Boekje open over Dordtse Dolhuis
DORDRECHT - Wethouder Ferdinand van den Oever heeft op donderdag 18 november het eerste exemplaar in ontvangst genomen van deel 21 uit de serie ‘Verhalen van Dordrecht’. In dit deeltje beschrijven Herman A. van Duinen en Cees Esseboom de veelzijdige geschiedenis van het Dolhuis.
Het verhaal begint in de middeleeuwen toen het pand in gebruik was als klooster. De Cellebroeders hadden er tot 1572 hun klooster; in dat jaar wordt het pand aan de stad toegewezen. De stad maakt het geschikt voor het opnemen van krankzinnigen of wel ‘dollen’.
Later wordt het uitgebreid met een tucht- en werkhuis voor bedelaars, zwervers en criminelen. In 1723 wordt het dolhuis/tuchthuis verkocht en verhuizen de bewoners naar het Leprooshuis in de Vriesestraat. Het gebouw wordt particulier eigendom en is dat nu nog steeds.
Ontmoetingscentrum
Het complex heeft de afgelopen eeuwen verschillende bewoners en gebruikers gehad. Zo was het in gebruik als blauwselfabriek en had glazenier Toon Berg er zijn atelier. In de jaren zestig van de vorige eeuw werd het een ontmoetingscentrum voor jongeren uit Dordrecht en ver daarbuiten. Het was de thuisbasis voor de band The Zipps. Later ging de dans- en horecagelegenheid door het leven onder de namen Fame, Anders en Dolhuys.
Brand
Het voortbestaan van de Dolhuiscomplex kwam diverse malen in gevaar. Een brand in 1983 in het middengedeelte was zo hevig dat sloop werd overwogen. Zover kwam het niet. De afgelopen periode heeft het complex een ingrijpende verbouwing ondergaan. Het herbergt nu behalve een horecagelegenheid ook kantoren.
‘Het Dordtse Dolhuis’ kost 2,95 excl. verzendkosten.
De serie ‘Verhalen van Dordrecht’ wordt in opdracht van de gemeente Dordrecht uitgegeven door uitgeverij De Stroombaan.
