Volg het Bach-Festival in woord en beeld met het Bach-Journaal van Jacques Malschaert

30 juni 2024 • 22:59 door Jacques Malschaert
Volg het Bach-Festival in woord en beeld met het Bach-Journaal van Jacques Malschaert

DORDRECHT - Van vrijdag 21 juni tot en met zaterdag 29 juni vindt in Dordrecht het Bachfestival plaats. Jacques Malschaert volgt het met een dagjournaal. Wat heeft hij bezocht, en waar gaat hij de komende dag naartoe?

Zaterdag 29 juni 2024
De laatste dag alweer van een boeiend festival, een festival met verrassende ontmoetingen, fantastische en boeiende concerten en evenementen, een prachtige stad die de bezoekers in zijn armen sloot. De zakelijk en artistiek leider nemen afscheid van een festival dat met deze editie een hoogtepunt tot nu toe beleeft. Met een geweldige slotdag als apotheose. Dit journaal sluit ik af met een terugblik op de drie concerten van deze dag. Een dag met veel muzikale gezichten.


In het midden zakelijk en artistiek leider Pauline Koning en Marieke Hopman


Bach reimagined, met Carlo de Wijs en Cor Ardesch
We ontmoetten in de Grote Kerk twee verre verwanten: het Hammondorgel en het Bachorgel. Carlo de Wijs gaat met zijn werk op zoek naar nieuwe geluiden en concepten. Met zijn ‘Dream Machine’ combineert hij een authentiek Hammondorgel met nieuwe technologie. Met een bijzonder resultaat… Het Hammondorgel ken ik van onder meer onze eigen Cor Steyn en Georgie Fame. In de eerste jaren dat het Hammondorgel in productie ging (vanaf 1935) werd het instrument vooral aangekocht door kerken. Het instrument vond ook zijn weg naar de jazz en popmuziek.
Ongeveer twintig jaar geleden verbleven we tijdens onze vakantie aan de prachtige Adriatische Kust. We hoorden van het JazzFestival van Grožnjan en dat Georgie Fame er zou optreden. Natuurlijk hadden we er een autorit van enkele uren voor over om Georgie Fame er te zien optreden op een klein pleintje met zijn Hammondorgel, in korte broek en hoedje op.


De ‘Dream Machine’ van Carlo de Wijs had in de kerk een plekje gekregen naast het Bachorgel om een duoconcert te verzorgen met uiteraard onze stadsorganist Cor Ardesch achter het Bachorgel. Solowerken voor beide orgels werden afgewisseld met stukken waarin de orgels gezamenlijk voor een bijzonder ‘klankgordijn’ zorgden.
Na een authentieke Bach-opening van Cor Ardesch met het Bach Praeludium en Fuga BWV 543 speelde Carlo de Wijs een eigen stuk op zijn Dreammachine. Na deze 2 introducties brachten de muzikanten de instrumenten bij elkaar en begon een boeiend samenspel. De klankkleur van het klassieke orgel vermengde zich moeiteloos met de nieuwe elektronische geluiden. Er ontstond een filmische sfeer die me sterk deed denken aan de film die ik vrijdag in het filmtheater zag, Solaris van Andrej Tarkowski. Ook daar hoorden we muziek van Bach vermengd met techno-geluiden.
Tijdens het concert zweefden mijn gedachten richting de grootmeester zelf. De hele week vroeg ik me tijdens concerten en andere momenten af hoe Johann Sebastian Bach zich in deze tijd muzikaal zou hebben gemanifesteerd. Nu vroeg ik me af achter welk orgel hij zou zijn gaan zitten en welke muziek hij zou maken. Na afloop vroeg ik het Carlo de Wijs die zelf erg stellig was: zijn Dream Machine!!



Arvo Pärt, Passio in de Augustinuskerk
De Johannes-Passie keert na het openingsconcert en de première van de Ketting-Johannes van Anne-Maartje Lemereis terug met de versie van de Letse componist Arvo Pärt, gecomponeerd in 1982. Pärt is misschien wel de meest bejubelde hedendaagse componist. In de top 400 van NPOKlassiek staat hij met Spiegel am Spiegel inmiddels op de vierde plaats. In diezelfde top 400 vinden we hem met 14 werken terug, overigens niet met de Johannes-Passion...
Zijn muziek kenmerkt zich door zijn indringende minimalistische spiritualiteit met een enorme religieuze diepgang.
“Passio domini nostri Jesu Christi secundum Joannem’ is de volledige naam van Pärt’s Passion. Het is ook direct de tekst van het openingskoor. Pärt kiest voor de bezetting deels zijn eigen weg. Jezus wordt gezongen door een bas, die in de kerk een positie heeft gekregen bij de organist. De rol van evangelist wordt uitgevoerd door een viertal, begeleid door onder meer de hobo. Pilatus is een tenor en het koor vertolkt zoals altijd het volk. De Passio wordt gezongen in het Latijn.



Vokal Nord
De uitvoering werd verzorgd door Vokal Nord, een koor uit Tromsø, Noorwegen. Het ensemble staat onder leiding van Anna Gallon. Hun repertoire bestaat uit muziek van de barokperiode en traditionele muziek uit de Noordelijke delen van Scandinavië. Het ensemble werd begeleid door 5 musici op hobo, fagot, orgel, cello en viool.

Stilte
De Passio van Pärt had ik eerlijk gezegd nog nooit gehoord. Hij combineert de monosyllabische Gregoriaans muziek van voor de Barok, met de minimal music van de twintigste Eeuw. De Passio zit ook vol langdurige stiltes, perfect ingelijnd door de dirigent. Nu weten we dat stilte een belangrijk onderdeel is van de muziek. Hier ontwikkelt het zich als een extra instrument.
De Passio is geschreven in Pärts eigen ‘tintinnabuli-stijl’. Deze stijl kenmerkt zich door eenstemmige lijnen vergelijkbaar met klokgelui (‘tintinnabulum’ is klokje in het Latijn).
Met de elementen van stilte, eenstemmigheid, herhaling en minimalisme ontwikkelde de Johannes-Passie in handen van Pärt zich tot een bijzondere meditatieve ervaring. Vokal Nord bleek de perfecte vertolker met een dirigent die tot voorbij de allerlaatste noten de stiltes in de Augustijnenkerk regisseerde. Het leek meer dan een minuut te duren voordat ze na de laatste noten haar armen weer langs haar lichaam liet glijden. Pas toen startte een langdurig applaus die minuten duurde.

