Kans op doorligwonden in het Albert Schweitzer ziekenhuis zeer gering

08 juli 2011

DORDRECHT / ZWIJNDRECHT - Het risico om doorligwonden op te lopen tijdens een opname in het Albert Schweitzer ziekenhuis is zeer gering en ligt ruim onder de landelijke norm. Bij de jaarlijkse meting onder alle opgenomen patiënten, bleek onlangs dat op de locatie Dordwijk slechts 1,8 procent van de 215 opgenomen patiënten de verschijnselen had opgelopen tijdens de opname. Op de locatie Zwijndrecht lag dit percentage bij 50 opgenomen patiënten zelfs op nul.

De landelijke norm die de Universiteit van Maastricht heeft gesteld, is vier procent. Het Albert Schweitzer ziekenhuis legt zichzelf een strengere norm op, van twee procent. Weliswaar waren er op de meetdag wel meer patiënten met doorligwonden (in totaal 6,9 procent op Dordwijk en 4 procent in Zwijndrecht), maar van de meesten stond vast dat zij al met doorligwonden waren binnengekomen.

,,Dat is heel vervelend natuurlijk voor deze mensen en uiteraard krijgen zij de bijbehorende zorg en behandeling”, zegt decubitusverpleegkundige Christ Jochems. ,,Maar wij konden het niet voorkomen. Onze inspanningen zijn er sterk op gericht om het ontstaan van doorligwonden tijdens de opname tegen te gaan. Dat lukt erg goed en steeds beter, blijkt uit de recente telling. We zijn tevreden.”

Doorligwonden (in vaktaal ‘decubitus’ genoemd) zijn wonden als gevolg van de druk of de wrijving van het bed op het lichaam. Kleine bloedvaatjes worden dichtgedrukt. De huid en het onderliggende weefsel sterven af. Bij de ergste graad van decubitus is sprake van zeer zware verwondingen, waarvoor operaties nodig zijn. Decubitus kan bij zwakke patiënten al ontstaan na zo’n twee uur in dezelfde houding. Om de twee uur draaien is de simpelste en belangrijkste maatregel ter voorkoming.

Elk voorjaar is er onder regie van de Universiteit van Maastricht een landelijke meetdag in zorginstellingen, legt decubitusverpleegkundige Marianne van Dalen uit. ,,We brengen dan met de hulp van contactpersonen op de afdelingen in kaart wie bij ons decubitus heeft opgelopen. Alle opgenomen patiënten van dat moment – behalve degenen die niet willen meewerken of op dat moment weg zijn voor onderzoek of operatie – worden gescreend. Met de uitkomsten kunnen wij onze werkwijze om decubitus te voorkomen, nog verder verbeteren.”

Binnen het Albert Schweitzer ziekenhuis hebben Van Dalen en Jochems onder meer de taak om verpleegkundigen continu bewust te houden van het belang van het toepassen van de protocollen ter voorkoming van doorliggen. Het gespecialiseerde tweetal wordt geraadpleegd bij patiënten met een verhoogd risico op decubitus, bijvoorbeeld door verplichte bedrust of een bepaald ziektebeeld. Ze geven ook instructie aan het bed. Jochems: ,,Decubitus voorkomen behoort tot de basiszorg. Maar verpleegkundigen krijgen daarna nog zoveel kennis en taken erbij, dat het toch goed is om steeds te blijven hameren op de noodzaak van preventie. Decubitus is namelijk belastend, pijnlijk en duur.”

Van Dalen: ,,Er is een breed palet aan maatregelen om decubitus tegen te gaan. Natuurlijk het klassieke ‘wisselen’ en het vrijleggen van lichaamsdelen, zoals de hielen. Maar ook moderne hulpmiddelen werken erg goed. Op onze Intensive Care staan alleen nog maar bedden waarvan het matras bestaat uit luchtkamers die afwisselend worden opgeblazen en weer leeglopen. Zo wordt de druk van het bed op het lichaam automatisch verminderd. Dat is effectief en voorkomt veel leed.”

Meer over:
Cookies

Deze website gebruikt noodzakelijke cookies voor een correcte werking en analytische cookies (geanonimiseerd) om de statistieken van de website bij te houden. Marketing cookies zijn nodig voor laden van externe content, zoals YouTube-video's of widgets van Sociale Media. Zie ons cookiebeleid voor meer informatie, of om je instellingen later aan te passen.