Gehoord in de Kunstkerk: “Verboden Felix”, uitgevoerd door Ars Musica
DORDRECHT - Onder de wat sobere, nuchtere kop boven deze terugblik op een bijzonder concert schuilt een vulkaan die op uitbarsten staat. Ter geruststelling: die vulkaan zit in mijn hoofd. En de uitbarsting betreft de extreme drang op zoek te gaan naar nieuwe wegen.
Directe aanleiding van deze ‘dreigende’ uitbarsting is het concert op vrijdag 17 oktober in de Kustkerk, van het Ars Musica orkest met sopraan Nanette Mans.
Het programma‘ Verboden Felix’ is alweer het vierde deel van een zevenjarig project over leven en werk van componist Felix Mendelssohn Bartholdy. Ik heb hier eerder over geschreven.
Nu is het mijn gewoonte om me de dagen voorafgaande aan een concert waar ik van plan ben over te schrijven, te oriënteren op de muziek die in het programma aangekondigd wordt.
Ook nu startte ik mijn reis door het programma op de dag voordat ik met mijn fiets weer door de binnenstad van Dordrecht richting Kunstkerk trapte.
Met het programma ‘Verboden Felix’ besteedt Ars Musica aandacht aan vervolgde en vermoorde componisten. In Het Duitsland van de eerste helft van de vorige eeuw kreeg veel muziek en kunst het label ‘Entartet’. Joodse componisten werden moreel verwerpelijk genoemd. Modernisten werden in de ban gedaan. Ook ‘nationalistische’ en ‘communistische’ muziek werden verboden. Het programma van ‘Verboden Felix’ biedt een boeiende en ook aangrijpende mix uit deze entartete muziek.
Het digitale programmaboekje: “In lichte en donkere tinten schetst dit programma een muzikaal portret van wat het betekent om mens te zijn – in vrijheid, in gevangenschap en alles daartussen.”
Laat ik beginnen met een overzichtje van het programma:
Ilse Weber:
Ich wandre durch Theresienstadt
Wiegala
Felix Mendelssohn Bartholdy
Salve Regina
Vioolconcert in d (MWV 3)
Igor Strawinsky
Concerto voor strijkers
Ernest Bloch
Prayer (uit: Jewish Life)
Kurt Weill
Die Morität von Mackie Messer
Youkali

‘Naar het stadion’ voor Nanette Mans
Mijn zoektocht begon met een veilig neuzen in mijn Ikea CD-kasten naar de muziek van Mendelssohn.Nu neemt dit wonderkind een prominente plek in mijn kast in met ongeveer 60 schijfjes. Het vioolconcert in d klein was redelijk eenvoudig terug te vinden. Heerlijke muziek, geschreven in 1822, door een 13-jarige jongen, vrijdagavond uitgevoerd met concertmeester Johan Olof als geweldige solist. Twee levendige stukken met een andante als zachtmoedige verbinder.
Vergeefs zocht ik in mijn kast verder, naar het lied ‘Salve Regina’. Spotify biedt dan een veilige reddingsboei.
Laat ik me verder maar vooral richten op wat er vrijdagavond in de Kunstkerk gebeurde. Nanette Mans heb ik nu al een aantal keren gehoord in Dordrecht. Een sopraan waarvoor je ‘naar het stadion gaat’. Ook vrijdagavond toont ze haar veelzijdigheid en zeggingskracht. Het Salve Regina is een eerbetoon aan de Heilige Maagd Maria, een zuiver en intiem lied gezongen zoals het bedoeld was. Mendelssohn schreef het toen hij ongeveer 15 jaar oud was. Toen ik dat ergens las vroeg ik me af wat ik zelf deed op die leeftijd van dertien / vijftien jaar…
Kurt Weill en Igor Strawinsky
Om de Tweede Wereldoorlog te overleven vluchten veel Duitse kunstenaars naar de Verenigde Staten, zo ook Kurt Weill en Igor Strawinsky.
Kurt Weill kennen we vooral van de Dreigroschenoper, die hij samen met Berthold Brecht schreef. In 1933 vluchtte hij naar Parijs. Hij vreesde terecht de harde hand van de Nazi’s die zijn muziek in de ban had gedaan.
In Parijs zette hij met succes zijn werk als componist voort. De melancholische tango Youkali schreef hij als onderdeel van een toneelstuk ‘Marie Galante’. We verlangen naar het eiland Youkali, waar de liefde wordt gedeeld en waar alle zorgen verdwijnen.Helaas, het lied besluit met: “Maar het is een droom, een waanzin”.