Bach out of Bounds: metal van Alkaloid & Friends
En toen kwam ik in een achtbaan terecht… Voor mij had de stilte van Pärt nog dagen mogen duren, maar door een zelf opgelegde discipline dwong ik mezelf om ook de laatste stap te zetten van het festival: Bach op het poppodium, vertaald in progressieve Death Metal. Na een kort moment om weer even bij zinnen te komen en een passend hapje richtte ik mijn fiets richting Bibelot. Na een afwezigheid van meer dan 44 jaar woon ik sinds kort weer in mijn geliefde geboortestad. Onderweg realiseerde ik me na mijn ‘emigratie’ niet meer in Bibelot ben geweest, het Bibelot van het Steegoversloot. En ineens stond ik daar weer in een groep met overwegend in het zwartgeklede jonge mensen. Met haren die reikten tot aan de bilnaad, zowel op als voor het podium.



Alkaloid is een oorspronkelijk Duitse band met Florian Magnus Maier als leadzanger en gitarist. Maier heeft een klassieke achtergrond: hij studeerde klassieke compositie. “Zoals de meeste van mijn collega’s denk ik dat hij de grootste aller tijden is. Als je zelf compositie en contrapunt studeert, dan ontdek je hoe ongelooflijk veel kennis, fantasie en muzikale grootsheid er in elk van zijn werken zit. En daarnaast klinkt het altijd mooi. Ook nu nog. Het klinkt eigenlijk nooit oud.”
Voor deze gelegenheid is de band aangevuld met een violist, altviolist, cellist, accordeonist en twee zangeressen. Saillant detail: Vertrekkend artistiek leider Marieke Hopman speelde op de accordeon!
Eerlijk gezegd: op het podium stonden geweldige muzikanten. Muzikanten die in staat zijn alles uit hun instrument te halen wat erin zit, en dat verenigd in een geweldige band. De muzikaliteit spoot van het podium en leverde een zinderende atmosfeer op in de grote zaal van wat eens mijn jongerencentrum was. Bach was ver te zoeken en mijn vermogen om nieuwe muzikale prikkels op te nemen bereikte zijn grenzen. Een uur lang reisde ik mee met zijn snelheid die dwars door de geluidsbarrière brak. En dat na een concert waarbij stilte één van de muzikale hoofdmotieven was.
Zo presenteerde het BachFestival op zaterdagavond zich zoals het zich al de hele week manifesteerde: boeiend, met prachtige muziek, op zoek naar grenzen en voor sommigen wellicht er af en toe overheen. Maar juist dat soort keuzes leveren spannende momenten en kennismakingen op die lang naklinken. Een dag die begon met een opgevoerd Hammondorgel en afsloot met de raggende gitaren van Death Metalmuziek. Het BachFestival had geen vergunning nodig om met vuurwerk af te sluiten. Het vuurwerk zat in de muziek.




Vrijdag 28 juni

Solaris van Andrej Tartowski in filmtheater De Witt
Muziek en film, het is zo’n vanzelfsprekende combinatie. Er is een Top 200 van filmmuziek. De film die in het Bachfestival werd geprogrammeerd zul je daar niet in aantreffen. ‘Solaris ’is een klassieke SciFi film van Andrej Tarkowski uit 1972. Een gedurfde en bijzondere programmering die in ieder geval voor mij geweldig uitpakte. Eigenlijk moest ik me wat generen dat ik deze film nog nooit had gezien. Maar goed, ik heb het goed gemaakt en kan me heel goed voorstellen dat ‘Solaris’ de geschiedenis ingaat als een klassieker in de cinematografie. Bij de wisseling van publiek hoorde ik nog iemand bij het verlaten van de zaal verzuchten, ik begreep er helemaal niets van. Luisterend naar de boeiende inleiding van Geert ter Steeg werd me wel duidelijk dat dat niet eens zo erg was. Het gaat om: Ervaar ik het? Een poging even het verhaal en de gedachte achter de film te duiden: het gaat om de psychologische processen van mensen, geconfronteerd met onwerkelijke verschijnselen (in het heelal). De planeet Solaris is in staat met zijn oceaan onderbewuste angsten of herinneringen te peilen, manipuleren en ze te materialiseren. Zo wordt de hoofdfiguur in een ruimtestation waar hij het verschijnsel onderzoekt, geconfronteerd met de levensechte herinnering van zijn overleden vrouw. Een onwerkelijke beleving volgt.
De film is gemaakt in 1972, de tijd dat de synthesizer serieus zijn weg vond in de muziek. Componist Edoeard Artemjev maakte er in de film gretig gebruik van hoewel dat pas vanaf halverwege manifest werd. En waarom dan binnen het Bachfestival. Je kunt de film ook zien als een aaneenschakeling van beelden en klanken, waarbij onder meer het schilderij van … Breughel ‘Jagers in de sneeuw’ een terugkerende rol speelt, en twee stukken van Bach als een refrein terugkeren: ‘Ich ruf zu dir Herr Jesu Christ’ (BWV 639) en een preludium en fuga, nr 12 van het Wohltemperierte Klavier (BWV 881).
Een bijzondere ervaring met zoveel om op terug te kijken en om te overdenken. Één thema dat blijft hangen is de beleving van de werkelijkheid en de tijd. Tijd is iets bijzonders, enerzijds is het een verzinsel en hebben we iets bedacht om het te kunnen beheren en beheersen, anderzijds is het iets dat zich om ons heen afspeelt waar je verder ook geen vat op kunt krijgen. Als je dan in bijna één zin die twee elementen verbindt dan moet je daar even bij ‘stil staan’. En dat kan dan weer niet omdat de film ook weer doorgaat…“De klok loopt achter” wordt geconstateerd, “Dan wind ik hem op” is de eerste reactie. Waarop de conclusie volgt dat dat niet direct hoeft want we hebben toch tijd genoeg. Dit soort momenten ga ik als het festival voorbij is nog eens rustig nakauwen.
Bij het verlaten van de alleszins redelijk gevulde zaal ontmoette ik een jonge man die puur voor de film was gekomen. Hij had de film nu 5 keer gezien, voor het eerst in een bioscoopzaal. En ook hij was diep onder de indruk… De bedoeling van het Bachfestival in een notendop.



