Allochtone Dordrechtenaren lopen achterstand in
DORDRECHT - Turkse, Antilliaanse, Marokkaanse en Surinaamse Dordtenaren hebben op veel gebieden nog een duidelijke achterstand op hun autochtone stadsgenoten, maar lopen deze in veel gevallen in. Dit is de voornaamste conclusie uit de Integratiemonitor Dordrecht 2009 van het Onderzoekcentrum Drechtsteden (OCD).
De eerste Integratiemonitor Dordrecht is opgesteld in 2005. De integratie van allochtone Dordtenaren is in vergelijking met vier jaar geleden op veel terreinen verbeterd. Dit geldt in het bijzonder voor actief burgerschap, taalvaardigheid, zelfredzaamheid en sociaal-culturele integratie. De sociaal-economische integratie blijft hierbij duidelijk achter.
Allochtone Dordtenaren hebben minder vaak betaald werk dan autochtonen, en onder Turkse en Marokkaanse Dordtenaren is deze situatie in de afgelopen vier jaar niet verbeterd. Uitsluitend de groep Antilliaanse Dordtenaren heeft een hoger inkomen dan vier jaar geleden. Het opleidingsniveau is een belangrijke verklaring voor de achterblijvende sociaal-economische integratie. Hoewel dit onder alle groepen langzaam toeneemt, blijven allochtone Dordtenaren gemiddeld beduidend lag er opgeleid dan hun autochtone stadsgenoten.
Over het algemeen zijn Surinaamse Dordtenaren het meest geïntegreerd. Zij hebben bijvoorbeeld net zo vaak betaald werk als autochtone Dordtenaren. Opvallend is dat naarmate de integratie van een groep hoger is (Surinamers en Antillianen), hun houding ten opzichte van autochtonen kritischer wordt.
Ten slotte zijn er duidelijke verschillen tussen de generaties. Allochtone Dordtenaren van de 2e generatie (geboren in Nederland) spreken thuis vaker Nederlands en kijken vaker Nederlandse televisie, hun opleidingsniveau is hoger en hun zelfredzaamheid groter. Verder hebben ze minder vaak een lage maatschappelijke positie en maken ze minder vaak schulden. Zij hebben ook vaker autochtone vrienden of kennissen en contacten met andere etnische groepen.
De Integratiemonitor is een meetinstrument voor het gemeentebestuur. ,,Aan de ene kant zie je dat we op de goede weg zijn’’, zegt wethouder J.W. Spigt van integratie. ,,Er zijn veel meer contacten tussen verschillende groepen. Allochtone Dordtenaren doen meer mee in de samenleving. Aan de andere kant is er nog een lange weg te gaan. Ik vind het zorgelijk dat onder Turkse en Marokkaanse Dordtenaren het aandeel met betaald werk niet is toegenomen. De verbetering in opleiding zie je nog te weinig terug.’’
Spigt vindt het belangrijk de uitkomsten van de Integratiemonitor breed met de stad te bespreken. Binnenkort verschijnt de evaluatie van het gemeentelijke integratiebeleid.
