Ton Delemarre herdenkt Hans Bollebakker als groot voorvechter historisch erfgoed

DORDRECHT Ton Delemarre (92), al vanaf 1966 een cultuur/historisch bewogen Dordtenaar, vindt dat de onlangs op 88-jarige leeftijd overleden Heemschut-voorman Hans Bollebakker, een grote ereveer verdient. In het verleden stelde Hans dat in en zette hij goede initiatieven in het licht. (foto Marco de Nood).
Zijn kritiek namens de bond heemschut op het eerste plan voor de Berckepoort (zie foto ook van Wim vd Pol) zorgde uiteindelijk voor een goed, historisch verantwoorde aanpak.
Delemarre stelt alvast aan Dordrecht.net zijn in memoriam beschikbaar, dat binnenkort zal verschijnen in het binnenstadsblad De Poorter.
(beeld van publicatie uit 2019)
(In memoriam Hans Bollebakker / Ton Delemarre / IM als ereveer)
Het was een overvolle Trinitatis kapel bij de uitvaart van Hans Bollebakker, groot voorvechter van ons historisch erfgoed. Samen met professor Louk Hulsman bemande hij de Stichting int Lastig Ent die streed voor het behoud van de Augustijnenkamp.
Dank zij hun volhardende inspanningen is dat nu een van de mooiste plekjes van Dordrecht. In 2019 stond in De Poorter een groot verhaal over die/dat lastige (e)end. Hij streed ook met kracht van argumenten voor de Berckepoort en dwong de gemeente om hun plannen te herzien en onder meer de historische spiltrap te behouden.
Schenker
Ik herinner mij Hans vooral als de gulle schenker, de gulle gever.
Op de vrijdagmiddag kwam hij strijk en zet met een grote pan soep onze burelen van de Culturele Raad in het Hof binnen en schonk royaal uit.
Hij deelde ook zijn omvangrijke kennis en zijn kolossale bibliotheek graag met ieder die wilde horen of zien. Hij was richtinggevend lid van de werkgroep wetenschappelijk onderzoek.
Hij was voorzitter van Heemschut ZuidHolland en schreef in het blad van de Bond zeer gedegen artikelen over monumenten. Hij bedacht ook de ‘ereveer’ van de maand voor verdienstelijke lieden in het culturele veld.
En samen met zijn lieve Ineke Vink stichtte hij het PSC het poppenspelcentrum dat een grote collectie poppen beheerde (nu ondergebracht bij de UVA). Hij schreef de gedegen uitgaven bij tentoonstellingen van dat cultureel erfgoed. Hij is 88 jaar geworden. We missen een gedreven scherpe deskundige strijdmakker en een heel aimabele man.
(Schrijver Ton Delemarre kwam in de jaren zestig van de vorige eeuw naar Dordrecht toen Van der Dussen nog de burgemeester was. Burgemeester J.J. van der Lee - die in 1966 begon - hechtte aan cultuur in de stad. Gemeentesecretaris J. Neef zette Delemarre, die als mr. A.F.M. Delemarre als kabinetschef van de burgemeester was begonnen, door naar cultuur. Ton werd secretaris van de toen landelijk unieke Culturele Raad (CR met eigen bevoegdheden. Burgemeester J.J. van der Lee, ook als kunstliefhebber, was daar trots op tot zijn vertrek in 1973 als burgemeester van Eindhoven. De medezeggenschap van de CR ging twaalf jaar mee vanuit het kantoor op het Hof. De contacten met Hans Bollebakker waren toen al warm en veelvuldig.
In 1980 vond de politiek het welletjes met de CR, die telkens op de stoel van de gemeenteraad zou willen zitten. Cultuur hield het hart van Ton en in allerlei rollen zette hij zich ervoor in bij de gemeente tot zijn pensioen. Zo ontstond een warme stedenband relatie met het Bulgaarse Varna, dankzij de dubbelde inzet van Ton en zijn vrouw Ada 'd Hamecourt. Toen dichter en later ereburger van Dordrecht Jan Eijkelboom geen huis in de stad kon vinden voor zijn jonge gezin, zette Ton zich in voor een oplossing na een verhaal in De Dordtenaar. De laatste jaren komt hij in het nieuws door zijn inzet voor de Nouwen-lezingen. Momenteel denkt hij na over een plan voor een dubbel-standbeeld voor de ereburgers Otto Dicke en C.Buddingh')