Lunchpauzeconcert: percussie-duo OKODA
In een van mijn vorige woonplaatsen Leeuwarden had ik een groot huis in het hart van de stad gekocht. Het eerste wat ik oppakte was om één van mijn dromen waar te maken: een eigen theater beginnen. Ik investeerde in een schitterende vleugel, een podium en ongeveer 50 theaterstoelen. Nog geen maand nadat ik er zelf woonde kon ik mijn eerste gasten verwelkomen. De benedenverdieping werd in het weekend omgetoverd tot een concertpodium. Één van eerste muzikale ontmoetingen in theater ‘De Hofkamer’ was het Colori-ensemble. Met een percussionist die de marimba bespeelde, een pianist op de vleugel aangevuld met hobo en dwarsfluit was een deel van mijn zaaltje wel gevuld. Toen de vraag kwam of het ook met een xylofoon kan bevestigde ik dat met enige opluchting. Uiteindelijk bleek de percussionist de marimba EN de xylofoon nodig te hebben. Dat werd nog meer inschuiven. Mijn theater aan huis bestaat helaas niet meer. Verhuisd naar Dordrecht verbind ik me nu op een andere manier aan theater en muziek. Ik schrijf erover.

Marimba
Hieraan dacht ik toen ik vanmiddag de Kunstkerk binnenwandelde voor het lunchpauzeconcert van het duo OKODA. Er stonden twee marimba’s klaar. Een marimba is een groot percussie-instrument.. De grote marimba heeft een bereik van vijf octaven. Met één of met twee stokken in elke hand worden houten palissander staafjes aangeslagen. De staafjes staan in verbinding met een holle buis die in dezelfde toonsoort is gestemd. In Guitamala is de marimba het nationale muziekinstrument. De marimbastokken kunnen met harder of zachter materiaal bekleed zijn. Dat levert weer verschillende klankkleuren op. Soms wordt er ook samen op één marimba gespeeld, zoals vanmiddag. Het instrument zoals we die nu kennen bestaat ongeveer 120 jaar.


Anastas Paev en Simone Mihaylova

OKODA

Bach, Mozart en nog latere componisten hebben het nooit gekend. De meeste muziek die op de marimba wordt gespeeld zijn arrangementen. Vanmiddag was niet anders. Het marimba duo is afkomstig uit Bulgarije, en net de bachelor fase van hun studie afgerond aan het Codarts conservatorium. Ze verzorgden een mooi rond Bach-programma. Begin en eind met de aria uit de Goldberg-variaties. Als Bach nu geleefd had zou hij zeker oog gehad hebben voor de marimba. De muziek leent zich uitstekend voor arrangementen en omzettingen van de Bach-muziek. Eigenlijk zoals Bach dat zelf ook altijd deed. Veel van zijn composities zien we op andere momenten met andere bezettingen weer terugkomen.

Het duo nam afscheid met een mooie toegift: een sonate van Domenico Scarlatti, tijdgenoot van Bach, uiteraard in een eigen arrangement.


Donderdag 27 juni

Lunchpauzeconcert met pianist Philip Karmanow
Mijn goede vriend uit Tilburg is naast liefhebber van klassieke muziek ook de dragende factor bij het promoten van een moderne componist uit zijn stad, Jo Sporck. Hij heeft nog veel werk te doen want bij de naam Jo Sporck zal ongetwijfeld bij slechts een enkeling een teken van herkenning plaats vinden. Om zijn 70ste verjaardag te vieren werd in 2023 onder meer een Jo Sporck pianoconcours georganiseerd. De pianist  Philip Karmanow  (2004), die vandaag zijn opwachting maakte voor het lunchpauzeconcert werd gedeeld winnaar van het concours en won vanwege zijn “dramatisch virtuoze spel” de speciale Jo Sporckprijs.



Karmanow: “Anderhalf jaar vóór mijn geboorte gebeurden er twee noemenswaardige dingen die toevallig op één dag samenvielen: mijn oudere broer werd geboren en een gloednieuwe Petroff piano arriveerde bij mij thuis. Deze twee gebeurtenissen hebben min of meer mijn toekomst bepaald: de piano behoorde al vroeg tot mijn speelgoed arsenaal, en mijn broer, die als eerste met pianolessen mocht starten, was voor mij een inspiratiebron om met mijn eerste improvisaties te experimenteren, al werden die niet altijd gewaardeerd door de buren en mijn ouders. Gelukkig vloog de tijd snel en mocht ik op mijn zesde met de echte pianolessen starten. Sindsdien kan ik mij het leven zonder muziek maken niet eens voorstellen. Uiteraard sta ik graag op het podium om mijn liefde voor muziek te delen met het publiek.”

Nog een aardige persoonlijke anekdote over pianoles en buren: Mijn ouders woonden in Sterrenburg naast een muzikale familie. De meest talentvolle was Ciciel. De piano stond tegen de gezamenlijke binnenmuur, waardoor we dagelijks konden genieten van alle oefeningen en vorderingen van de meest talentvolle dochter die zich uiteindelijk ontwikkeld heeft tot professioneel musicus.

Bach en Beethoven
En daar staat dan in de Kunstkerk Philip Karmanow, een zelfbewuste jonge pianist van 20 jaar, op het Dordtse BachFestival. Met een Bach programma, aangevuld met een sonate van Ludwig van Beethoven, niet de minste: de 23ste, de  Appassionata.  Hij begon met een kort eigen stuk, sterk geïnspireerd door de meester zelf.
Waarom Beethoven naast Bach? Hij gaf daar een duidelijke uitleg over: musici onder elkaar hebben het er over: Bach is het Oude Testament en Beethoven het Nieuwe Testament… De quote is overigens oorspronkelijk van Hans van Bülow, dirigent, componist en pianist.
Één van de Bachstukken van vandaag betrof de Toccata en prelude in E klein, een bewerking van klavecimbel naar Piano. Waarbij de oorspronkelijke klavecimbelversie weer erg geïnspireerd was door het orgel. Karmanow speelde zonder bladmuziek, in mijn ogen technisch heel goed, vooral met veel flair.
Het is dan wel het BachFestival, maar nu dan toch ook een van de andere grootheden van de muziekgeschiedenis op het programma stond kunnen we het nu ook even over de Appassionata van Beethoven hebben. In de boeiende biografie over Beethoven van Jan Caeyens gaat de biograaf uitgebreid in op deze overbekende sonate. Caeyens beschrijft de Appasionata als een kabinetsstuk zonder precedent. “Het kan beluisterd worden als een groot psychodrama met wilde uitbarstingen van angst, geweeklaag, woede en koppige opstandigheid tegen het demonische geweld van het noodlot”. Ik herkende deze donkere urgentie niet helemaal in de uitvoering van vandaag, misschien is Philip Karmanow daarvoor nog te zeer een startende pianist. De Appassionata verscheen in 1807. In mijn eigen platenkast heb ik uitvoeringen van een paar grootmeesters, waaronder zelfs twee van Emil Gilels. Ik kan iedereen aanraden eens te kijken of er nog ergens een Appassionata te krijgen is… Het is één van de hoogtepunten uit de pianomuziek van Beethoven.

