Gezien en gehoord: Nieuwjaarsconcert van Ars Musica in Augustijnenkerk

DORDRECHT - “De hele wereld van vormen raakt uitgeput en vernieuwt zich. Alleen jij gaat niet voorbij, onsterfelijke muziek”.
Als het over muziek moet gaan kan ik de Franse schrijver Romain Rolland wel blijven citeren. In de lijstjes met uitspraken over muziek zie ik hem nooit voorbijkomen. Ten onrechte worden zijn boeken niet zo veel gelezen.
Het Nieuwjaarsconcert van Ars Musica in de Augustijnenkerk van zaterdag 11 januari 2025 roept op tot mijmeren, over muziek, over de verbinding die muziek teweegbrengt. “Muziek heeft geen oordeel, mensen van alle standen, rangen en achtergronden ervaren verbinding met elkaar door muziek,” aldus dirigent en artistiek leider Patrick van der Linden in het programmaboekje.
De programmering van het Nieuwjaarsconcert is een mooi voorbeeld waarmee muziek die verbinding zoekt, verbinding van tijden, verbinding van volken.
Als geen andere kracht brengt muziek mensen bij elkaar. Het doorbreekt taalbarrières, verbindt mensen van alle rangen, standen en leeftijden. Het creëert een gemeenschapsgevoel, bijvoorbeeld als je bij elkaar komt in een te koude Augustijnenkerk, om te luisteren naar de bijzondere diversiteit die muziek kan brengen.

Ars Musica
Vorig jaar heb ik een paar concerten van Ars Musica in Dordrecht mogen bijwonen. Tijdens deze concerten stond meestal Felix Mendelssohn Bartholdy en zijn muziek centraal. Ook bij het Nieuwjaarsconcert ontbreekt de ‘Mozart van de Negentiende Eeuw’ niet. Alle aanleiding uiteraard om weer uitgebreid stil te staan bij deze bijzondere componist. Ik hou van zijn muziek. En gelukkig ben ik niet de enige. “Geen dag zonder Bach” zeggen we altijd. Het klinkt iets minder strak, maar ik zeg dan maar als aanvulling (niet als vervanging!!) “Het is niks, een dag zonder Felix…”.
Laat ik het maar even niet over Mendelssohn hebben, dat komt wel weer later dit jaar. Het programma biedt zo veel andere aanknopingspunten om over te schrijven.
laat ik beginnen met Joseph Rheinberger. Uit zijn Cantus Missae in Es werden vier delen uitgevoerd, op twee verschillende momenten tijdens het concert. Zelf geef ik meer de voorkeur om een muziekstuk volledig te programmeren en als het dan toch gedeeltelijk moet zijn, bij elkaar. Nu klonk het dan op twee verschillende momenten, voelt voor mij wat rommelig. Rheinberger schreef zijn Mis in 1878 en droeg het op aan Paus Leo XIII. Ik zou het niet over Mendelssohn hebben, en ook is er geen directe aanleiding om weer van alles te melden over Bach, maar ik ontkom er niet aan. Als ik de vier delen van Rheinbergers Mis beluister, dan hoor ik de geesten van Bach en Mendelssohn meezingen. Prachtige koormuziek, uitgevoerd door een geweldig koor. Voor mij had de hele Mis gemogen, achter elkaar.
Hubert Parry
De Engelse componist Hubert Parry (1848 – 1918) kennen we vooral van het lied “And did those feet in ancient time” uit 1916. Het is het officieuze volkslied van Engeland, wordt elk jaar uit volle borst door een duizendkoppig publiek meegezongen tijdens de BBC-Proms. De Engelse Suite is een muziekstuk dat Parry niet zelf af heeft kunnen maken. Zijn assistent uit die tijd bepaalde de volgorde en gaf de meer losse stukken een naam. Zaterdag werden twee van de zeven delen uitgevoerd, ‘Pastorale’ en ‘Air’. Toegegeven, ik kende het niet, geheel ten onrechte!! Maar opnieuw: het programmeren van deze twee delen, op verschillende momenten van het programma, ik zou het zelf niet zo hebben gedaan…

Eric Whitacre
Misschien wel het meest verrassende van het concert vond ik de “Five Hebrew Love Songs”, muziek van Eric Whitacre (1970), op Hebreeuwse teksten van zijn partner Hila Plitmann. Met deze muziek wordt het wellicht onbereikbare tastbaar gemaakt: het drukt emoties uit, vertelt het verhaal van je leven en verbindt omdat het, jawel, iets universeels uitdrukt. Tedere teksten, op tedere muziek gezet.
Larov (Meestal)
“Meestal”, zei het dak tegen de hemel,
“Is de afstand tussen jou en mij
oneindig:
Maar zojuist kwam hier een stelletje,
en er was nog maar één centimeter
tussen ons”
Arvo Pärt
Arvo Pärt op het programma, dat is zoiets als de voetballer waar je speciaal voor naar het stadion gaat. En als er dan ook nog eens twee stukken geprogrammeerd zijn waarvan het slaapliedje Kuss – kuss kallike (“Stil toch, stil mijn schatje”) zelfs twee keer wordt gezongen. Ja dan kan mijn avond niet meer stuk en weet je zeker dat vanavond inslapen geen probleem gaat opleveren. In Friesland zeggen we overigens geen “Weltrusten” tegen elkaar maar “Lekker Koesen”.
Het andere stuk van de diepgelovige Arvo Pärt, ‘ Alleluia Tropus’ is van een geheel andere orde. Deze hymne voor St Nicholas ging in 2008 in première in de kathedraal van Bari waar de relikwieën van St Nicholas schijnen te liggen. Het ritme van het lied geeft het een oneindigheid, met name teweeggebracht door het voortdurend terugkeren van Alleluia in de vorm van een refrein. De boodschap van dit lied is misschien wel het meest direct een oproep tot verbinding, het centrale gegeven van dit Nieuwjaarsconcert.
Laat ik mijn terugblik beëindigen waarmee dirigent en artistiek leider Patrick van der Linden het concert begon: een gedichtje van de grote Vlaamse dichter en priester Guido Gezelle:
Ik wens u
Ik wens U een jaar
Als een alfabet
Met alle letters van A tot Z
Van arbeid, blijheid en
creativiteit
Tot zegen, zon en zaligheid.
Guido Gezelle (1830-1899)
Gehoord in de Augustijnenkerk:
Nieuwjaarsconcert, uitgevoerd door Ars Musica Concertkoor en orkest
Onder leiding van Patrick van der Linden, dirigent
