Onderzoeker Peter Dillingh beschrijft eerste slavernij herdenking van ds. Blijd in 1913 in de Dordtse Augustijnenkerk

DORDRECHT - In Dordrecht werd op donderdag 19 juni 1913 - dus 111 jaar geleden - al stilgestaan bij de afschaffing van de slavernij. In de Augustijnenkerk was er een bijeenkomst.
De uit Suriname afkomstige ds. Cornelis Winst Blijd sprak in Dordt en ontmoette later op het Loo Koningin Wilhelmina. Hij was als slaaf geboren in 1860 op de (suiker) plantage St. Barbara in Suriname.
Ds. Blijd is vanuit Surinaamse de eerste predikant, die een uitvoerige reis naar Europa maakte en schreef zo geschiedenis. In Suriname zijn verschillende straten naar hem genoemd. Zover valt te achterhalen, is in Nederland nog geen straat naar hem genoemd.
Kerk op Dordt
Peter Dillingh, historisch onderzoeker, achterhaalde de Dordtse bijeenkomst. Hij publiceerde er twaalf jaar geleden over in het kerkblad KERK OP DORDT op basis van bronnen en taal uit die tijd. (zie onder kop Ketikoti)
Zo werd het weer onderdeel van het collectief geheugen, maar het duurde tot 2023 voordat er een tweede openbare herdenking was in de stad.
Stiefmoederlandke
Toen in 1913 werd aangegeven dat het moederland Nederland de kolonie (Suriname) stiefmoederlijk had bedeeld. Tijdens de herdenking in Dordrecht op zondag 30 juni dit jaar werd in twee toespraken ook stilgestaan bij de herdenking van 1913.
Burgemeester Wouter Kolff noemde het in zijn toespraak, nadat hij excuus had gemaakt namens het gemeentebestuur voor de rol in het slavernijverleden. (zie tekst na verhaal Peter Dillingh.) Ook in de EO-uitzending van zondag 30 juni NPO2 11,25 kwam de Augustijnenkerk en 1913 aan de orde.
Bianca Groen sprak voor Kolff als vicevoorzitter van de landelijke Protestantse kerk Nederland (PKN) en als voorzitter van de landelijke stichting tot heilzame verwerking van de slavernij.
De doelstelling is: De Stichting Heilzame Verwerking Slavernijverleden voor ‘wit’ en ‘zwart’, afgekort tot Stichting HVSv, heeft als doel het slavernijverleden van Nederland en in het bijzonder dat van kerken aan de orde stellen. Dit om vervolgens met elkaar te werken aan bewustwording, erkenning, dialoog, verwerking en verzoening.
Bianca Groen sprak ook in Dordrecht over de eerste herdenking in de stad in 1913. Ze woont in Dordrecht en gaf een schets hoe het toen zou zijn geweest.
De tekst van de toespraak in 1913 is behouden gebleven. Tenslotte in dit artikel ook de tekst van oud-Dordtenaar Jan Holtland, die landelijke secretaris is vanuit Amersfoort van de stichting.
Peter Dillingh gaf er elf jaar geleden aandacht aan in het kerkblad van de kerken, die landelijk behoren tot de Protestantse kerk Nederland (PKN).
Ketikoti / verhaal in de stijl van 1913
Op 1 juli 1863 schafte Nederland de slavernij af in Suriname en op de Nederlandse Antillen. Ongeveer 40.000 (Afrikaanse) slaven kwamen vrij. De dag wordt sindsdien gevierd als feestdag Ketikoti (‘gebroken ketenen’).
Vijftig jaar ‘Vrijmaking der Surinaamsche Slaven’ werd in Dordrecht herdacht met een samenkomst in de Augustijnenkerk op donderdag 19 juni 1913. Ds. C.L. van den Broek opende de feestelijke bijeenkomst met een woord van verootmoediging en schaamte, ‘omdat Nederland eerst 30 jaar later dan Engeland de slavernij in zijne koloniën afschafte’. Gastspreker was Cornelis Winst Blijd (1860-1921), predikant van de Evangelische Broedergemeente. In de zomer van 1913 sprak hij in tal van kerkdiensten en op zendingsfeesten.
‘Met een heldere stem en in beschaafd Nederlandsch sprak Zijn Weleerwaarde onder ademloze stilte ener aandachtige schare zijn rede uit. Na de groeten overgebracht te hebben van velen zijner stamgenoten aan de Christenen in Nederland, zeiden spreker, dat hij gevoelde, dat het werkelijkheid is, dat er een gemeenschap der heiligen bestaat, en dat de scheidsmuur van alle natiën omvergeworpen wordt door het Evangelie.’