Avondconcert van Nathan Laube in de Grote Kerk; hoogtepunt van het festival
De trouwe lezer van dit journaal is mijn getuige, we hebben al mogen genieten van  bijzondere concerten en voorstellingen, met de muzikaliteit van James Oeli en het Dudok Quartet Amsterdam en de bijzondere crossovervoorstelling van het openingsprogramma met Tall Tales Company en het B’Rock Orchestra. Absoluut hoogtepunt van het festival tot nu toe is voor mij het concert van Nathan Laube op het Bachorgel in de Grote Kerk. Wat een instrument! Wat een muziek! Wat een musicus! Ik geef geen sterren, maar als ik op een schaal van 5 dit concert moest beoordelen gaf ik het 10 sterren.

Laube benaderde de muziek met een speelsheid die voor slechts een enkeling is weggelegd. Tegelijk kwam de diepte van Bach’s composities binnen. Je moet het maar aandurven en kunnen.
Nathan Laube is een Amerikaans organist en pedagoog. Hij treedt op in de grote concertzalen als het ElbPhilharmonie in Hamburg, Royal Festival Hall in Londen, bespeelde het orgel van St Paulskathedraal, ook in Londen. En nu dan in Dordrecht op het Bachorgel in de Grote Kerk. Een eer voor het festival, maar ook een eer voor hem om dit instrument te bespelen…


Nathan Laube als jurylid tijdens het improvisatieconcours woensdag


Programma
Op het menu staan stukken met overwegend een optimistische toon.
Ik realiseer me heel goed dat mijn journaal eigenlijk al veel te lang is. Ik kan niet alles bespreken en toch wil ik wel een en ander kwijt. Wat ik al aangaf, we ontmoetten Bach vanavond in een optimistische bui. Een paar stukken licht ik er afzonderlijk uit.
‘Valet will ich dir geben’,  BWV 736, is een triomf over de dood. De melodie herkennen we via de lange noten op het pedaal. “Im Himmel ist gut wohnen”.
‘O Lamm Gottes, Unschuldig’,BWV 656, kennen we vooral uit het openingskoor van de Mattheus Passion. Een jongenskoor neemt dit deel voor zijn rekening neemt, min of meer als een engelenstem uitstijgend boven het vraag en antwoordenspel van de andere stemmen.
Over het laatste onderdeel van het programma, De ‘Fantasia und Fuga’ in g Klein, BWV 542, gaat het verhaal dat Bach het schreef in verband met een sollicitatie als organist in 1720 in Hamburg. De benoeming ging niet door maar we er wel een prachtig muziekstuk aan overgehouden. Het stuk is overigens gebaseerd op de melodie van een Nederlands volksliedje“Ik ben gegroet van”. Christoff Wolff, één van de vele biografen van Bach is enthousiast: “Een fantasie met een enorme retorische kracht en een ongeëvenaarde harmonische rijkdom”.

Uitstapjes
Naast diverse stukken van de bovenmeester zelf stonden ook twee moderne composities op het programma, die naadloos in het geheel pasten. De Amerikaanse componist Nico Muhly schreef  ‘The revd Mustard his Installation Prelude’  (2013) voor de inauguratie van een vriend als rector van een kerk in East Barnet, nabij Londen. In zijn inleiding die voorafging aan het concert omschreef onze stadsorganist Cor Ardesch het stuk als bruisend en hyper, met een eeuwigdurend bewegingspatroon dat plaats vindt tussen de twee handen van de organist. Nog even nalezend waar we Muhly kunnen plaatsen lees ik later terug dat hij samenwerkte met Philip Glass en betrokken was bij opnames van muziek van David Bowie en Björk.

Het tweede niet Bach stuk van de avond was van Bert Matter (1937) Nederlands organist, docent en componist. En ook dit uitstapje paste perfect in het programma. Met groot respect voor leermeester Bach maakte Matter zijn eigen  ‘Von Gott will Ich nicht Lassen’.  En ook in dit stuk herkennen we elementen van de minimal Music van Philip Glass en Steve Reich. Na afloop haastte ik me naar de verkooptafel van muziekwinkel ‘Dordrecht Klassiek’ om de CD te kopen die Cor Ardesch op het Kamorgel heeft opgenomen als eerbetoon aan zijn collega Matter.



Passie
Ik weet het, Passie is wel het woord waarmee je de muziek van Bach het best kunt duiden. Dit etiket kunnen we ook plakken op het donderdagavondconcert van Nathan Laube. Nogmaals, voor mij het hoogtepunt van het festival.


Nathan Laube bedankt het Bachorgel


Woensdag 26 juni

Lunchpauzeconcert 'Decomposition'
De Kunstkerk is deze dagen het decor voor een serie lunchpauze concerten waar aanstormende talentvolle musici voor zijn uitgenodigd. Vandaag is het podium voor celliste Laurence Gaudreau. Laurence is een Frans Canadese, inmiddels woonachtig in Nederland. Ze behaalde aan het conservatorium van Utrecht haar masters en staat op diverse podia en festivals in Nederland.
De cellist is wel mijn favoriete instrument en de cellosuites van Johann Sebastian Bach behoort tot mijn favoriete cellomuziek.



