Poll RTV Dordrecht: Afrikareis Dordts theater OMSK absurd en verbrassen subsidie

22 april 2010

DORDRECHT - De kijkers van RTV Dordrecht, die de wekelijkse poll hebben ingevuld, vinden het absurd dat het theatergezelschap OMSK op kosten van de belastingbetaler een half jaar naar Afrika gaat. Althans zo wordt op de vragen gereageerd. Lotte van den Berg geeft op de site van haar groep een toelichting op de reis tussen twee werelden. Zij wil het New York van Afrika graag in verbinding en verbeelding brengen met Dordrecht..

Tekst RTV Dordrecht:

Theatergezelschap OMSK moet met behulp van subsidies Dordrecht landelijk op de theaterkaart zetten. Maar nu vertrekt OMSK voor vier maanden naar Afrika. Wat vindt u daarvan?

Moet kunnen, theater is vrijheid

 22% 


Absurd, verbrassen van subsidie

 78% 

Het gezelschap zegt dat het reisplan al bij de gemeente Dordrecht bekend was, toen de groep zich verbondt aan vier jaren werken in Dordrecht met gemeentelijke subsidie. DDe reis is geen verrassing. het ggeld komt uit twee potjes  van het rijk en OMSK verwacht de ervaringen te kunnen verwerken in een stuk dat in 2011 aan theaters in Europa wordt aanngeboden.

Op de website van de groep staat een toelichting van Lotte van den Berg:

"In 2010 maak ik, Lotte van den Berg artistiek leider van OMSK, een reis van Dordrecht naar Kinshasa en terug. Een reis tussen twee werelden, Europa en Afrika, Nederland en Congo. Tijdens deze reis zal ik me afvragen waarom de mens het nodig heeft zich een andere wereld te verbeelden dan de feitelijk aanwezige. De mens staat met zijn voeten op de grond, loopt met zijn hoofd in de wolken, gedoemd hemel en aarde met elkaar te verbinden. We eten, poepen, vechten en slapen, dromend van goddelijke glorie en eeuwig geluk. Waar komen realiteit en verbeelding samen?  

De boom die voor ons staat zien we allemaal anders. Niemand ziet de boom in zijn geheel. Je ziet een deel van de boom, een bepaalde kant, een facet. Je denkt aan milieuvervuiling, brandhout, etc. Wat we zien is wat we willen zien. We projecteren beelden op de werkelijkheid. We klampen ons vast aan dat wat we hopen te geloven, aan dat wat we geleerd hebben te denken. Hoe stellen we ons het leven van een ander voor? Waar moeten we beginnen om ons een verbeelding te maken van een andere werkelijkheid, een andere belevingswereld, de blik van een ander?  

In het Westen zijn we geneigd te denken dat het werkelijke en het onwerkelijke onverenigbaar zijn. Het onderscheid tussen realiteit en verbeelding is snel gemaakt. Op een pindaschil kan je niet vliegen en heksen bestaan niet. Maar sinds wanneer is fantasie geen werkelijkheid? Is het onderscheid tussen dat wat is en niet is wel zo makkelijk te maken? Wordt niet alles wat we ons verbeelden deel van de werkelijkheid waarin we leven?

Je kan zeggen dat geloof en religie bestaan om het leven hanteerbaar te maken. Je kan zeggen dat we illusies creëren om het leven dragelijk te maken. Maar gaan we dan niet voorbij aan de impact die deze beelden hebben op het leven zelf? Zijn de zichtbare en onzichtbare wereld niet eigenlijk onlosmakelijk met elkaar verbonden? Wat was er eerder, de idee of het ding, de droom of de werkelijkheid?  

In Kinshasa hebben ze een naam voor de parallelle geesteswereld: la Deuxième Monde, de tweede wereld. Deze tweede wereld kan je alleen zien als je vier ogen hebt. Het is een invloedrijke wereld, een wereld waar uiteindelijk alles zijn oorsprong, reden en oorzaak vindt. Hier worden hoop en vrees verbeeld, komen geschiedenis en toekomst samen. Kan ik me een voorstelling maken van deze wereld? Waar moet ik beginnen om me deze wereld eigen te maken? Kan ik dat? Kan ik me een wereld voorstellen waarin een mirakel aannemelijker is dan een project, een droom meer waarde heeft dan de feiten? 

Er is een film over een man in een rolstoel die in het virtuele spel Second Life uit dansen gaat. Zittend achter zijn computer stelt hij zich voor te dansen. ‘Nog nooit heb ik zo heerlijk gedanst’, zegt hij stralend. Iedereen zal het er over eens zijn dat deze man niet heeft gedanst en toch heeft hij gedanst. Toen ik over een net nieuw aangelegde snelweg bij Groningen reed zei de tomtom dat ik door een weiland reed. Thuis gekomen had ik het avontuurlijke gevoel werkelijk over een karrenspoor door het gras te zijn gereden. Wat is echt en wat niet? Noem mij iets wat niet werkelijk is. Het zou niet bestaan. 

