VSP stelt Artikel 40 vragen over de bestrijding van ratten in Dordrecht
DORDRECHT - De V.S.P. fractie Dordrecht leverde ons de onderstaan de brief met vragen aan het College over de rattenbestrijding in Dordrecht
Geacht college,
Vanuit de wijk Krispijn en met name in de omgeving van de Hugo de Grootlaan en naastgelegen straten alsmede ook vanuit andere Dordtse wijken vernemen wij veel klachten over de overlast van ratten waarbij zelfs gesproken wordt van een rattenplaag die zich uit in de waarneming van ratten op straat en in de brandgangen en van rattenuitwerpselen, holen en nesten van ratten in de kruipruimtes van huizen.
Aangezien de rat bekend staat als een ziekteoverbrenger is een rattenplaag een gevaar voor de volksgezondheid. Bestrijding van ratten is dan ook belangrijk, mede omdat een rattenvrouwtje per worp meestal zeven tot twaalf jongen ter wereld brengt en per jaar gemiddeld 30 nakomelingen krijgt. De gezamenlijke reproductie van een rattenpaartje kan doordat de beesten al na 6 weken geslachtsrijp zijn, wel 2000 dieren per jaar bedragen.
De VSP heeft hierover de volgende vragen:
1. Is het college met de VSP van mening dat de gemeente er alles aan moet doen om ratten in Dordrecht te bestrijden, zeker als bewoners hierover klachten hebben?
2. Klachten over een rattenplaag kunnen via Fixi bij de gemeente worden gemeld, waarna de klacht wordt doorgezet naar HVC die vervolgens contact opneemt met de klager en indien nodig Netwerk inschakelt voor bestrijding waarbij vaak commerciële bestrijders worden ingehuurd.
Is het college met de VSP van mening dat dit een redelijk ingewikkeld procedure is als het gaat om bestrijding van een ziekte overbrengend dier in onze stad?
3. Klopt het dat de plaagdierenbestrijding via Netwerk geen gebruik mag maken van chemische bestrijdingsmiddelen als pesticiden of biociden bij de bestrijding van ratten in kruipruimtes onder huizen en zo ja, waarom niet?
4. De rat blijkt een redelijk intelligent dier die moeilijk te vangen is in vallen en kooien omdat het dier zeer achterdochtig is ten opzichte van vreemde voorwerpen. Uit ervaring blijkt dat chemische middelen zoals antistollingsmiddelen het beste functioneren in de bestrijding van ratten.
Is het college bereid de inzet van chemische bestrijdingsmiddelen bij bestrijding van ratten in huizen door de plaagdierenbestrijding via Netwerk toe te staan om een halt toe te roepen aan de rattenplaag in diverse wijken van Dordrecht?
5. Klopt het dat de plaagdierenbestrijding via Netwerk geen actie onderneemt tegen een rattenplaag in de kruipruimtes van huizen als er geconstateerd wordt dat in de buurt met rattengif is gewerkt waardoor een bewoner die daar geen weet van heeft noch dat zelf heeft gebruikt, niet meer geholpen wordt en zo ja, waarom niet?
6. De VSP ontvangt klachten van bewoners die in een blok rijtjeshuizen wonen, dat de aanpak van een serie klachten vanuit een dergelijk blok rijtjeshuizen niet in één geheel door de plaagdierenbestrijding van Netwerk wordt behandeld maar beperkt blijft tot één of twee huizen. Klopt dit en zo ja, waarom?
7. In hoeverre controleert het college of de plaagdierenbestrijding in Dordrecht functioneert op een wijze die zorgt voor vermindering van klachten over rattenoverlast?
In afwachting van uw antwoorden,
Margret Stolk,
VSP Dordrecht