Programma
Het korte programma bestond vandaag uit:

Cicely Parnas arr.Vertigo en Pancrace Royer
J.S. Bach Delen 1, 2 en 6
Ed Williams – Decomposition for Sarabande (2024)

Laurence Gaudreau zoekt naar een verbinding tussen traditie en vernieuwing. Vandaag bleef ze wat meer in het echte Barokrepertoire.
Het eerste stuk, oorspronkelijk geschreven door de Franse Barokcomponist Joseph-Nicolas-Pancrace Royer voor klavecimbel is door de Amerikaanse Celliste Cicely Parnas omgewerkt voor cello solo. Dat pakte geweldig uit. Niet verwonderlijk dat het naadloos aansloot bij de vijfde cello-suite van Bach, tijdgenoot van Royer. Een wat speciale vondst was wel dat de celliste het derde deel na de eerste twee delen plaatste en afsloot met het laatste deel van Bach’s cellosuite. Eerlijk gezegd ben ik niet zo’n voorstander van dit soort frivoliteiten. Het neemt niet weg dat ook dit lunchpauze concert weer erg geslaagd was. De Barok was stevig vertegenwoordigd…

Het Improvisatie Orgelconcours
Het is al eerder geschreven: zonder Bachorgel geen Bachfestival. Vandaar dat in het programma van het festival ruim plaats is voor diverse activiteiten in de Grote Kerk. Op woensdagochtend verzorgde de Amerikaanse organist Nathan Laube een masterclass. In de middag vond het Nationale improvisatie orgelconcours plaats. Dit concours is inmiddels een traditie geworden.
Dit eendaagse concours staat open voor Nederlandse professionele organisten en Nederlandse studenten in de laatste fase van hun studie. Gegarandeerd een hoog niveau. De organisatie had ook een deskundige jury samengesteld, bestaande uit onder meer de Dordtse stadsorganist Cor Ardesch, Nathan Laube, Peter Ouwerkerk en Hayo Boerema.



Vijf kandidaten kregen kort voor de start van het concours inzage in de drie thema’s waar zij zich op konden baseren. Daar konden ze er twee van kiezen, met één improvisatie op het grote Kamorgel en één op het Bachorgel. Één van de thema’s waar de deelnemers zich op konden stortten betrof een tekening van de Dordtse kunstenares Kitty van der Veer (zie de foto).



De winnaar van dit concours krijgt uitnodigingen om deel te nemen aan het Orgelfestival van Haarlem en is verzekerd van een recital in het volgende Bachfestival.
De afgelopen twee edities werden gewonnen door Evan Bogerd. Evan, ook nu weer kandidaat, speelde afgelopen maandag zijn lunchpauzeconcert.
Na twee uur orgelmuziek kon het aanwezige publiek hun stem uitbrengen voor de publieksprijs. De jury had lang beraad nodig om tot een keus te komen. De kwaliteit was hoog. Waar de jury volgens de voorzitter vooral naar keek was in hoeverre de musicus een goed verhaal kon neerzetten. Het spel was volgens de jury bij iedereen in orde maar de winnaar van dit jaar is uiteindelijk Erik Jan Eradus. Hij viel op door fraaie combinaties van registers en idiomen en verraste ons met zijn spel. De publieksprijs ging naar een oude bekende: Evan Bogerd.


Dinsdag 25 juni Lunchpauze concert Kaat Schraepen

“La musique ne te quitte pas quand le rideau tombe.”
En weer zat de Kunstkerk vol, zelfs twee keer. En weer bestond het publiek overwegend uit pensionado’s. Waar zijn toch die harde werkers die even hun werkplek laten voor wat het is en een uurtje komen genieten van de mooiste muziek, uitgevoerd door bijzondere talentvolle musici? Maakt eigenlijk ook niet uit, het was weer genieten geblazen met de jonge Belgische altviolist Kaat Schraepen.​

De altviolist
Voor de lunchpauzeconcerten heeft het Bachfestival samenwerking gezocht met het Haagse Conservatorium om jonge talenten een podium te bieden. We kunnen niet genoeg onderschatten hoe belangrijk die is.
Op 7-jarige leeftijd wist Kaat Schraepen al dat de altviool haar instrument zou worden. Haar muziekstudie volgde ze aan onder meer conservatoria van Maastricht en Den Haag. Als ik zo naar haar biografie kijk dan zijn Mikhail Zemtsoven Michael Kugel muziekpedagogen die er het meest uitspringen. Kaat Schraepen oogt bij het binnenkomen als een wat ingetogen, introverte jonge vrouw, die niet zo goed weet hoe ze de schijnwerpers moet bespelen. Ook bij haar inleidende toelichtingen lijkt het of ze daar het liefst alleen zou mogen staan en gewoon haar muziek mag maken. Maar als de eerste noot klinkt is die ‘verlegenheid’ volledig verdwenen. Dan staat daar opeens een krachtige altviolist, die met een prachtige en warme klankkleur haar publiek betovert.



Programma
Ik heb het nog niet eerder gedaan tijdens dit festival, maar hier zet ik toch even het programma op een rij:

J.S. Bach/Kodály – Chromatische Fantasie in d klein BWV 903
E. Bloch – Suite voor altviool solo
M. Kugel – Prelude ‘Ysaÿe’
F. Kreisler – Recitativo-Scherzo Caprice in d klein Op.6

Als toegift speelde Kaat een deel uit de laatste cellosuite van Bach. Die cellosuites zijn toch een inspiratiebron voor de Festival musici met verschillende instrumenten. James Oeli speelde zaterdag een bewerking op zijn contrabas, nu Kaat Schraepen op de altviool en morgen tijdens het lunchpauze concert staat de vijfde cellosuite op het programma van celliste Laurence Gaudreau.
Het eerste stuk was oorspronkelijk een stuk voor klavecimbel. De Hongaarse componist Zoltan Kodaly bewerkte het tot een stuk voor altviool. Zo mogen we wel vaststellen dat Kaat Schraepen een gedurfd programma samenstelde met uiteraard Bach, maar overwegend met muziek uit de vorige eeuw. Ernst Bloch schreef suite voor altvioolsolo kort voordat hij overleed. De suite is ook niet voltooid en eindigt wat abrupt. Maar Kaat vertelt heel treffend dat Bloch uitdrukking gaf aan zijn eigen emotie middels de stem van de altviool. Bij het luisteren probeer ik wat steekwoorden op te slaan, en bij dit stuk ‘noteerde’ ik: pijn in zijn ziel en misschien ook wel fysieke pijn. Bij nader onderzoek blijkt dat Bloch aan het eind van zijn leven leed aan depressiviteit.
Na Bach en Bloch zoekt Kaat het dichterbij. Michael Kugel is componist en was ook een aantal jaren haar docent. De prelude ‘Ysaÿe’ is opgedragen aan de leraar van Kugel zelf, de Belgische componist, violist en dirigent Eugène Ysaÿe. Ze noemde het zelf virtuoos, speels en theatraal. Mooi dat zijn leerlinge nu de podia betreedt met zijn muziek!!
Het laatste stuk van het officiële programma betrof een compositie van de Oostenrijker Fritz Kreisler, tijdgenoot van Eugène Ysaÿe. Over hem gaat het verhaal dat hij een keer tijdens een recital met de grote Sergej Rachmaninov de draad was kwijtgeraakt. Hij fluisterde hem toe: “Waar zijn we” waarna Rachmaninov zonder een noot te missen antwoordde: “in de Carnegie Hall…”

