Rich deel I)
Van de Dordtse oud-politica Eline van den Boogaard ontvingen we de volgende informatie. Laten we het haar zelf even laten introduceren.
Eline van den Boogaard: “Begin januari verscheen in The New York Times Magazine een artikel van Nathaniel Rich over Dupont en PFOA in de Verenigde Staten. Op dit moment doet het RIVM onderzoek naar PFOA en de schadelijkheid hiervan voor de gezondheid. Ik woon in Dordrecht, waar het Nederlandse fabriekscomplex van Dupont staat en ik ben zeer ongerust. Het lezen van Rich’s artikel heeft dat alleen maar versterkt. Ik heb het artikel vertaald - het is een uitgebreide samenvatting geworden - en ik deel het bij deze met u, in de hoop dat de inzichten die erin staan breed toegankelijk zullen worden voor veel mensen. Het lijkt er op dat dit alles een groter gebied dan alleen Dordrecht en omgeving aangaat. Lees het alstublieft en oordeel zelf.”

In haar intro doet mevrouw van den Boogaard ook een oproep aan lezers, overheid en mediamakers: “Terwijl ik aan het vertalen was, rezen vele vragen en daarom heb ik die in een separaat document opgeschreven. Ik verstuur de beide stukken ook aan de overheden en onderzoekers. Wilt u alstublieft meehelpen om deze vragen beantwoord te krijgen? Het is van belang dat mensen zich in deze zaak verdiepen. Alleen dan zijn de resultaten van het RIVM onderzoek in de juiste context te beoordelen.”

Hier volgt een door mevrouw van den Boogaard gemaakte, uitgebreide samenvatting van het artikel van Nathaniel Rich:

De advocaat die Duponts grootste nachtmerrie werd
(Dit is een uitgebreide samenvatting van het artikel dat 6 januari 2016 in The New York Times Magazine verscheen. The New York Times is een prestigieus Amerikaans dagblad. Ik heb deze Nederlandse samenvatting gemaakt, omdat het artikel veel inzichten bevat over PFOA en de omgang van Dupont met PFOA; inzichten die een breed publiek tot zich moet kunnen nemen.

In mijn woonplaats Dordrecht staat ook een fabriek van Dupont. Deze werkte tot september 2012 met PFOA en tot op heden met een alternatief. Het RIVM doet momenteel onderzoek naar de effecten van PFOA op de gezondheid. – Eline van den Boogaard)

Dit is het verhaal van Rob Bilott, een milieurechtadvocaat die tot 1998 vooral voor grote bedrijven, waaronder Dupont, heeft gewerkt. Dan wordt hij op een dag gebeld door Wilbur Tennant uit Parkersburg, West-Virginia. Tennant zegt dat zijn koeien massaal sterven en dat de chemische fabriek van Dupont hier de oorzaak van is. Omdat Tennant via via een beroep doet op Bilott, wiens oma bevriend was met de buren van Tennant, Bilott is daar zelfs in zijn jonge jaren geweest, gaat Bilott akkoord met een gesprek over deze voor hem hoogst ongebruikelijke zaak. Voor Tennant, die in Parkersburg overal waar hij om hulp aanklopte is weggestuurd, is het heel wat. Hij rijdt samen met zijn vrouw een week later naar het advocatenkantoor Taft Stettinius & Hollister (Taft) in Cincinnati, Ohio om de dozen vol bewijsmateriaal die hij zelf verzamelde aan Bilott te tonen. De adjunct-directeur Terp is ook bij het gesprek aanwezig.

Tennant vertelt hoe hij al sinds zijn jeugd samen met zijn broers en zussen een veebedrijf runt. Zijn broer Jim verkocht begin jaren ’80 een deel van zijn land aan Dupont. Jim werkte toen zelf als arbeider in de Washington Works fabriek van Dupont en had het geld nodig, omdat hij al jaren last had van mysterieuze gezondheidsklachten. Dupont maakte van dit stuk land een afvalstortplaats en noemde deze Dry Run Landfill, naar het riviertje dat er doorheen loopt. Dit riviertje stroomt verder door de weide waar de koeien van de Tennants grazen. Al snel na de verkoop vertonen de koeien afwijkend gedrag; waar ze eerst gedwee waren vallen ze nu bekenden aan als die naderen. Tennant laat videobeelden zien van opgehoopt schuim in het riviertje. Bij deze gebeurtenis hebben we twee dode herten en 2 koeien gevonden die bloedden uit hun neuzen en monden, vertelt hij. Op de videobeelden zijn een pijp te zien die groen water met bubbels loost en koeien met allerlei aandoeningen.

Bilott besluit de zaak aan te nemen. Taft komt daarmee in een ongebruikelijke positie, in plaats van chemiebedrijven te vertegenwoordigen – hun corebusiness – klaagt het advocatenkantoor er nu één aan. Adjunct-directeur Terp blijft achter Bilott staan, omdat hij meent dat zij door de ervaring van deze zaak betere advocaten zullen worden. Ze besluiten hulp te zoeken bij een advocaat uit West-Virginia, Larry Winter, die ook jaren via een advocatenkantoor voor Dupont werkte, maar inmiddels een zelfstandig advocaat met een specialisatie in letselschade is.

In de zomer van 1999 begint Bilott een rechtszaak tegen Dupont. In reactie daarop geven Dupont en de United States Environmental Protection Agency (EPA, het federale milieuagentschap) opdracht tot een gezamenlijk onderzoek. De uitkomst van dit onderzoek is een rapport, dat de oorzaak van de gezondheidsproblemen van het vee niet bij Dupont legt, maar bij de Tennants zelf; zij zouden zich aan wanbeheer schuldig hebben gemaakt.

