Vijftig jaar geleden begon politieke loopbaan van latere minister Gijs van Aardenne in gemeenteraad Dordrecht
DORDRECHT - De politieke loopbaan van de latere minister Gijs van Aardenne begon op 17 maart 1964 in de gemeenteraad van Dordrecht.
Die datum, binnenkort vijftig jaar geleden, valt één dag voor zijn geboortedag (18 maart) en twee dagen voor de gemeenteraadsverkiezingen.
Uiteraard is op veel plekken informatie te vinden over de laatste Dordtenaar, die minister werd. In Dordt wordt het ook geeerd met de Gijs van Aardennezaal. Die monumentale ruimte was eens de vergaderzaal van de Kamer van Koophandel. Premier Mark Rutte schrijft voor de opening van de Van Aardennezaal een hartelijke brief aan zijn weduwe Marijke van Aardenne. Daarin werd de grote betekenis van de Dordtse Gijs met de kennis van nu onder woorden gebracht.
In 1994 moest hij een ministerpost, na zijn informateurschap, in verband met zijn ziekte laten lopen.
Van Aardenne was de zoon van de chirurg Michiel Vredenrijk van Aardenne en Wilhelmina Petronella Heykoop. Hij bezocht eerst de lagere school in Rotterdam en daarna ging hij naar het Erasmiaans Gymnasium. Vervolgens studeerde hij wiskunde en natuurkunde aan de Rijksuniversiteit Leiden.
In zijn studententijd was hij lid van het Leidsch Studenten Corps en woonde in het bekende studentenhuis Gerecht 5 in de binnenstad van Leiden. Hij bekleedde onder andere de bestuursfunctie van preses van de ondervereniging Morphy, de schaakvereniging van het Corps.
Na zijn afstuderen ging hij werken bij ijzerfabrikant Penn en Bauduin in Dordrecht. Hij kwam al snel in het management terecht en was van 1967 tot 1971 directeur.
Politiek
Van Aardenne werd in 1964 voor de VVD lid van de gemeenteraad van Dordrecht en zou dat tot 1977 blijven. Van 1970 tot 1972 was hij wethouder van Dordrecht. In 1971 werd hij gekozen in de Tweede Kamer, waar hij zich vooral bezig hield met Sociale Zaken, Volksgezondheid en Binnenlandse Zaken. Ook was hij een tijdlang financieel woordvoerder van de VVD-fractie. In 1977 werd hij minister van Economische Zaken in het eerste kabinet Van Agt. Tijdens zijn eerste periode als minister had hij vooral te maken met de problematiek van kernenergie en de grote problemen in de scheepsbouw. Na de verkiezingen van 1981 was hij opnieuw, zij het kort, Kamerlid. In het eerste kabinet Lubbers vervulde hij opnieuw het ministerschap van economische zaken en was daarnaast vicepremier.
Aangeschoten wild
Van Aardenne raakte in 1985 in grote problemen tijdens de Parlementaire enquête naar de RSV-werf. Uit dit onderzoek bleek dat Van Aardenne de Kamer niet had ingelicht over een bedrag van 330 miljoen staatssteun dat hij tijdens zijn eerste periode als minister had verleend. Een meerderheid wilde aan deze "politieke doodzonde" geen consequenties verbinden maar iedereen was het erover eens dat de positie van Van Aardenne was geschaad.
Van Aardenne ging verder als "aangeschoten wild" een term die in het RSV-debat voor het eerst in de Nederlandse politiek werd geïntroduceerd. Het was dan ook niet verwonderlijk, dat hij toen al aankondigde, na afloop van de betreffende kabinetsperiode de politiek te zullen verlaten. In 1986 deed hij dat ook. Sinds deze enquête wordt het opzettelijk onjuist voorlichten van het parlement door een Minister nog steeds als "politieke doodzonde" bestempeld.
Na zijn ministerschap vervulde Van Aardenne een groot aantal maatschappelijke functies. Hij was onder meer een van de formateurs van het eerste paarse kabinet. Hij bekleedde verder diverse commissariaten, zoals bij DSM te Heerlen. Gijs van Aardenne overleed op 65-jarige leeftijd aan de ziekte ALS.