Als het doek valt
De kop boven deze bijdrage vond ik op de site van de jonge altvioliste: het zal haar levensmotto zijn. Eerlijk gezegd lette ik vroeger tijdens de Franse les niet zo goed op, maar ik vertaal het maar als: “De muziek laat je niet alleen als het doek valt”.

Morgen weer een heerlijke overvolle dag met:
- een Masterclass van Nathan Laube op het Bachorgel, in de Grote Kerk (10.00 uur)
- een lunchpauzeconcert uitgevoerd door cellist Laurence Gaudreau, in de Kunstkerk (12.30 en 13.30)
- het Nationaal improvisatie orgelconcours, in de Grote Kerk van 14.00 – 17.00 uur


Maandag 24 juni, lunchconcert op het Bachorgel in de Grote Kerk
Na dat vrijdag het festival losbarstte barstte het weekend open met een achttal concerten. De ene nog mooier en spannender dan de andere.

Gisteravond werd het weekend afgesloten met Jeroen van Veen (piano) in de museumtuin. We gaan maandag verder met één programma, het lunchpauzeconcert in de Grote Kerk.



Winnaar improvisatie orgelconcours
Evan Bogerd is een bekende gast van het Bachfestival. Al twee keer heeft hij het landelijk improvisatieconcours gewonnen, inmiddels wel een vast onderdeel van het festival. Daarnaast won hij het internationale improvisatieconcours van Linz. Sinds januari 2020 is hij cantor van de Westerkerk van Amsterdam.

Tijdens het lunchconcert speelde hij vooral stukken van Bach, afgewisseld met een tweetal improvisaties. Bij de eerste improvisatie maakte hij een uitstapje naar van Beethoven, ‘Ode an die Freude’. Het werd een swingende versie. Bij de tweede improvisatie kon ik geen basis ontdekken. Bij navraag bleek hij de letters van de Componist te hebben vertaald in muziek… Dat zou Bach driehonderd jaar geleden ook hebben kunnen doen…

De orgelstukken van de grootmeester zelf vergden nogal wat van de organist. Bij de prelude en Fuga in b klein (BWV 544) trok Bogerd even de registers open.
Je kunt denken, orgel is orgel, altijd hetzelfde. Maar als je je er wat in verdiept en met name als je naar orgelconcerten gaat en je volledig kunt richten op de muziek, dan ontdek je de diversiteit en de complexiteit van het instrument. Zo blijkt uit met name het slotstuk, de Toccata in F Groot (BWV 540) dat de organist over snelle en soepele voetjes moet beschikken.



Het Bachorgel
De Grote Kerk beschikt over een drietal orgels waaronder een klein kabinetorgel, ongeveer 100 jaar geleden aangekocht. Het oorspronkelijke orgel van de kerk dateert uit de jaren 1660. Er was altijd wel gedoe geweest over het orgel en twee honderd jaar later werd het oorspronkelijke orgel dan ook vervangen. In 1859 werd een presentatieconcert verzorgd. Maar ook aan dat orgel moest constant gesleuteld worden.
Rond 1980 werd het idee geboren om in de Grote Kerk een tweede grote orgel te bouwen, geheel vanuit het idee dat Bach en zijn tijdgenoten daar dolgraag op zouden spelen, een barokorgel. Alle nette mensen van Dordrecht werden opgetrommeld en het zou meer dan 25 jaar duren voordat het plan uiteindelijk gerealiseerd werd. Het is natuurlijk ook niet zomaar iets… Het Bachorgel van de Grote Kerk is een uniek instrument, gebaseerd op de orgels van Gottfried Silbermann, tijdgenoot van Bach. Nederlandse wereldtoppers als Ton Koopmans en Gustav Leonardt hebben als adviseur hun naam verbonden aan dit unieke Dordtse project. Het Bachfestival dankt zijn bestaansrecht aan dit Bachorgel.

Ik kijk al weer uit naar het lunchconcert van morgen, in de Kunstkerk, met Kaat Schraepen, altviool. Toegang is gratis.


Zondag 24 juni

Ketting-Johannes
Precies driehonderd jaar geleden werd de Johannes Passion voor het eerst uitgevoerd. Al snel bleek dat Johann Sebastian Bach hiermee iets bijzonders had gecomponeerd. Zoals we in de zestiger jaren de discussie hadden wie er nu beter waren, the Beatles of the Rolling Stones, zo voeren we al enkele eeuwen de discussie wat nu mooier is, de Mattheus of de Johannes. Deze discussie zal nooit stoppen.
Driehonderd jaar later vormt de Johannes in ieder geval het muzikale hart van het Festival. Gisteren vond een heuse wereldpremière plaats in de Wilhelmina Kerk. Componist des Vaderlands Anne-Maartje Lemereis componeerde een eerste gedeelte van haar Johannes. Ze beschouwt dit als een start van wat een  ‘Ketting-Johannes'  moet gaan worden. De nieuwe schakels worden aan deze eerste toegevoegd in samenwerking met (amateur)koren uit telkens een andere stad. Voor het libretto heeft ze bij dit eerste deel samengewerkt met de Dordtse stadsdichter Swendeline Ersilia.

Anne-Maartje Lemereis heeft met deze start van haar Ketting een prachtig wat ingetogen muziekstuk gecomponeerd.



