Herman van Duinen sprak niet, maar schreef wel over Dordrecht en 19 juli 1572

19 november 2014
Herman van Duinen sprak niet, maar schreef wel over Dordrecht en 19 juli 1572

UP DATE: reactie onderop van Herman A. van Duinen:

DORDRECHT – Herman van Duinen onderzoekt de historie van Dordrecht op zijn manier en werd daarvoor geridderd. Hij heeft een eigen kijk op wat hij niet de Hof van Nederland wil noemen, maar eerder een Hof met een verwijzing naar voor 1572 toen het een Augustijnenklooster was.

Over het Augustijnenklooster schreef Herman van Duinen ook een boek dat door een afgevaardigde van de Augustijnen enkele jaren geleden nog in het Hof in ontvangst werd genomen.

Prof. Herman Pleij, oud gemeentearchivaris Theunis Jensma en anderen hechten bijzonder aan de datum van 19 juli 1572 toen onbedoeld de wieg van de Nederlandse onafhankelijk in Dordrecht stond.  De Engelse professor Jonathan I. Israël noemt de bijeenkomst in zijn standaardwerk De republiek zelfs een revolutinarie daad.

In 2011 en 2012 waren ook activiteiten in de stad om de datum van 19 juli een nieuw leven te geven als nieuwe feestdag , nadat bijvoorbeeld de Hoffeesten rond 19 juli alleen nog maar op papier stonden in het archief. De VVV was vroeger de grote motot van feest in de stad rond de Vrije Statenvergadering.

Vooral Jensma zette zich ervoor in, zo beschrijft hij ook in een boek over zijn leven en zijn werk in Dordt, totdat hij zich verbannen voelde naar Buitenpost in Friesland.

Koningin Juliana bezocht in 1972 ook Dordrecht om vierhonderd jaar Vrije Statenvergadering in Dordrecht mee te herdenken. Ze bezocht daarom ook het Hof met als gids dr. Jensma en burgemeester mr. J.J. van der Lee.

In het nieuwe museum Hof van Nederland, dat in maart of april 2015 open gaat, wordt 19 juli juist als kern  in de Statenzaal uitgebeeld. Het wordt als een revolutie beleefd en zo is het ook in een film van 15 minuten verwerkt als BREAKING NEWS.

Herman van Duinen sprak gisteren op een door de gemeente Dordrecht geregeld heropening van het Hofplein niet over 19 juli. Toch stond hij buiten voor de pilaren van het Hof waarachter zich de Stateenzaal bevindt.

Hij heeft er wel overgeschreven.  In een notitie citeren wij een deel van zijn tekst en zo zijn zienswijze:

,,Op grond van een mededeling van stadshistoricus Matthijs Balen in ‘Beschryvinge der Stad Dordrecht’ (1677), ruim honderd jaar na de Statenver­gadering, ‘… en werde die Staats-gewijze Vergaderinge gehouden in ’t voors. Hof, of Klooster then Augustinen’, wordt aangenomen dat de vergadering plaats­vond in de refter van genoemd klooster.31 Balen vermeldt echter geen bron. Wel hebben vrijwel alle latere auteurs zijn gegeven als vanzelfsprekend overgeno­men. In ‘Staatkundige historie van Holland’ (1762) staat een afbeelding met een beschrijving als zou de vergadering plaats hebben gevonden in het raadhuis van Dordrecht.32 Ook bij dit gegeven ontbreken de bronnen, hoewel dit laatste even­eens een mogelijkheid zou kunnen zijn, aangezien er naast afgevaardigden uit de ridderschap acht burgemeesters aanwezig waren. In 1544 was het raadhuis geheel vernieuwd en bezat het enkele ruime vergaderzalen.

Over de juiste plaats van vergaderen had een historicus als prof. dr. Pleij toch voorzichtiger moeten zijn.

