Plan voor regionaal werkend noodhulpbureau

26 november 2014
Plan voor regionaal werkend noodhulpbureau

DRECHTSTREEK – Wethouder Bert vd Burgt geeft vandaag in AD De Dordtenaar nog geen reactie op het plan om te komen tot de stichting van een (regionaal) noodfonds. Dat zou zich moeten richten op noden in Dordrecht, Zwijndrecht, Hendrik Ido Ambacht, Alblasserdam, Papendrecht en Sliedrecht. Dordtenaar Van de Burgt reageert als voorzitter van het overleg van de zes wethouders van sociale zaken in de regio. De bestuurders komen elkaar tegen omdat zij samen één sociale dienst hebben. Zij zijn vooraf gekend in het onderzoek naar sociale noden in de Drechtsteden en willen over het resultaat van gedachte wisselen.

,,Bureau schiet te hulp bij acute geldnood. Jaarlijks zo’n 1400 huishoudens in de problemen”,  zijn de koppen boven het verhaal op pagina 1 van het regionaal katern van Ad De Dordtenaar.  ,,Naïef te denken dat noodhulp niet nodig is”,  zo luidt de kop van het vervolgverhaal van Richard Clevers op pagina 3 van de krant.

Inmiddels zijn er in Nederland al negentien noodhulpbureaus gekomen of terug gekeerd. Daarbij zijn circa 65 gemeentes betrokken. In de provincie Friesland werken zelfs alle gemeentes  mee via één noodhulpbureau. In alle gevallen is het gebaseerd op samenwerking met het maatschappelijk  middenveld, dat via donaties het fonds gevuld houdt. De zogeheten bureaukosten worden vaak door de gemeentes gegarandeerd. Andries de Jong, die namens de landelijke stichting Fonds urgente noden (SUN) het onderzoek deed, heeft volgens de krant becijferd dat de bureau kosten  cira twee dubbeltjes per inwoner zijn.

Hij zegt dat er natuurlijk regelingen  zijn, maar als iemand in het water ligt, kijk je niet naar de schuldvraag, maar haal je die persoon er eerst uit.

Mensen kunnen niet direct een beroep doen op het noodhulp, maar via professionele hulpverleners, zodat het directer een begin kan zijn van werken aan nieuw perspectief.

 

(inleiding rapport van de stichting urgente noden/SUN)

Introductie: Naar een samenwerkingsorganisatie voor noodhulp?
Op verzoek van het ‘Platform tegen armoede in de Drechtsteden’ en na overleg met de voorzitter van het Wethouders overleg Sociaal Drechtsteden en wethouder van Sociale Zaken in Dordrecht de heer E. van de Burgt, de Sociale Dienst Drechtsteden en Fonds DBL in Rotterdam is een verkenning uitgevoerd naar nut en wenselijkheid van een samenwerkingsorganisatie voor urgente individuele noden in de Drechtsteden.

De verkenning is gebaseerd op een werkvoorstel van 2 december 2013 aan het Platform tegen Armoede en is financieel mogelijk gemaakt door een bijdrage van in het bijzonder de Stichting Adessium, het Ministerie van Sociale Zaken en de Sociale Dienst Drechtsteden.

Gedurende de gehele periode van verkenning was sprake van een brede bereidheid bij alle gesprekspartners om aan de verkenning bij te dragen. In de Drechtsteden zijn vele partijen proactief ten aanzien van vraagstukken die samenhangen met sociale kwetsbaarheid van burgers en de bereidheid om dit zo mogelijk “Drechtsteden breed” te doen is er.

Kernfunctie noodhulpbureau.
Deze verkenning heeft een scherpe focus. Het betreft de vraag naar nut en wenselijkheid van een onafhankelijk noodhulpbureau, waarop (professionele) dienst-/hulpverleners voor hun cliënten zonder veel omhaal een beroep kunnen doen voor, in principe eenmalige financiële (nood) hulp.