Ons eigen Drechtsteden Bachkoor, aangevuld met zangers uit de regio, werd begeleid door een viertal musici. Zij gebruikten muziekinstrumenten die ook klonken in de tijd van Bach: Traverso, hobo, Viola da Gamba en orgel. De Johannes van Anne-Maartje Lemereis is niet zo zeer een religieus werk.“Het moet een open stuk blijven waarin de schoonheid van de traditie waarmee we de Paastijd beleven wel een rol mag spelen, maar dat niemand uitsluit.”

Onderwerp van dit eerste deel is de verhouding tussen mens en natuur. Komt het lijdensverhaal toch weer even terug, de mens kan lijden onder de natuur, maar de natuur lijdt ook onder de mens.



Vanaf vandaag gaat de Ketting-Johannes op reis. Volgend jaar vormt Nijmegen het decor van de volgende schakel.

Programma naast de Ketting
Voorafgaand aan de première klonk muziek van onder meer Felix Mendelssohn Bartholdy, één van de grote navolgers van Bach en Georg Phillip Telemann, tijdgenoot van Bach. Ook de ‘eerste’ componist des Vaderlands, Pieterszoon Sweelinck stond met Psal 138 op het programma, prachtig uitgevoerd door ons onvolprezen Drechtsteden Bachkoor. Net als bij de oorspronkelijke Johannes werd het concert afgesloten met het slotkoraal ‘Ach Herr, lass dein lieb Engelien’.

Onze stadsdichter Swendeline Ersilia droeg een viertal van haar gedichten voor die perfect pasten bij het overige deel van het concert. Met thema’s als verbinding, angst voor wat komt, over de puinhoop die we als mensen maken. In het gedicht‘Voor zij die leven’biedt ze steun voor alles wat door alle puin heen bloeit, In het gedicht‘Geef maar aan mij’ heeft ze het over de steun die je elkaar kunt bieden in tijden van eenzaamheid. In de snelheid van het moment heb ik het volgende in mijn geheugen opgeslagen: Geef maar aan mij de eenzaamheid en ik zal schuilen in de stilte, zelfs onder de rivieren die jouw gezicht opstromen.

Best of Bach en Einaudi



Pianist Jeroen van Veen verzorgde in de tuin van het Dordrechts Museum met zijn bijdrage van het festival de (piano)muziek van Ludovico Einaudi met Johann Sebastian Bach. Vanwege de grote belangstelling werd later op de avond het recital herhaald. Voor mij bood dat de gelegenheid om even tot rust te komen met een Bach-hap in het festivalhart bij het Filmtheater De Witt…
De prachtige locatie voegde werkelijk iets toe aan het geheel, niet alleen wat de sfeer betreft, maar ook de verbazingwekkende akoestiek. Het volle bladerdak van de schitterende grote museumtuinbomen zorgde er voor dat de vleugel zonder versterking volledig tot zijn recht kwam.



We kennen allemaal de pianomuziek van Einaudi en die van Bach. Beide heel mooi en melodieus. Verder wel erg verschillend. Einaudi maakt mooie filmische, wat zoete muziek. Bach houdt het eigenlijk erg simpel maar reikt toch altijd weer dieper. Jeroen van Veen wisselde consequent een stuk van de twee componisten af. Nu lag ik heerlijk op mijn matje in het gras te genieten van de muziek en de omgeving met alle bijgeluiden van vogels honden en katten uit de buurt. Voor mij had een keuze om eerst alles van de ene en daarna alles van de ander te spelen beter geweest. Nu moest ik toch te veel en te vaak schakelen. Een paar jaar geleden had ik in mijn eigen theatertje een pianist uitgenodigd die Bach combineerde met Phillip Glass. Die combinatie leverde een magisch moment op. Ik heb genoten, zeg het nog een keer maar de magie moest dit keer meer komen van de atmosfeer dan van de combinatie Bach Einaudi.

Na afloop weer op de fiets door het prachtige oude centrum richting mijn huis. Op de Wijnstraat tegenover de Wijnbrug staan twee jonge mensen te staren richting een paar bloemen die op de grond liggen. Erboven een foto van en jongen. In het weekend is op die plek deze jongen neergestoken en overleden. Dan valt eigenlijk alles in een hele grote put.




Zaterdag 22 juni, drie keer Bach

‘Dichter bij Bach’
Met het programma ‘Dichter bij Bach’ verbinden de makers het Leipzig in de tijd van Johann Sebastian Bach, driehonderd jaar geleden, met het Dordrecht van nu. En dat in de Biesboschhal, een industriële locatie in een gebied waar de grootste zorg van de bewoners wellicht de verontreiniging is, veroorzaakt door Chemours.

Bedenker, samensteller en presentator David Prins van muziektheater Hollands Diep neemt ons mee in die reis door stad en tijd. In een stad wordt gefeest, getreurd en gezorgd. Dat was in Leipzig zo, en nu ook weer in Dordrecht.

We wandelen door het Leipzig van Bach.. Onder begeleiding van toetsenist Charlie Bo Meiering zingt het Drechtsteden Bachkoor seculiere cantates van Bach die betrekking op de plek waar we langs komen. De Dordtse spoken word artiesten Boike Wieman en Freddie den Besten brengt ons dan weer naar onze eigen tijd en plek terug. Meer hun eigen plek en tijd, dat maakt het heel boeiend.



Van Jachtslot naar de stadspoort
De wandeltocht begint in de heuvels van Leipzig waar een feestje wordt gegeven in het jachtslot. Het resultaat van de drijfjacht wordt dezelfde avond nog geconsumeerd met de nodige drank. De van de sacrale cantates en passies bekende Bach verzorgt er de muziek met onder meer “Ihr lieblichste Blicke, Ihr freudige Stunden, Euch bleibe das Glücke auf ewig verbunden!” lang leve vorst Christian!! Freddie den Besten droomt van de hemel terwijl ze al in de zevende zit. Over een feestje zonder gasten.

Van het feestje bij het Jachtslot begeven we ons naar de begrafenis van keurvorstin van Saksen en koningin van Polen. Het Drechtstedenkoor zingt “Doch Königin, du stirbest nicht, man weiss, was man an dir besessen”. In een mooi klassiek gedicht treurt Boike Wieman om een geliefde Sofie: “Lieve Sofie je was laatst jarig …” het gemis blijft, ook al is ze drie jaar geleden gestorven.