Ook hij kan aan de hand van bronnen niet bewij­zen dat, zoals hij opmerkte, het Hof van Dordrecht nog steeds het authentieke bouwwerk is, waar de afgevaardigden bijeenkwamen.33

 

De Statenvergadering van 19–28 juli 1572

In de vergadering waren twee leden van de ridderschap aanwezig, Jacob Oem van Wijngaarden en jonkheer Arent van Duvenvoirde, en afgevaardigden van de steden Dordrecht, Haarlem, Leiden, Gouda, Gorinchem, Alkmaar, Oudewa­ter, Hoorn, Enkhuizen, Medemblik, Edam en Monnikendam. Dordrecht werd vertegenwoordigd door de schepenen Adriaan van Blijenburg Adriaansz, Cor­nelis Henricxz, de raad Jacob Muys van Holy en Jacob Pauli, voluit Jacob Pau­welsz Hallincq (stadssecretaris en secretaris van de Statenvergadering). Het is opmerkelijk dat Dordrecht niet werd vertegenwoordigd door een burgemeester, zoals de andere grote steden deden.

De vergadering ving aan op zaterdag 19 juli 1572. Een voorzitter werd niet benoemd, de leiding was in handen van de afgevaardigde van de Prins, Filips van Marnix, heer van Sint-Aldegonde. Allereerst hield Marnix een po­litieke rede over de lotgevallen van de laatste maanden, waarin hij benadrukte dat Oranje met grote kosten een leger bijeen had gebracht en het land was in­gevallen. Dat dit mis was gelopen, kwam, doordat er onvoldoende samenwer­king tussen de sten was geweest. Vóór alles moest de Prins met geldelijke middelen worden bijgestaan. Marnix eindigde zijn rede met het verzoek dat de Heeren haar beraet nemen ende mij haere antwoerde willen verclaren.34 Hierop volgde zondag 20 juli een bespreking van de 23 artikelen van de Instructie van de Prins, zoals zyne Vurstelicke Genaede (de Prins) hem (Marnix) bevolen ende belast heeft.

In hoofdzaak kwam de inhoud hier op neer de strijd voort te zetten tegen de Albanisschen tyrannie (de tyrannie van Alva) en de vreyheit ende wel­vaerts des vaderlants te behartigen en de oude rechten en privileges te stellen onder gehoorzaamheid des Conincx ende bescherminghe zyner Vurstelicke Ge­naede als stadhouder van Holland, Zeeland en Utrecht. Ook verzocht de Prins contacten te leggen met andere gewesten en provincies van de Nederlanden en hem te erkennen als voornaamste lid van de Staten-Generaal om het land in zyne oude rechten ende privelegien te beschermen ende te beschutten in affwe­sen der Conincklicke Majesteit. Tevens besloten de steden, op verzoek van de Prins, dat gehouden zal worden vryheyt der religien zoe wel der gereformeerde als der roemssche religie ende dat een yegelick in den zynen int openbaer ende in eenige kercken ofte cappellen zal gebruycken vrye exercitie (uitoefening van godsdienst) der zelver.

De afgevaardigden van de vrije steden kregen niet veel tijd om over de besluiten na te denken. Oranje legde het hun voor en zij hadden ja of nee te zeg­gen. Ja-zeggen was de enige mogelijkheid het land te bevrijden van de Spaanse bezetting.35 Woendag 23 juli besloot de vergadering dan ook de Prins financieel bij te staan met 100.000 kronen voor de eerste drie maanden en een obligatie van 500.000 carolusguldens.36

Omdat Alva de toestand in zuidelijk Holland als onhoud

Tijdens de Statenvergadering hadden de steden ingestemd met het verzoek van de Prins tot vrijheid van godsdienst. Al eerder, 25 juni 1572, was met geuzen­leider Barthold Entens van Mentheda schriftelijk overeengekomen dat geene kercken, cloosters, capellen, huysen ofte plaetsen ofte eenige toebehoorten van eenige geestelicke personen binnen deser stede ende Zuyt-Hollant in geender manieren beschadigt, gebroken, vermindert ofte te kort gedaen sal werden ende daer op scherp regard (toezicht) genomen sal werden.

Zodra de afgevaardigen Dordrecht hadden verlaten om 25 juli verder te vergaderen in Rotterdam, werden juist die dag in de Dordtse Augustijnenkerk alle beelden en altaren verwijderd: een verkapte beeldenstorm! Twee dagen la­ter, zondag 27 juli, werd de Statenvergadering voortgezet in Delft. Die zondag vond de eerste gereformeerde kerkdienst plaats in de ‘gezuiverde’ Augustijnen­kerk.