De muziek van ‘Bolsjewiek’ Igor Strawinsky voldeed in veel opzichten niet aan de ‘romantische’ idealen van de nazi’s. Zijn muziek was te modernistisch (atonaal) en bovendien ‘communistisch’. Strawinsky had in de Verenigde Staten veel succes, woonde in Los Angeles. Vlak na de Tweede Wereldoorlog componeerde hij zijn Concerto voor strijkers. Dirigent Patrick van der Linden bereidde het geïnteresseerde publiek voor op het bijzondere karakter van de muziek van Strawinsky, een soort verwachtingsmanagement… “Het Concerto bestaat uit drie delen, het middendeel van het concerto is rustig, doet denken aan filmmuziek. Het eerste en derde deel is totaal verschillend in vergelijking met het middendeel en met wat we hoorden bij Mendelssohn. Zoek in die delen niet zozeer naar verfijnde melodieën maar naar de felle ritmes en oermotieven.”

“MUZIEK IS EEN GELUKZALIGHEID, DAAR LIGT DE VERLOSSING.”
De Duitstalige Tsjechische schrijfster en liedjesschrijver Ilse Weber was voor mij een grote onbekende. Het programma opende met twee van haar liedjes, gezongen door Nanette Mans. Tijdens mijn voorbereiding op het concert had ik iets gelezen over deze Joodse vrouw, vermoord door het Nazi-regime. Op het moment dat Nanette Mans en Ars Musica het concert begonnen met het lied ‘Ich wandre durch Theresienstadt’ waande ik me in het gedicht van W.H. Auden, ‘Funeral Blues’: “Stop all the clocks, cut off the telephone, Prevent the dog from barking’’. In zijn gedicht treurt Auden om de dood van een geliefde, alles valt stil. Bij mij gebeurde min of meer hetzelfde maar dan niet door het verdriet van een gestorven geliefde, maar om de kennismaking met iets heel bijzonders. Mijn reis door het leven en werk van Ilse Weber is begonnen… En mijn CD-verzameling inmiddels aangevuld met liederencyclus van onder meer Ilse Weber, gezongen door sopraan Anne Sophie von Otter.
Ich wandre durch Theresienstadt
Ich wandre durch Theresienstadt,
das Herz so schwer wie Blei.
Bis jäh meine Weg ein Ende hat,
dort knapp an der Bastei.
Dort bleib ich auf der Brücke stehn
und schau ins Tal hinaus:
ich möcht so gerne weiter gehn,
ich möcht so gern nach Haus!
Nach Haus! -- du wunderbares Wort,
du machst das Herz mir schwer.
Man nahm mir mein Zuhause fort,
nun hab ich keines mehr.
Ich wende mich betrübt und matt,
so schwer wird mir dabei:
Theresienstadt, Theresienstadt,
wann wohl das Leid ein Ende hat,
wann sind wir wieder frei?
Ik wandel door Theresienstadt
Ik wandel door Theresienstadt
mijn hart zo zwaar als lood
Totdat plots mijn weg eindigt
vlakbij die oude verstingsmuur
Daar blijf ik staan op de brug
en kijk neer het dal in;
Ik wil zo graag verder gaan,
Ik verlang zo naar huis!
Naar Huis! O wonderbaarlijk woord
dat drukt het hart zo zwaar.
Men nam me mijn thuis weg,
nu heb ik geen huis meer.
Moe zo zwaar valt het mij
Theresienstadt, Theresienstadt
wanneer zal dit lijden eindigen,
wanneer zullen we weer vrij zijn?
Wiegala
Wiegala, wiegala, weier,
der Wind spielt auf der Leier.
Er spielt so süß im grünen Ried,
die Nachtigall, die singt ihr Lied.
Wiegala, wiegala, weier,
der Wind spielt auf der Leier.
Wiegala, wiegala, werne,
der Mond ist die Laterne,
er steht am dunklen Himmelszelt
und schaut hernieder auf die Welt.
Wiegala, wiegala, werne,
der Mond ist die Lanterne.
Wiegala, wiegala, wille,
wie ist die Welt so stille!
Es stört kein Laut die süße Ruh,
schlaf, mein Kindchen, schlaf auch du.
Wiegala, wiegala, wille,
wie ist die Welt so stille!
Wiegala
Wiegala, wiegala, weier,
de wind speelt op de lier.
Hij speelt zo lieflijk in het groene riet.
De nachtegaal zingt zijn lied.
Wiegala, wiegala, weier,
de wind speelt op de lier.
Wiegala, wiegala, werne,
de maan is een lantaarn.
Hij staat aan het donkere firmament
en kijkt neer op de wereld.
Wiegala, wiegala, werne,
de maan is een lantaarn.
Wiegala, weigala, wille,
hoe stil is de wereld!
Geen geluid verstoort de lieflijke vrede.
Slaap, mijn kleine kind, slaap ook.
Wiegala, wiegala, wille,
hoe stil is de wereld!
Gehoord in de Kunstkerk op 17 oktober 2025:
Ars Musica met het muziekprogramma: Verboden Felix
Dirigent: Patrick van der Linden
Sopraan: Nanette Mans
Solisten uit het orkest:
Viool: Johan Olof
Cello: Cor Coppoolse