Astrid van Pieterson debuteert met gedicht op grote FNV bijeenkomst in Dordrecht
DORDRECHT - Astrid van Pieterson (53) hoopt eens als sociale dichteres ontdekt te worden. Aanstaande donderdagavond kan zij een belangrijke stap zetten:
Zij treedt met een gedicht op in het SSF-gebouw in Wielwijk met één gedicht. Astrid van Pieterson. Ze voelt zich verbonden met Dordrecht en wil het mooie, historische meer laten doorklinken in gedichten. Ook wil zij zaken sociaal benoemen in het belang van kwetsbaren. Een aantal keren publiceerde zij in de nieuwsbrief van de Buitenwacht. Astrid bracht ook een ode aan Bert van den Burgt toen hij wethouder werd.
Haar vader was bekend van de ziekenomroep RANO. Het FNV gedicht zal zij geheim houden tot de ,,onthulling" aanstaande donderdagavond. Meer over die bijeenkomst in de agenda van www.dordrecht.net
Een ander gedicht van Astrid van Pieterson:
Park Merwestein
Eens zette ik wankelend vastberaden,,
Mijn eerste stapjes aan moeders hand,
Verbaasde mij over de herten en paden,
Dacht: waar ben ik nou weer in beland?
Het leek een bos eindeloos en groot,
gevuld met groen, bloemen en geuren,
waar ik ten diepste van genoot,
wachtend wat er zou gebeuren,
We verkenden als kleuters een houten brug,
Stampvoetten om de kikkers te wekken,
Ze vluchtten weg en keerden weer terug,
Bewaakten de sloot, kwaakten als gekken,
De winter kwam, het water werd ijs,
Wij kleumden, wij schaatsten, en vielen,
Met vallen en opstaan werden we eindelijk wijs,
Vadertje Tijd zat ons flink op de hielen,
Ooit zocht ik kastanjes met mijn geliefd kind,
Gretig graaiend naar het glansbruine goud,
Begerig zoekend met de neus in de wind,
Jaren vliedden , ineens was ik oud,
Als ik nu voorbij loop, voel ik vreugde en pijn,
Bij die beelden uit vervlogen jaren,
En zal herinneringen aan Park Merwestein,
Zorgvuldig in mijn Dordts hart bewaren.
ASTRID van Pieterson