De Dordtse magistraat moet zich niets aangetrokken hebben van boven­staande besluiten en aan de gereformeerden toestemming hebben gegeven de Augustijnenkerk voor hun diensten te gebruiken! Of was het vrees voor de geu­zen?

Hoewel met weinig woorden beschreven, moet er bij de roomsgezinden angst zijn geweest voor de toekomst. Bij de veerdiensten moet het een drukte zijn geweest van honderden geestelijken, monniken en roomse families die de stad wilden ontvluchten om hun heil in veiliger gebieden te zoeken. Huizen kwamen leeg te staan, onder andere dat van schout Jan van Drenckwaert, wiens huis tijdelijk werd bewoond door admiraal Lumey.

Herman van Duinen beschrijft elders zijn visie op de vraag:

Bijeenkomst van de Staten in Dordrecht: revolutie óf rebellie?
Dat de steden op advies van Gouda besloten hadden in Dordrecht samen te komen en niet, zoals Bossu beschreven had, in Den Haag, is niet verwonderlijk. De bevrijde steden hadden de zijde van Willem van Oranje gekozen en hem reeds erkend als hun stadhouder, aangezien, zoals ook de Prins zelf verklaarde, hij niet was ontslagen op de manier die vereist wordt door de gewoonten en privileges van het land.25

Was deze bijeenkomst revolutionair, zoals wel wordt aangenomen? In het handelen van de Staten moet onderscheid worden gemaakt tussen revolutie en rebellie. Revolutie beoogde een totale omwenteling van het politieke en maatschappelijke bestel. Rebellie betekende verzet tegen een gezagsdrager26 die, na vele vergeefse pogingen, niet te handhaven is. De Nederlandse opstand was daarom duidelijk rebellie.27 Willem van Oranje en de bevrijde steden ontkenden dat ze tegen het koninklijk gezag als zodanig in opstand kwamen en erkenden Filips als hun wettige landsheer. Zij kwamen echter in opstand vanwege schending van de in 1549 door Filips afgelegde eed met betrekking tot de vrijheden en privileges van de steden en gewesten, zijn onbegrip voor het opkomend calvinisme in de Nederlanden en de tirannie van Alva.28

Tot zover Herman van Duinen niet in woord op het hernieuwd ingericht Hofplein, maar in zijn notitie.

Herman van Duinen laat naar aanleiding van zijn studie het volgende nog weten aan Dordrecht.net:

 

Graag een korte reactie op het artikel:  ‘Herman van Duinen sprak niet, maar schreef wel over Dordrecht en 19 juli 1572’.

Met verbazing las ik bovenstaand artikel in Dordrecht.net.

Ik wil er niet teveel over zeggen, maar dat de schrijver  het heeft over ‘mijn zienswijze’ en ‘mijn visie’ is onjuist.

Uit onderzoek is gebleken dat veel auteurs en wetenschappers het zich erg gemakkelijk hebben gemaakt door gegevens van elkaar, soms letterlijk, over te nemen zonder eigen brononderzoek.

Deze gegevens zijn een eigen leven gaan leiden en geven Dordrecht een plaats die haar niet toekomt!

Prof. Dr. Pollmann, specialist in ‘de Opstand van 1572’ is het met mij eens dat Dordrecht wat dat betreft een te grote broek aantrekt.

Dat mijn onderzoek, niet mijn mening!, gestaafd wordt met veel bronvermeldingen wordt aan voorbij gegaan.

Nog steeds wacht ik op een goed onderbouwde schriftelijke reactie op mijn studie, dat mijn onderzoek niet de juiste gegevens zou bevatten.

 

Vriendelijke groet,

 

Herman A . van Duinen

 

 

Gerelateerde wijken:
Gerelateerde straten:
Hof
Meer over:
Cookies

Deze website gebruikt noodzakelijke cookies voor een correcte werking en analytische cookies (geanonimiseerd) om de statistieken van de website bij te houden. Marketing cookies zijn nodig voor laden van externe content, zoals YouTube-video's of widgets van Sociale Media. Zie ons cookiebeleid voor meer informatie, of om je instellingen later aan te passen.