Dordrecht debatteert over Hof van Nederland, maar ,,Nederland ontdek je in Delft"

20 november 2014
Dordrecht debatteert over Hof van Nederland, maar ,,Nederland ontdek je in Delft"

DORDRECHT – De naam Hof van Nederland voor het museum in het Hof van Dordrecht ligt onder vuur. De columnisten Kees Thies (AD De Dordtenaar) en Kronkelaar (Dordt Centraal) bepleiten de naam het Hof van Holland.

Herman A. van Duinen vindt dat het Hof in Dordrecht juist moet worden genoemd naar de eerste functie: Het was immers tussen  1275 en 1572 een Augustijnenklooster.

In Delft maakt het (gemeente) museum Prinsenhof, dat in mei 2014 werd heropend, juist ook de koppeling met Nederland.  Holland is als naam niet van betekenis voor de werving van bezoekers, maar gaat het om hoe Delft en Deltenaren met creativiteit, innovatie en een slimme handelsgeest hebben bijgedragen aan de ontwikkeling van Nederland.

Het museum in Delft was ook - net als het Hof in Dordt - tot 1572 een klooster, maar dat was geen reden in Delft om in de geest van Dordtenaar Herman A., van Duinen een naam te nemen die het klooster symboiliseert.

12 november

De gemeente Dordrecht heeft volgens het eigen informatiesysteem op 12 november voor de eerste keer de naam Hof van Nederland zonder toelichting bekend gemaakt.

In het gemeentenieuws van 19 november in de Stem wordt de naam Hof van Nederland herhaald.. Tegenstanders – waaronder Cor van Verk – zeggen dat Nederland als naam pas vanaf 1814 bestond toen het land een Koninkrijk werd.

In de Stem van Dordt van 19 november vindt wethouder Piet Sleeking het van belang dat het Hof van Nederland voor toeristen van buiten het startpunt kan zijn om Dordrecht te ontdekken. Hij laat in de weekkrant weten: ,,De geschiedenis van Nederland komt straks uitgebreid naar voren. Op deze plek werd de basis gelegd van de Nederlandse Staat. Iedereen weet dat dit is gebeurd met de eerste Vrije Statenvergadering van 19 tot en met 23 juli 1572.  Als Dordtenaren zijn we daar trots op en we gaan dat ook tonen. Elke centimeter van het Hof wordt benut om de geschiedenis met alle bezoekers te delen.”

Op internet komt de naam Hof van Holland vaak voor. Hof van Nederland heeft weinig hits. Het is markant hoe het nieuwe Museum Prinsenhof Delft zich neerzet in een folder. ,,Nederland ontdekt in Delft” zo luidt de wervende titel.

Delft

Op allerlei manieren wordt door Delft, zonder verweer vanuit de eigen bevolking volgens gegevens uit zoekmachine google, de ontdekking van Nederland in Delft verkocht. Het sleuteljaar is 1584. Toen werd Prins Willem van Oranje, de vader des vaderlands, in het Prinsenhof vermoord. Het Museum Prinsenhof wordt als voormalig Hof van Willem van Oranje, als monumentaal gebouw en als plek om de Nederlandse geschiedenis te beleven aan geprezen in een folder. ,,Ervaar wat de Vader des Vaderlands ook nu nog voor ons land betekent”.

Net als in een eerdere presentatie in een museum in Alkmaar valt er weinig Dordts in het museum van Delft te ontdekken. In algemene zin wordt in filmbeelden opgemerkt dat Hollandse en Zeeuwse steden in 1572 de zijde kozen van Prins Wilklem van Oranje. De eerste Statenvergadering in Dordrecht wordt niet opgemerkt.  In de ruimte waar alle portretten te zien zijn van de Oranjes vanaf Willem van Oranje tot een Koning Willem-Alexander wordt Dordrecht één keer genoemd:

Eén onderdaan was in 2013 namens Dordrecht bij de inhuldiging van de Koning in Amsterdam. Zijn portret hangt  tussen 150 foto’s aan de wand met de Koning als middelpunt.

