,,Het nieuwe Dordrecht kiest voor bijzonder opvallend zelfbestuur"

15 november 2014

DORDRECHT - Eens waren het Dordtenaren, die naar een andere provincie weg gingen ruim 150 jaar geleden. Zo ontstond Nieuw-Dordrecht. De kei in Krispijn herinnert nog aan die herinnering.  De Dordtse wortels staan natuurlijk ook in de historie, maar bestuurlijk wordt nieuwe geschiedenis geschreven:

Nieuw-Dordrecht is onderdeel van Emmen, maar heeft de macht van die gemeente weer overgenomen. Radio 1 noemt het vandaag een voorbeeld:

 

De inwoners van het Drentse Nieuw-Dordrecht hebben het heft in eigen handen genomen. Ze hebben, via een coörporatie, het dorpsbestuur overgenomen van de gemeente Emmen. Al bijna een jaar regelt Nieuw-Dordrecht zijn eigen zorgtaken, weg- en groenonderhoud. Het lijkt een succes, de belangstelling vanuit andere gemeenten groeit. Maar voor hoe lang…hoe houdbaar is dit zelfbestuur dat leunt op vrijwilligers?

 

De Dordtse wortels:

 

Het gebied waar het huidige Nieuw-Dordrecht ligt, was midden negentiende eeuw nog een zandtong tussen twee veengebieden: het Oosterveen en het Smeulveen. Het lag in de marke van Noord- en Zuidbarge. In 1853 werden de genoemde veengebieden door de markegenoten verkocht aan de Drentsche Veen- en Midden-Kanaal-Maatschappij, gevestigd te Dordrecht. Als voorwaarde bij de verkoop gold, dat de maatschappij een kanaal dwars door Drenthe zou graven, van Smilde naar de veengebieden bij Noord- en Zuidbarge. Dit Oranjekanaal zou een zijtak krijgen, die Oosterveen en Smeulveen moest verbinden. Het Oranjekanaal bereikte uiteindelijk inderdaad het Oosterveen, maar de zijtak naar het Smeulveen is er nooit gekomen. Hiervoor moest men door de dikke keileembodem van de hoger gelegen zandrug graven, wat op grote moeilijkheden stuitte. Bovendien waren over een korte afstand vijf sluizen nodig geweest om aan beide zijden het hoogteverschil te overbruggen. Dit werd de maatschappij te kostbaar, waardoor van de aanleg werd afgezien. Op de strook waar het kanaal de zandrug had moeten doorkruisen, de Herenstreek, bouwde de maatschappij een nederzetting voor de veenarbeiders en boeren, die er boekweit verbouwden. De nederzetting werd Nieuw-Dordrecht of Herendord genoemd. In 1856 lieten de markegenoten van Noord- en Zuidbarge ook in de lengterichting van de zandrug stukken land verdelen, die ze hoofdzakelijk verkochten aan hun eigen landarbeiders. Zo ontstond haaks op Herendord, langs het Vastenow de nederzetting Boerendord. Pas later vergroeiden de twee nederzettingen tot één dorp.

Meer over:
Cookies

Deze website gebruikt noodzakelijke cookies voor een correcte werking en analytische cookies (geanonimiseerd) om de statistieken van de website bij te houden. Marketing cookies zijn nodig voor laden van externe content, zoals YouTube-video's of widgets van Sociale Media. Zie ons cookiebeleid voor meer informatie, of om je instellingen later aan te passen.