Locoburgemeester Maarten Burggraaf: Laatste Dordtse minister Gijs van Aardenne voorbeeld om na te jagen
DORDRECHT - De laatste minister van Dordtse bodem, Gijs van Aardenne, was een groot liefhebber van de beiaard in de toren van de Grote Kerk. Het zou niet gek zijn om een klok van de beiaard naar hem te noemen.
Deze suggestie deed locoburgemeester Maarten Burggraaf deze week tijdens een bijeenkomst rond de grote betekenis van deze Dordtse liberaal.
Hij omschreef Gijs van Aardenne als een politieke bruggenbouwer.
Gijs woonde met zijn vrouw Marijke vanaf 1957 aan de Hooikade en was zeer vertrouwd met de Grote Kerk en de klokken. Hij werd in 1995 ook vanuit de Grote kerk begraven door zijn wijkpredikant Ries den Dekker. Hans Wiegel was bij het afscheid spreker namens zijn partij de VVD, maar Hans sprak vooral als vriend.
De tekst van de Gijs van Aardenne toespraak van locoburgemeester/wethouder Maarten Burggraaf op donderdagavond 5 september:
Gijs we staan om je heen!
Dat was de titel van een masterscriptie geschiedenis van Tom de Kleer aan de Universiteit van Leiden. Die titel verwees naar een beroemde uitspraak van toenmalig VVD voorzitter Jan Kamminga, op een VVD-congres aan de vooravond van een debat over de RSV-enquête.
Voor de jongeren onder ons: dat was de tweede parlementaire enquête sinds 1887, en de eerste waarvan de verhoren op televisie werden uitgezonden. De RSV-enquête ging over de staatssteun aan de scheepsbouw, met name het RijnScheldeVerolme Concern.
Conclusies
Minister van economische zaken Gijs van Aardenne kreeg er in de conclusies van de enquêtecommissie nogal van langs, en de VVD vond dat zeer onrechtvaardig. Dat congres vond plaats in Dordrecht! De woonplaats van deze prominente liberaal, nog altijd de laatste Dordtenaar die minister werd.
Gijs we staan om je heen!
Dat kunnen we ook vandaag zeggen. We staan weer in Dordrecht, op een bijzondere plaats. In de tuin van de familie Van Aardenne. Die locatie is niet zomaar gekozen. Dit is 1 van de mooiste plekken in de binnenstad om de beiaard van de Grote Kerk te horen.
De familie van Aardenne stelde de tuin lange tijd beschikbaar voor beiaard-liefhebbers tijdens de wekelijkse torenconcerten. Zoals Gijs van Aardenne zelf ook een groot liefhebber van beiaardconcerten was. Eigenlijk zou het niet gek zijn om één van de klokken naar Gijs van Aardenne te vernoemen.
Klok
Hij zou dan in het gezelschap komen van onder meer oud-burgemeester Jan Noorland (naar wie, de zwaarste klok is vernoemd), oud-burgemeester Jacob Bleeker, de liberale oud-wethouder en parlementariër Hugo van Gijn en grote Dordtse schilders als Aelbert Cuyp, Ferdinand Bol en Ary Scheffer.
Gijs we staan om je heen!
De uitspraak van jan Kamminga viel zoals gezegd midden in de meest dramatische periode in de politieke loopbaan van Gijs van Aardenne, en het heeft hem jarenlange beroemdheid opgeleverd. Weinig ministers hebben het geschopt tot de cover van een boek met politieke prenten, weinig ministers hebben hun kapsel als model vereeuwigd zien worden door Kees van Kooten en Wim de Bie, en nog minder ministers hebben in de Tweede Kamer een omschrijving gekregen die zo lang is blijven hangen: aangeschoten wild.
Gijs we staan om je heen!
En dat is toch eigenlijk wel treurig, dat een politicus met zo’n indrukwekkende staat van dienst, zowel in de lokale als landelijke politiek, in de geschiedenis vooral wordt herinnerd om dat ene dieptepunt in zijn carrière. Daarom wil ik het vandaag graag hebben over die grote verdiensten. Die ook nog eens heel actueel zijn. Gijs van Aardenne stond als informateur aan de wieg van het eerste kabinet waarin PvdA en VVD samenwerkten. Een samenwerking die hij als Dordtenaar maar al te goed kende. Ik zie wel enig verband met het huidige Dordtse college, waartoe de grootste centrumrechtse fractie samen met de grootste linkse fractie het voortouw namen.