Wat is de waarde van verbeelding? En hoe noodzakelijk is het je een andere wereld, een andere werkelijkheid, voor te kunnen stellen? Steeds vaker bekruipt me het gevoel dat de verbeelding van levensbelang is. Als je wilt overleven is er de behoefte aan nieuwe horizon. Om vooruit te kijken heb je dromen nodig. Zonder verbeeldingskracht slaag je er niet in ook maar een klein stukje dichter bij de ander te komen. De verbeelding is een motor. De tweede wereld een mogelijkheid.  

Ik zelf heb een groot geloof in de werkelijkheid. Ik voel me gesteund door de geluiden die me omringen, de dingen die ik kan zien en aanraken. De tastbare omgeving geeft me houvast. Toch is het zo dat alles om mij heen ook juist dat toont wat je niet ziet. De kale boomtakken, zacht bewegend, tonen de wind. Het tikken van mijn vingers op het toetsenbord van mijn computer maakt de stilte hoorbaar. Ik houd van de dingen omdat ze verwijzen naar de lege ruimte die ze achterlaten. Ik houd van het tastbare, omdat het een ontastbare wereld voelbaar maakt.  

Van juni t/m september 2010 reis ik af naar één van de snelst groeiende steden van de wereld, het New York van Afrika, Kinshasa. Hier, in een buitenwijk van de stad, richten we een kleine werkplaats in. Naast de fietsenmaker en achter het benzinestation plaatsen we een container en beginnen we ons atelier. Gedurende vier maanden stellen we onze eigen verbeeldingskracht op de proef en onderzoeken we de tweede wereld van de Congolezen.

Op verschillende manieren geven we uiting aan dat wat we horen, zien en ondervinden. Met een grote schotel op het dak - je suis connecté- onderhouden we via de satelliet contact met Nederland, Dordrecht. In Dordrecht vragen verschillende kunstenaars, samen met bewoners van de stad, zich af wat in Nederland nog de waarde, kracht en noodzaak is van een tweede, verbeelde, wereld. Hebben we in het rijke Europa een groeiend gebrek aan verbeelding en spiritualiteit of toont het zich anders, digitaal? De voortdurende uitwisseling tussen Kinshasa en Dordrecht toont, in een gesprek op afstand, nogmaals hoe belangrijk en moeilijk het is je een voorstelling te maken van een wereld waar je zelf niet bent. 

Voordat we naar Kinshasa afreizen, maken we een tussenstop in Brussel. En Passant vormt een voortraject van onze reis. Hoe groot is de afstand tussen een ervaring en een observatie? Als je vanuit een vliegtuig de aarde bekijkt, dan is een huis niet langer een gebouw om in te wonen, maar een schakel in een groter geheel. Dat ene huis verbindt een weg met een weiland, het weiland verbindt een meer met een pad, etc.

Hoe hoger je vliegt, hoe meer routes er verdwijnen: een pad wordt een weg, een weg wordt een stromende rivier. Het vogelperspectief biedt overzicht, structuur en afstand. Dat verdwijnt zodra je met beide benen op de aarde staat. Wat eens een overzichtelijke plattegrond was, is nu een muur die je weg blokkeert. Structuur maakt plaats voor chaos, de afstand voor het persoonlijke. Zijn deze perspectieven verenigbaar? Hoe neem je de omgeving waar als je enkel in close-up kijkt? Wat is het om zonder overview te leven? Samen met een grote groep bewoners van Brussel onderzoeken en tonen we beide perspectieven.

Mijn vader is een streng gelovig man. Lange tijd heb ik gedacht in zijn God te moeten geloven om hem te kunnen begrijpen. Tot ik er achter kwam dat ik zijn geloof op waarde kan schatten zonder het zelf te belijden. Ik kan geloven dat hij gelooft. Ik hoef zijn perspectief niet over te nemen om naast hem te kunnen staan. Juist omdat we volledig anders naar de wereld kijken doen we steeds weer een hele waardevolle poging elkaar te begrijpen. Dat we elkaars perspectief waarschijnlijk nooit zullen delen is van minder groot belang.

Vaak denken we dat we het leven moeten begrijpen opdat we het kunnen leven. Zo is het niet. We leven al, en begrijpen niets. Vaak denken we dat we pas kunnen samen zijn met anderen wanneer we hen kennen, begrijpen en waarderen. Zo is het niet. We zijn al samen. Doen alsof je de ander begrijpt leidt tot simplificatie. Misschien liggen er grote mogelijkheden in de acceptatie van het onbegrip, in de oprechte vervreemding. Misschien is het helemaal niet erg dat we allemaal een andere boom zien".

Meer over:
Cookies

Deze website gebruikt noodzakelijke cookies voor een correcte werking en analytische cookies (geanonimiseerd) om de statistieken van de website bij te houden. Marketing cookies zijn nodig voor laden van externe content, zoals YouTube-video's of widgets van Sociale Media. Zie ons cookiebeleid voor meer informatie, of om je instellingen later aan te passen.