De bouw van het Japanse vlaggenschip Kaiyo Maru in Dordrecht (deel I)

05 april 2015
De bouw van het Japanse vlaggenschip Kaiyo Maru in Dordrecht (deel I)

DORDRECHT - Dit jaar is het 150 jaar geleden dat er in Dordrecht een voor die tijd modern houten 'schroef-stoom-oorlogschip' werd gebouwd voor Japan. In een drietal artikelen, zal de aan de Leidse Universiteit afgestudeerde Dordtse historicus Erik Rovers, terugkijken op de tijd waarin dit oorlogschip in Dordrecht werd gebouwd.

Algemene inleiding: De Scheepvaartenquête
In de periode 1850-1873 raakte de Nederlandse koopvaardijvloot in verval. Als reactie op deze zorgwekkende ontwikkeling sloeg in Den Haag een zestal Kamerleden alarm. Onder leiding van Johannes Tak van Poortvliet dienden zij bij de Tweede Kamer een voorstel in tot het houden van een parlementaire enquête, de Scheepvaartenquête.

Dit onderzoek had drie doelen. Ze moest allereerst de situatie van de Nederlandse koopvaardijvloot en haar bemanning in kaart brengen. Daarnaast moest zij de oorzaken van het verval benoemen en tot slot oplossingen bieden om de toestand van de vloot te verbeteren. Het voorstel werd met een ruime meerderheid aangenomen. Dit gebeurde op 5 maart 1874.

Een jaar later was het onderzoek afgerond en presenteerde de enquêtecommissie haar bevindingen. Het wekt wellicht geen verbazing dat deze bevindingen niet  positief waren. De Nederlandse vloot, die voor een groot deel nog uit zeilschepen bestond, was verouderd en kon hierdoor niet meer concurreren met het buitenland.

De stoomvaart stond in Nederland namelijk nog in de kinderschoenen. Maar er was veel meer mis. De Nederlandse scheepsbouw vertoonde ''een droevig beeld'' , het aantal Nederlandse rederijen was in rap tempo afgenomen, havens en vaarwegen waren in slechte staat en het Nederlands maritiem onderwijs was te kleinschalig en onprofessioneel. Ons land was kortweg gezegd nog niet voorbereid op de moderne eisen van de maritieme wereld, aldus de parlementaire enquêtecommissie.
  
Maar was de situatie werkelijk zo zwart-wit? Of waren er in maritiem Nederland ook positieve ontwikkelingen zichtbaar tussen 1850 en 1873? Om het negatieve beeld van de Scheepvaartenquête te nuanceren focus ik mij in deze paper op de Dordtse negentiende eeuwse scheepsbouw, en de bouw van het Japanse oorlogsschip de Kaiyo Maru in het bijzonder.

Deze casus toont in mijn ogen namelijk aan dat het nog niet zo slecht gesteld was met de Nederlandse scheepsbouw, met de regio Dordrecht in het bijzonder.

Om de bouw van dit schip op een juiste manier te kunnen duiden, is het in mijn ogen noodzakelijk een voorgeschiedenis te schetsen. Deze voorgeschiedenis bestaat uit twee delen.

Ik behandel eerst in vogelvlucht de negentiende eeuwse geschiedenis van Japan, vanaf 1853 tot omstreeks 1861.

Daarna ga ik in op de Dordtse scheepsbouw in diezelfde eeuw. Vervolgens laat ik Japan en Dordrecht samensmelten in de geschiedenis van de Kaiyo Maru. Op chronologische wijze geef ik de belangrijkste gebeurtenissen en ontwikkelingen neer die hebben geleid tot de bouw van dit schip. Ik sluit af met een korte epiloog.

De opening van een gesloten samenleving
Japan was eeuwenlang een gesloten maatschappij. Alleen de VOC mocht vanaf het kunstmatige eiland Deshima handel drijven met de Japanse keizer. Maar gaandeweg de negentiende eeuw kwam deze geslotenheid meer en meer onder druk te staan. Het waren uiteindelijk de Amerikanen die Japan dwongen haar grenzen voor de westerse wereld te openen.

Nadat commodore Matthew Perry in 1853 met een aantal oorlogsschepen de haven van Edo (het huidige Tokyo) binnenvoer, ging men overstag. Deze tactiek van Perry werd later de gunboat diplomacy genoemd. Er werden twee Japanse havens geopend voor de handel en in de jaren erna zouden er nog een aantal volgen.
 
Aanvankelijk leidde dit tot gewelddadige reacties van de samoerai. Deze krijgers vormden van oudsher de adel van Japan. Als reactie op de groeiende buitenlandse invloed zij tal van aanslagen op kooplieden en diplomaten. Deze periode van terreur duurde van 1858 tot 1863. De westerse mogendheden sloegen hierop keihard terug.

Een gecombineerde vloot van Amerikaanse, Britse, Nederlandse en Franse oorlogsschepen vernietigden een groot aantal Japanse forten en tastten hiermee de prestige van de Japanse keizer verder aan.

Vanaf dit ogenblik zagen de Japanners in dat het roer radicaal om moest. Men besefte dat de westerse beschaving in industrieel en militair opzicht superieur was aan die van Japan. De Japanse maatschappij werd stap voor stap naar westers model hervormd.

Het oude feodale stelsel werd afgeschaft en er ontstond een eenheidsstaat, met Tokyo als regeringszetel. Er kwam sociale gelijkheid en reizen naar het buitenland, wat voorheen als een zwaar misdrijf werd gezien, was voortaan legaal.

Japan begon met de aanleg van spoorlijnen en er werden moderne fabrieken gebouwd. Ook het leger en marine werden op westerse leest gestoeld. De kennis die hiervoor nodig was werd vanuit de westerse wereld geïmporteerd.

Zo arriveerde er in 1863 een Japans gezelschap in Nederland, bestaande uit marine-officieren (waaronder twee artsen), twee onderofficieren, technici en andere ambachtslieden.

De artsen gingen in Amsterdam studeren. De technici liepen stage op verschillende Leidse werkplaatsen en in fabrieken. Tezamen met de officieren en onderofficieren kwamen zij in Dordrecht terecht. Hiermee begon de connectie tussen Dordrecht en Japan, waarop ik in de komende twee delen verder zal ingaan.''

Auteur: Erik Rovers.

Middelste foto: Kaiyo Maru, in 1865 gebouwd op de werf van C.Gips en Zonen.
Onderste foto: Het van stapel loopen van de Kaijoo op de werf der heeren Gips & zn. te Dordrecht; Tekening op hout van J.C. Geire Jr.

 

 

Meer over:
Cookies

Deze website gebruikt noodzakelijke cookies voor een correcte werking en analytische cookies (geanonimiseerd) om de statistieken van de website bij te houden. Marketing cookies zijn nodig voor laden van externe content, zoals YouTube-video's of widgets van Sociale Media. Zie ons cookiebeleid voor meer informatie, of om je instellingen later aan te passen.