Elders in het museum lijkt de Nederlandse of Hollandse geschiedenis in Dordrecht in Delft alleen maar lege bladzijden op te leveren.

(tekst van site Museum Prinsenhof Delft):

Museum Prinsenhof Delft is meer dan een gebouw met een museale functie, het gebouw zelf is geschiedenis. Het is een monument van nationale betekenis. In het Prinsenhof in Delft vond één van de meest dramatische gebeurtenissen uit de Nederlandse geschiedenis plaats: de moord op Willem van Oranje in 1584. De kogelgaten zitten nog altijd als stille getuigen in de muur…..

De bouw en bewoningsgeschiedenis van het Prinsenhof gaat terug tot begin 1400. Op 30 april 1403 kreeg een aantal gebouwen in Delft de status van nonnenklooster. Het klooster werd vernoemd naar Agatha, de dochter van Alijd Buser, de eerste mater. St. Agatha was tevens de patrones over de weeftechniek. Spinnen en weven werd daarom ook een van de inkomstenbronnen van het klooster.

Het Agathaklooster groeide voorspoedig in de vijftiende eeuw. Het welvarende klooster trok vrouwen aan uit vooraanstaande families. Hun toetreding deed de rijkdom verder toenemen. Het werd een zeer voornaam klooster in Holland, dat in zijn gastenverblijf vele belangrijke gasten ontving.

De rijkdom van de Katholieke Kerk, waarvan ook het Agathaklooster een voorbeeld was, leidde tot steeds meer protest en roep om hervormingen. In 1566 brak de Beeldenstorm uit, waarbij hervormingsgezinden zich met geweld keerden tegen de rijkdom van kerken en kloosters. Het Agathaklooster was echter goed beschermd en bleef gespaard. Kort hierop brak de Opstand uit.

Toen Delft in 1572 in handen kwam van de opstandelingen, werd het klooster geconfisqueerd door de Staten van Holland. Willem van Oranje, inmiddels leider van de Opstand, komt in Delft wonen omdat de stad een veilige, ommuurde plek is. Het Prinsenhof is een geschikt woon- en werkcomplex met een Gastenkwartier, waar de stad vaak hoge gasten ontvangt.

De smalle wenteltrappen in het kloostergebouw zijn niet geschikt voor een Prins en zijn gevolg en voor hem is een nieuwe, bredere ‘staatsietrap' aangelegd. Zijn woon- en slaapverblijf bevindt zich op de verdieping, op de hoek van de Oude Delft waar hij het uitkijkt op de Oude Kerk.

Nadat Willem van Oranje in 1584 op de bovengenoemde trap is vermoord vertrekt zijn weduwe, Louise de Coligny uit Delft en geeft zij het gebouw terug aan het stadsbestuur.

Prent van moord in de halNet als andere kloosters werd het grote complex van het voormalige St. Agathaconvent voor meerdere doelen gebruikt, zoals bedrijfsruimte, pakhuis of woning.

Daarnaast hield het voormalige Prinsenhof nog lang de functie van logement, onder andere van familieleden van de stadhouder. Ook waren er nog steeds voormalige nonnen op het kloosterterrein aanwezig.

Zij mochten in de gebouwen aan de zuidzijde van het huidige St. Agathaplein blijven wonen, zij het niet als kloostergemeenschap. De laatste non sterft in 1640.

In het Prinsenhof zelf stonden veel ruimten leeg na het vertrek van het stadhouderlijk hof. In de 17e eeuw zocht het stadsbestuur zoveel mogelijk nuttige bestemmingen, zoals een lakenhal, woningen, pakhuizen en een looikamer.

Het stadsbestuur gebruikte de voormalige eetzaal als ontvangstzaal, ‘de grote zaal’. In 1668 kreeg Leonard Bramer opdracht om hier een plafondschildering aan te brengen.

In de 18e eeuw werd deze zaal een aantal jaren als repetitieruimte in gebruik gegeven aan het Delftse ‘Collegium Musicum’. Ook voor andere verenigingen en feestelijke of formele bestemmingen gaf het stadsbestuur de zaal regelmatig in gebruik.

