Terecht Uitverkochte Wilhelminakerk voor najaarsconcert van Orchest-Vereeniging Dordrecht
DORDRECHT - Afgelopen zaterdag 30 november debuteerde dirigent Pieter van der Wulp in een overvolle Wilhelminakerk met een prachtconcert, uitgevoerd door De Orchest – Vereeniging Dordrecht. Drie bijzondere muziekwerken stonden op het programma, Niels Gade met Echo’s van Ossian, Het eerste Hoornconcert van Richard Strauss en de Zesde Symfonie Van Pjotr Iljitsj Tsjaikovski.
Irmel
Het zal december 1995 zijn geweest. Mijn dochtertje geloofde nog diep in de goedheiligman. In haar schoen trof ze een speelgoed dokterskoffer aan met onder meer een thermometer, een injectiespuit en een stethoscoop. Dit najaar rondde ze haar studie voor huisarts af en mag ze zich officieel dokter Andrea noemen. Je weet nooit of die dokterskoffer in de schoen een duwtje in de rug was…
Daar moest ik even aan denken toen ik afgelopen zaterdag na het concert het verhaal hoorde over de inmiddels 88-jaar jonge Irmel Dolman - Berberich. Het gezin Berberich woonde in de mooie Hanzestad Bremen toen de vader des huizes onverwacht een viool mee naar huis bracht. Irmel leerde viool spelen en werd later onderwijzeres en lid van het Lehrer Orchester Bremen.
Irmel trouwde en kwam in Papendrecht terecht. Toen dochter Karin vijf was besloot ze haar muzikale passie voort te zetten in de regio. Inmiddels is ze alweer 52 jaar toegewijd lid van de Orchest – Vereeniging Dordrecht. Nog dagelijks legt Irmel de viool op haar inmiddels wat frêle schouders. Lopen wordt lastiger, maar spelen kan ze nog als de beste!! Een inspiratiebron voor veel orkestleden, zeker voor haar dochter Karin Dolman, in het dagelijkse leven onder meer professioneel altviolist, muziekdocent, keramist en organisator van concerten. In De Orchest – Vereeniging Dordrecht verruilt deze duizendpoot haar strijkstok voor een andere boeiende en muzikale passie: de hoorn.
Niels Gade
In 1839 schreef de Muziekvereniging van Kopenhagen een compositiewedstrijd uit voor een concert-ouverture. Felix Mendelssohn was gevraagd om zitting te nemen in de jury maar moest zich uiteindelijk afmelden vanwege een te druk werkschema. De jonge Deense componist Niels Gade (1817 – 1890) maakte een vliegende start en won het concours met het afgelopen zaterdag uitgevoerde muziekstuk. Het is zijn eerste en ook direct het meest uitgevoerde muziekstuk hoewel hij later toch nog veel heeft gecomponeerd, onder meer 8 symfonieën. De ‘Echo’s van Ossian’ is geïnspireerd op de epische poëzie van de Schotse dichter James MacPherson. Luisterend naar deze muziek waan je je in een filmische wereld van Tolkien, met zijn ruige Scandinavische landschappen en oude legenden. Zijn tijdgenoten Mendelssohn en Robert Schumann waren enthousiast over de muziek van Gade. De oprichters van ‘De Orchest – Vereeniging Dordrecht’ overduidelijk ook. Tijdens het allereerste programma van het orkest, op 3 april 1884, ruimde de vereniging een plek in voor dit boeiende romantische stuk. Terecht,
Richard Strauss, eerste Hoornconcert
Toen Richard Strauss in 1864 werd geboren, beleefden we de hoogtijdagen van de Romantiek. De jonge Richard heeft zich er sterk door laten beïnvloeden. Het was ook de tijd dat de hoorn onafscheidelijk verbonden was met de jacht. Decennia later zou Richard Wagner de viriliteit van Siegfried in de gelijknamige opera verbeelden met een beroemde hoornsolo. Vader Strauss was solo-hoornist bij de Opera van München en had grote invloed op zoon Richard. Richard was nog geen twintig jaar toen hij zijn eerste hoornconcert componeerde. Als jongeling hield Strauss zich ogenschijnlijk aan de heersende mode. Vader had conservatieve muzikale ideeën en zoonlief had zich daarin te voegen. Zo is de klassieke opbouw van drie delen aangehouden. Maar toch, de drie delen zijn meer aan elkaar verbonden dan wat we gewend zijn. Je kunt duidelijk horen dat de Jonge Richard zich sterk verbonden voelde met het instrument. Het tweede deel is zo mooi, de warme klanken van de hoorn komen volledig tot hun recht, melancholische melodieën klinken, waarna het laatste deel zorgt voor een sprankelende afsluiting. Terecht wordt dit hoornconcert nog regelmatig uitgevoerd. Afgelopen zaterdag met de eigen hoornist van het orkest, Tiago André Pereira de Oliveira als solist.