Tijdgenoten roemden toen als Van Aardenne als bruggenbouwer, misschien niet zo vreemd voor de oud-directeur van Penn en Bauduin, één van de grootste bruggenbouwers van Nederland.
Gijs, we staan om je heen
Ook inhoudelijk zitten er zeker parallellen tussen toen en nu. Gijs van Aardenne was minister van Economische Zaken in een zeer lastige periode: Nederland zat volop in de transitie van een economie die nog werd gedomineerd door industrie naar een economie waarin de dienstensector de grootste is. Het was de tijd van enorme saneringen in het Nederlands bedrijfsleven, de tijd waarin afscheid werd genomen van soms hele grote namen, niet alleen in de scheepsbouw. Het was een internationale economische crisis, mede vanwege de enorme prijsstijgingen voor brandstof na de oliecrisis. Maar ook een tijd waarin de Nederlandse concurrentiepositie zwaar onder druk stond. Belangrijke factoren in het herstel waren onder meer automatisering en innovatie.
Het zijn vraagstukken die nu ook spelen. Nee, de geschiedenis herhaalt zich nooit letterlijk. Er zijn grote verschillen: tegenover de record-werkloosheid van toen (zeker onder jongeren) staat een record-aantal openstaande vacatures nu.
Energie
Maar het vraagstuk van overgang naar andere vormen van energie is hoogst actueel. En de industrie mag dan niet meer zo dominant zijn als toen, de maritieme (maak)industrie is zeker voor deze regio nog altijd één van de belangrijkste pontons waar de economie op drijft, om het eens in maritieme termen te zeggen. De internationale concurrentie, zeker met China, is minstens zo’n grote uitdaging als in de jaren 80. In de Drechtsteden werken ondernemers, onderwijs en overheid daarom samen aan het idee van de Werf van de Toekomst. Omdat we toekomst zien voor de maritieme sector, maar ook omdat voor die toekomst het cruciaal is om te blijven investeren in innovatie. Ik denk bijvoorbeeld aan de bedrijven die in deze regio bezig zijn met de ontwikkeling van emissieloos varen. Ik weet zeker dat Gijs van Aardenne dit soort ontwikkelingen van harte zou ondersteunen.
Gijs, we staan om je heen
Samenwerking
Wat echt een verandering is ten opzichte van de jaren ’80 is de samenwerking. Samenwerking op lokaal niveau, op regionaal niveau, op nationaal niveau en op internationaal niveau. De Drechtsteden staan er samen sterker voor dan de zeven gemeenten ooit hadden kunnen staan als ze elkaar niet hadden gevonden. En Europa is, zeker als economisch blok, veel sterker dan de individuele lidstaten.
Meerwaarde
En toch, hoe regionaal, nationaal, internationaal of globaal we ook denken, we zien toch ook nog steeds de meerwaarde van ‘eigen mensen’. Kijk maar eens naar de reacties op de aanstaande benoeming van Mark Rutte als secretaris-generaal van de NAVO. Zo zouden we het hier met zijn allen volgens mij prachtig vinden als er weer eens een Dordtenaar kamerlid, staatssecretaris of minister zou worden. Onze laatste twee burgemeesters zijn al Commissaris van de Koning, waarom zou Dordrecht ook niet weer eens een minister leveren? Gijs van Aardenne was de vierde en laatste minister uit Dordrecht. Hij was zelfs vice-premier. Het zou goed zijn als Dordrecht weer eens ‘Binnenhofleverancier’ werd.
Lobby
En ik zeg dat niet alleen uit een stukje Dordtse chauvinisme, maar ook vanuit belang. Niet mijn persoonlijk belang, maar dat van de stad en regio. We merken, bijvoorbeeld in onze lobby voor de maritieme sector, hoe belangrijk het is om ook mensen in Den Haag te hebben die niet alleen ons gebied kennen, maar er ook nog affiniteit mee hebben. Wat dat betreft mogen we wel echt een voorbeeld nemen aan Gijs van Aardenne. Vandaag herdenken we dat zijn politieke loopbaan veertig jaar geleden begon, hier in Dordrecht.
Een grote ondernemer in de gemeenteraad, dat is 1. Een ondernemer die de overstap maakt naar het dagelijkse bestuur van de gemeente, dat is twee. En een Dordtse wethouder die minister wordt met één van de zwaarste portefeuilles, vicepremier, dat is een drievoudig voorbeeld. Om dan toch nog één keer in de beeldspraak van wild te blijven:
Gijs van Aardenne is voor ons een voorbeeld om na te jagen.