De Hemelvaart van Christus

In 1776 werd de Latijnse School geopend in het Prinsenhof. Vanaf 1795 vonden er regelmatig verhuizingen plaats omdat militairen steeds meer delen van het gebouw vorderden en in 1807 verliet de Latijnse School Het Prinsenhof. Steeds meer vertrekken van het Prinsenhof werden ingezet voor militaire doeleinden.

Langzaamaan groeit echter het besef dat Het Prinsenhof gezien moet worden als een nationaal monument en dat het gebouwencomplex als kazerne op een minder waardige wijze wordt gebruikt. Soldatenschoenen verslijten de treden van de ‘staatietrap’ die ooit speciaal voor Willem van Oranje is aangelegd.

Rond 1900 begonnen de militairen het Prinsenhof te verlaten en kwamen de ruimten stuk voor stuk weer vrij voor Het Prinsenhof. Al eerder, in 1884, werd ter herdenking van de 300ste sterfdag van Prins Willem een tentoonstelling georganiseerd in de Moordhal en in de eetzaal en in datzelfde jaar begon de restauratie van beide ruimten. In 1887 werden de twee zalen geopend als Rijksmuseum ‘De Historische Zaal van het Prinsenhof’. Daaraan werden in de loop der jaren toegevoegd de Kapittelzaal (1894) en de verdieping boven de Historische Zaal (1899). In 1925 verlieten de laatste militairen het gebouw.

De collectie van het in 1897 opgerichte Gemeentemuseum werd in 1906 ondergebracht in de vertrekken boven de Historische Zaal. Er waren dus twee musea in één pand. In 1911 werd ook een zaal ingericht voor de collectie van de Indische Instelling. Sindsdien heeft het Prinsenhof een museale bestemming gehouden.

RTV Rijnmond bracht het Hof van Nederland op de volgende wijze:

Het Hof van Nederland. Zo gaat het nieuwe 'beleefmuseum' in Dordrecht heten. Het wordt eind maart geopend in Het Hof in Dordrecht.

De naam werd maandagavond officieel bekend. Dit gebeurde bij de oplevering van de buitenruimte van het Hof door wethouder Piet Sleeking.

"In dit museum wordt aandacht besteed aan historische gebeurtenissen, die niet alleen belangrijk zijn voor Dordrecht, maar ook voor de rest van ons land. Vandaar die naam", licht Debby Vlasblom toe.

Als voorbeeld noemt de woordvoerster van het Hof van Nederland de Eerste Vrije Statenvergadering in 1572: "Die werd hier, in de Statenzaal van het Hof, gehouden.”

“Dordrecht riep hier in het geheim de steden van Holland bij elkaar”, legt ze uit. “Zo begon de opstand tegen de Spanjaarden en de republiek, waaruit later ons land geboren werd."

Het wordt geen traditioneel museum. Bezoekers worden in verschillende zalen meegenomen naar een moment in de historie, dat ze als het ware herbeleven. "Niet alleen 1572, maar ook enkele andere hoogte- en dieptepunten uit de Dordtse geschiedenis", weet Vlasblom.

Ze doelt onder meer op de Dordtse Synode, in 1618 en 1619. Tijdens deze lange vergadering van kerkelijk leiders werd besloten om de bijbel te vertalen in het Nederlands.

Dat werd het eerste boek in onze taal. Ook komt er aandacht voor twee grote overstromingen: de watersnood van 1953 en de Sint-Elisabethsvloed van 1421.

Video: Dordts Hof wordt Hof van Nederland

 
 

 

Gerelateerde straten:
Hof
Meer over:
Cookies

Deze website gebruikt noodzakelijke cookies voor een correcte werking en analytische cookies (geanonimiseerd) om de statistieken van de website bij te houden. Marketing cookies zijn nodig voor laden van externe content, zoals YouTube-video's of widgets van Sociale Media. Zie ons cookiebeleid voor meer informatie, of om je instellingen later aan te passen.