‘Hierna gaf Ds. Blijd een korte levensgeschiedenis van zichzelf. Hij was 2½ jaar oud, toen de slaven werden vrijgemaakt, verloor op 7-jarigen leeftijd zijn ouders, bezocht de school der Evangelische Broeders, ontving op de Kweekschool zijn opleiding tot onderwijzer in verschillende plaatsen en districten, werd daarna beroepen tot hulpzendeling, en eindelijk gevormd tot zendeling. Als zodanig is hij lange jaren werkzaam geweest onder de Boschnegers, vroeger de schrik van Suriname, maar thans door den invloed van het Evangelie een rustig volk.’
‘Ds. Blijd hoopte, dat hij door zijn eenvoudig woord den band tussen Nederland en Suriname, een kolonie, welke, zoals weleens gezegd wordt, door het moederland stiefmoederlijk wordt behandeld, nauwer mocht toegehaald hebben, en dat zijn woord iets heeft mogen bijdragen tot opbouwing van Gods Koninkrijk.’
Koningin Wilhelmina nodigde ds. Blijd uit op het Loo. Voor koningin en prins, hun gevolg en enkele genodigden sprak hij op woensdag 30 juli 1913 over de zending in Suriname, ‘op een schaduwrijk plekje van het park’.
Peter Dillingh, tel. 631 15 49.
Tekst Wouter Kolff: in zijn In Dordrecht werd al in 1913 stil gestaan bij de afschaffing van de slavernij. In de Augustijnenkerk was er een herdenking. Gastspreker was Cornelis Winst Blijd, predikant van de Evangelische broedergemeente uit Paramaribo. In de zomer van 1913 sprak hij in tal van kerkdiensten. En hij werd door koningin Wilhelmina ontvangen op het paleis Het Loo. Vorig jaar heeft de werkgroep Koloniaal Verleden Dordrecht/Ketikoti Dordrecht de herdenking georganiseerd. Deze werkgroep is opgegaan in de nieuwe stichting Cultureel Educatief Centrum Dordrecht. Ik wil de stichting en alle betrokken vrijwilligers van harte bedanken voor hun inzet.
Tekst oud-Dordtenaar en secretaris van de landelijke stichting Jan Holtland, is vanuit Amersfoort het contactadres. Aan het begin van de jaren negentig was Jan burgerraadslid van de fractie SGP/GPV/RPF in Dordrecht.
Waarom raakt het slavernijverleden me zo?
Niet omdat ik ervoor verantwoordelijk ben. Maar ik heb wel met dat verleden te maken op allerlei manieren. Dat maakt me verantwoordelijk voor hoe ik met dat verleden omga. Dat is mijn keuze. Het raakt me ook omdat in Nederland zelf slavernij verboden was. We wisten het dus wel! Daarom was het nodig om zwarte mensen niet echt als mensen te zien. Het raakt me ook omdat juist de kerk, die vanuit de Bijbel wist dat God geen onderscheid tussen mensen maakt, tenminste gedoogd heeft dat mensen tot koopwaar werden gemaakt en afschuwelijk behandeld. Daarom moeten kerken juist nu in lijn met Jezus het gesprek zoeken, fouten erkennen en naar vergeving streven.
Naar heilzame verwerking van het verleden voor wit en zwart. Voor een gezamenlijke toekomst, aldus Jan Holtland.
Surinaamse bron over ds. Blijd,
Cornelis Winst, geboren op plantage St. Barbara aan de Surinamerivier op 19 juli 1860 en overleden in Paramaribo op 12 april 1921.
Hij was onderwijzer en predikant.
Wegens vroegtijdig overlijden van beide ouders werd hij vanaf zevenjarige leeftijd opgevoed door zijn grootmoeder en vervolgens door een tante. Het eerste schoolonderwijs kreeg Blijd op elfjarige leeftijd.
In 1876 ging hij naar de opleiding voor onderwijzer van de Broedergemeente (Centraalschool), daarna volgde hij een loopbaan bij het zendingsonderwijs; 1879 openbare belijdenis; 1886 kerkelijk huwelijk ; 1892 wettig huwelijk.
Op 17 juli 1900 werd Blijd als hulp zendeling verbonden aan de Grote Stadskerk in Paramaribo.
Op 25 juni 1902 volgde zijn bevestiging als predikant van de Evangelische Broedergemeente. Als zodanig was hij achtereenvolgens werkzaam in Paramaribo, Waterloo, Domburg en tweemaal in Paramaribo.
Blijd was de eerste Surinamer die volledig bevoegd predikant werd in de Broedergemeente, eerst als "diaconus", later als "presbyter".
Hij was ook de eerste Surinaamse predikant die een uitvoerige reis naar Europa ondernam en zeer de aandacht trok. Hij wordt door tijdgenoten beschreven als een in alle kringen zeer gewaardeerd mens met een groot gezag, in het bijzonder door zijn ootmoed.