Bilott gaat door met het voorbereiden van de rechtszaak, maar intussen worden de Tennants buitengesloten; veel mensen uit de gemeenschap van Parkersburg praten niet meer met hen.

Bilott stuit in een brief van Dupont aan de EPA op de voor hem onbekende term ‘PFOA’. Na enig zoekwerk ontdekt hij dat het een benaming is van perfluoroctaanzuur. Dupont weigert zijn verzoek om meer informatie over deze stof te krijgen. In het najaar van 2000 krijgt Bilott via de rechter toegang tot meer dan 100.000 bladzijden uit de archieven van Dupont. Bij het onderzoek hiervan wordt hem duidelijk dat Dupont al lang wist dat het om een – op z’n zachts gezegd - schadelijk goedje ging. Het bewijsmateriaal is zo enorm belastend, dat Bilott vermoedt dat Dupont helemaal niet begrijpt wat ze hem hebben gegeven. Hij vindt het volgende:

Dupont begint in 1951 met de inkoop van PFOA van 3M, de uitvinder van de stof. 3M geeft Dupont advies over de afvalverwerking: verbranden of naar een faciliteit voor chemisch afval. Dupont neemt in haar interne regels op dat PFOA niet in het riool of oppervlaktewater geloosd mag worden. In de decennia die volgen blijkt de regel een dode letter; Dupont loost meer dan 100.000 kg PFOA poeder in de Ohio rivier en stort 7100 ton met PFOA doorregen slik in afvalputten, waar de stof zich in de grond verspreidt en in het grondwater terecht komt. Uit dit grondwater wordt drinkwater voor meer dan 100.000 mensen gewonnen.

Verder komt Bilott erachter dat Dupont en 3M al meer dan 40 jaar, in het geheim, medische studies doen naar de effecten van PFOA. De onderzoeksresultaten omvatten onder meer:

• 1961 - PFOA kan de lever vergroten bij ratten en konijnen (’62 zelfde bij honden)
• De chemische structuur ervan maakt PFOA zodanig bestand tegen afbraak dat het griezelig is
• PFOA bindt zich aan eiwitten in het bloed, die door elk orgaan van het lichaam circuleren.
• Jaren 70 - Dupont ontdekt dat arbeiders van de Washington Works fabriek hoge concentraties PFOA in hun bloed hebben
• 1981 – 3M ontdekt dat inname van PFOA leidt tot geboorteafwijkingen bij ratten. Dupont test daarna de kinderen van zwangere employees; van de 7 geboren baby’s hadden er 2 een oogafwijking
• 1984 Dupont constateert dat stof uit de fabrieksschoorstenen neerslaat in de omgeving en dat PFOA aanwezig is in de lokale watervoorraad
• 1991: Onderzoekers van Dupont stellen een interne veiligheidsnorm vast voor de concentratie van PFOA in drinkwater; 1 deel per miljard (part per billion = p.p.b.). In datzelfde jaar ontdekt Dupont dat in één van de waterdistricten het concentratieniveau 3 keer zo hoog is
• Jaren 90: Studies van Dupont tonen aan dat PFOA diverse soorten kanker kan veroorzaken

In 1993 vindt Dupont een alternatief voor PFOA. Het lijkt minder giftig en verdwijnt sneller uit het lichaam. Toch besluit het bedrijf, om financiële redenen, niet over te gaan op dit alternatief.

De cruciale ontdekking voor de Tennant-rechtszaak is dat Dupont eind jaren ’80 zo bezorgd is over de gezondheidseffecten van PFOA, dat het bedrijf de 7100 ton met PFOA doorregen slik wil verplaatsen en daarvoor het van Jim Tennant aangekochte land gebruikt. Dupont wist dat de stortplaats lekte naar het naastgelegen land van de Tennants, hun tests kwamen uit op bijzonder hoge concentraties PFOA in het water van de Dry Run Creek, maar ze vertelden de Tennants hier niets over.

In augustus 2000 belt Bilott met de advocaat van Dupont en hij zegt dat hij alles weet. Er komt een schikking met de Tennants en dat had het einde van het verhaal kunnen zijn, maar Bilott is niet tevreden. Hij is geagiteerd. Dupont heeft willens en wetens schadelijke stoffen geloosd en de feiten verhuld. Bovendien vraagt hij zich af welke effecten PFOA al die jaren heeft gehad op de gezondheid van de mensen in de regio.

Bilott zet alle feiten op papier; dit resulteert in een brief van 972 bladzijden, inclusief 136 aangehechte bewijsstukken. Hij stuurt de brief met een eis om tot onmiddellijke actie over te gaan in maart 2001 naar alle relevante autoriteiten. Dupont probeert Bilott nog via de rechter te muilkorven, en zo te voorkomen dat hij de van Dupont verkregen informatie aan de overheden mag overhandigen, maar dit mislukt. De EPA beschuldigt Dupont van het achterhouden van informatie over de schadelijkheid van PFOA en de aanwezigheid ervan in het milieu. In 2005 komen ze tot een schikking van $ 16,5 miljoen (minder dan 2% van de winst van het bedrijf dat jaar). Bilott heeft nooit meer een chemisch bedrijf vertegenwoordigd.

Tot zover het eerste deel van deze informatie, verstrekt door mevrouw Eline van den Boogaard.

Klik hier voor deel II.

Meer over:
Cookies

Deze website gebruikt noodzakelijke cookies voor een correcte werking en analytische cookies (geanonimiseerd) om de statistieken van de website bij te houden. Marketing cookies zijn nodig voor laden van externe content, zoals YouTube-video's of widgets van Sociale Media. Zie ons cookiebeleid voor meer informatie, of om je instellingen later aan te passen.