De centrale doelstelling van een noodhulpbureau is te ‘voorzien in urgente materiële noden van individuen voor zover niet (voldoende) of niet tijdig een beroep kan worden gedaan op wettelijke voorliggende voorzieningen.’ Het te bereiken effect: noodzakelijk geachte hulp blijft niet van toeval afhankelijk. De peilers onder zo’n centraal adres worden gevormd door de overheid, dienst-/hulpverleningsveld, fondsen, kerken/donateurs en maatschappelijke organisaties. Een publiek-private samenwerking derhalve.

SUNNederland als opdrachtnemer van deze verkenning is de opvolger van het Nationaal Fonds Bijzondere Noden (NFBN). Sinds tien jaar wordt op initiatief van vermogensfondsen en op initiatief van de leden van het Landelijk Beraad van noodhulpbureaus de (her) ontwikkeling van samenwerkingsorganisaties voor individuele noodhulp gestimuleerd. De ervaringen van de thans 19 lokale/regionale noodhulpbureaus voor een 65tal gemeenten worden daarbij benut. Noodhulp wordt gezien als een tegengif tegen moedeloosheid, zodat ook de eigen kracht weer gevonden kan worden.

Historische wortels
Het gaat ook in de Drechtsteden niet om een volstrekt nieuw fenomeen. Vooral tussen 1914 en 1967 bestond lokaal, provinciaal en landelijk brede samenwerking tussen overheid en civil society om in steuncomités (Koninklijk Nationaal Steuncomité 1914), Crisiscomités (Nationaal Crisis Comité 1931) en Comités of Commissies voor Bijzondere Noden in te springen bij urgente individuele noden of bijzondere omstandigheden.

Zo was er in Dordrecht, maar ook in Sliedrecht, Alblasserdam, Papendrecht, Hendrik Ido Ambacht en Zwijndrecht in de jaren dertig een plaatselijk Crisiscomité en vervolgens een Commissie van samenwerking voor Bijzondere Noden actief.

(het definitieve rapport wordt binnenkort aangeboden aan de gemeentes door het Platform Armoede dat vanaf begin december 2013 instemde met een eerste voorstel van SUN en zodoende de opdracht gever werd van het onderzoek naar nut en noodzaak van een bureau).


Het percentage huishoudens met een zeer laag inkomen ligt in Dordrecht met 17 % boven
het landelijk gemiddelde gevolgd door Zwijndrecht. Alblasserdam, Papendrecht en
Sliedrecht met percentages tussen 11 en 12 %. In Hendrik Ido Ambacht gaat het om 9,2 % .
Als we een indicatie willen hebben waar de kwetsbaarheid in omvang zich concentreert, dan
kan worden gekeken naar de uitkeringen in het kader van de Wet Werk en Bijstand (WWB)
(per 1 januari 2015 Participatiewet) per 1000 inwoners. Per gemeente is het aantal
bijstandsuitkeringen per 1000 inwoners:
* Alblasserdam 28 /1000
* Dordrecht 55/1000: hoogste
* H-I-Ambacht 31/1000
* Papendrechtl 34/1000
* Sliedrecht 24/1000 laagste
* Zwijndrecht 40/1000
Wie lopen het meeste risico?
De ervaring van noodhulpbureaus is, dat de meest kwetsbare mensen, die in urgente nood
terecht komen gevonden worden bij:
* alleenstaande moeders met kinderen
* jongeren tot 23 jaar en jong gehandicapten
* chronisch zieken en gehandicapten
* alleenstaande ouderen jonger dan 65 jaar
* ouderen met alleen een AOW – uitkering
* kleine zelfstandigen zonder personeel
Het gaat dan vooral om mensen met een lage opleiding en een laag inkomen en onder hen
vooral allochtonen. Deze ervaringen komen overeen met de resultaten van onderzoek van
het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) naar zeer kwetsbare groepen.

 

Meer over:
Cookies

Deze website gebruikt noodzakelijke cookies voor een correcte werking en analytische cookies (geanonimiseerd) om de statistieken van de website bij te houden. Marketing cookies zijn nodig voor laden van externe content, zoals YouTube-video's of widgets van Sociale Media. Zie ons cookiebeleid voor meer informatie, of om je instellingen later aan te passen.