Tsjaikovski’s zesde symfonie
En toen moest het hoogtepunt van de avond nog komen… Pjotr Iljitsj Tsjaikovski (1840 – 1893) begon in februari 1893 met wat uiteindelijk zijn laatste grote werk is geworden. Er wordt veel gespeculeerd over de betekenis van dit bijzondere muziekstuk. De beroemde Russische componist worstelde met zijn fysieke en geestelijke gezondheid. Aan zijn broer Modest schreef hij, kort voordat hij aan zijn zesde symfonie, ‘Pathétique’ begon: “Wat ik nodig heb, is weer in mezelf gaan geloven … Mijn zelfvertrouwen is volledig zoek en ik heb het gevoel dat ik uitgerangeerd ben”. Hij overtuigde uiteindelijk ook zichzelf dat hij allesbehalve uitgerangeerd was. De zesde symfonie wordt algemeen erkend als een meesterwerk, opgedragen aan zijn neef Bob Davydov, met wie hij waarschijnlijk een liefdesrelatie had. Aan zijn waarschijnlijke geliefde schreef hij over zijn nieuwe symfonie: “Deze zal een thema hebben, maar dat zal ik zo verpakken dat het voor iedereen een raadsel zal blijven. Laten ze er maar naar raden… Het thema is samengesteld uit subjectieve gevoelens. Toen ik de symfonie onderweg in mijn gedachten vorm gaf heb ik heel wat tranen geplengd… Je kunt je niet voorstellen hoe blij ik ben dat ik kennelijk nog meetel.” Later schrijft hij aan Davydov: “Ik beschouw dit absoluut als het beste, in elk geval als het meest oprechte, van al mijn werken. Ik hou van deze symfonie zoals ik nog nooit eerder van een van mijn muzikale geesteskinderen heb gehouden”.
Soms wordt beweerd dat Tsjaikovsky met deze symfonie zijn afscheid van het leven aankondigde, anderen zien er eerder een liefdesbrief in, een ode aan het leven én de vergankelijkheid. Ik ga voor het laatste. Luister toch naar de walsmotieven in het tweede deel, gevolgd door het energieke derde deel. Terwijl het laatste en meest intense deel juist weer de lading krijgt van somberte, van gelatenheid, maar mijns inziens niet van een doodsverlangen.
In oktober 1893 dirigeerde Tsjaikovski de eerste uitvoering zelf. Enkele dagen later overleed hij, onder duistere omstandigheden, waarschijnlijk aan de cholera.
Iedereen die zaterdagavond in de Wilhelminakerk aanwezig was begreep dat nadat de laatste tonen hadden geklonken er een moment van stilte moest volgen om dit bijzondere moment gepast te delen. Na die korte minuut van stilte, geregisseerd door dirigent Pieter van der Wulp, mocht het orkest en dirigent het terechte daverende en langdurende applaus in ontvangst nemen.
Je kunt nog zo vaak deze intense muziek uit je boxen laten klinken, zelfs een koptelefoon gebruiken om er nog meer in te kruipen, als het in de volle ruimte van een mooie zaal klinkt, uitgevoerd door een uitstekend orkest en onder leiding van een bezielende dirigent, dan staan bij mij vanzelf de tranen in de ogen. Zo gebeurde dat ook bij één van de violisten. Dat doet muziek met je!
Gehoord in de Wilhelminakerk, op 30 november 2024:
Orchest – Vereeniging Dordrecht,
Dirigent: Pieter van der Wulp / Hoornsolist: Tiago André Pereira de Oliviera
Programma: N. Gade, R. Strauss en P.I. Tsjaikovski