Via de Thomas Schule en het Koffiehuis Zimmerman beëindigen we de wandeling door Leipzig bij de stadspoort, omringd door lindebomen. Op elke locatie heeft Bach zijn muzikale voetsporen achtergelaten, met af en toe een wijze les, Wacht niet met vertellen wat je te vertellen hebt, het kan wel eens te laat zijn…

Waar we in Leipzig bij de stadspoort eindigen, besluiten we in Dordrecht uiteraard aan de rivierkant, waar de rivieren aankloppen om rustig verder te meanderen, en waar elke Dordtenaar zich afvraagt of de afbouw nog gereed komt. “de kleinste stukjes schoonheid zijn het luidst in jouw lied”, aldus onze spoken word artiesten.



De seculiere cantates
We kennen Bach toch vooral van zijn grote en minder grote religieuze muziek. De muziek van dit concert waren seculiere cantates, naar aanleiding van gebeurtenissen in de stad, waar Bach vervolgens muziek voor schreef. Deze muziek vonden we regelmatig weer terug in zijn religieuze muziek.

Een bijzonder geslaagde poging om met de artistieke mogelijkheden die we beschikbaar hebben het Leipzig van driehonderd jaar (met de muziek van de grote componist) geleden te verbinden met het Dordrecht van nu (met de Dordtse spoken word artiesten) Dit alles onder leiding van dirigent Johannes Gierl en toetsenist Charlie Bo Meijering.



James Oesi & Dudok Quartet Amsterdam
Na twee concerten in de Biesboschhal werd het tijd voor een concert in het festivalhart. Dit hart vinden we in het centrum van de start bij het filmtheater De Witt en de Kunstkerk. Het was wat weggepropt in de brochure, maar daarin konden we ergens al lezen dat artistiek leider Marieke Hopman wordt opgevolgd door James Oesi. Oesi is contrabasist en componist. En in deze rol troffen we hem dan in de Kunstkerk, met het Dudok Quartet Amsterdam. Van het oorspronkelijke programma, opgenomen in de festivalbrochure, werd behoorlijk afgeweken. Meer Bach en dat was eigenlijk wel terecht. Oesi begon zelf met de suite nr. 1 BWV 1007, oorspronkelijk voor cello, maar nu omgezet naar de contrabas. En uit de eerste noten blijkt wat voor tovenaar James Oesi is op zijn instrument. Hierna werd het podium allengs voller. Ik spring direct maar even naar het stuk ‘Jesu wir sind hier’. Voor mij de bevestiging dat Bach groots is in seculiere muziek, zoals de cellosuites, Goldberg variaties, maar echt onsterfelijk is geworden met zijn sacrale cantates en grotere religieuze muziekstukken.
Eigenlijk weet ik niet waar mijn ziel zit, wie wel overigens. Maar als ik naar stukken als ‘jesu wir sind hier’ luister, en dan zo dicht op de uitvoerende musici, dan hoef ik dat niet te weten, ik voel gewoon dat ie ergens zit, maakt niet uit waar.



Van het oorspronkelijke programma bleef een stuk van de hedendaagse Caroline Shaw staan. Ik kon de verbinding van Bach niet helemaal plaatsen, maar spannend was het wel. Ook het quintet opus 77 van Dvorak stond op het oorspronkelijke programma en werd -terecht- gehandhaafd. Nu ben ik een groot fan van deze Tsjechische componist. En ik werd niet teleurgesteld. Wat een pracht, wat een melancholie en ook wat een kracht. Het vijftal steeg ook hier tot grote hoogte.
Mijn eerste conclusies over dit optreden: Laten we hopen dat James Oesie niet te veel in beslag genomen gaat worden door zijn nieuwe plek in muziekland, namelijk artistiek leider en dat hij nog meer dan regelmatig met zijn contrabas het podium op stapt. Mijn tweede conclusie: Het Dudok-Quartet mag bij een volgende Bachfestival niet ontbreken!! Maar gezien de fantastische interactie tussen kwartet en de toekomstige artistiek leider kunnen we voor het volgende festival één naam alvast invullen.



Orgel Proms in de Grote Kerk
Op naar een volgend prominent onderdeel van de grootheid van Bach: Bach de orgelman. De Grote Kerk vormde het decor om Bach als componist van orgelwerken te eren. Na een aantal orgelwerken op het bachorgel van de grote meester zelf, uitgevoerd door toporganisten uit de regio begon de componist David Dramm met het hoofdwerk van de avond, zijn eigen compositie Sanctuary. Zaten we bij de eerste Bach-werken nog in de comfort van het bekende, met de erg melodieuze prachtwerken van Bach, David Dramm schudde ons stevig wakker. Toen dat geweld nog niet helemaal uitgeklonken was werd het publiek meegevoerd richting het nog grotere oorspronkelijke kerkorgel waar net als bij het Bachorgel de registers flink open werden getrokken. Als Bach driehonderd jaar later was geboren dan zou hij zomaar ook dit soort orgelwerken hebben gecomponeerd. De voor mij nieuwe orgelwerken leverden een bijzondere luisterervaring op. De mogelijkheden die het grote kerkorgel te bieden hebben, werden ten volle benut. Na een tweede verplaatsing in de kerk haakte ik af. De visuele effecten en de dansers kregen me niet meer mee. Niettemin vormde deze avond Grote Kerk een bijzondere kennismaking met de orgelmuziek van toen en van nu.
En wat kan een Dordts Bachfestival zonder programma’s in de Grote Kerk? Alsof je straffeloos een Bachfestival in Leipzig zou organiseren en de ThomasKirche en de NicolaiKirche kon negeren als speellocatie.



Wat staat ons op zondag 23 juni te wachten:

  • Een ochtendwandeling met poëzie en live muziek, 10.00 uur, bij het Biesboschcentrum
  • Bach tot he Future (8+), een familievoorstelling, 13.00 uur in De Witt filmtheater
  • Loks four generations of sound, 15.00 uur, in het Onderwijsmuseum, wereldpremiëre
  • De ketting-Johannes, wereldpremiere, 17.15 uur Wilhelmina Kerk
  • Best of Bach en Einaudi, met Jeroen van Veen, 20.00 uur in de tuin van het Dordrechts Museum


Vrijdag 21 juni, openingsconcert 'In Your hands'
Leipzig 1724.In de Nicolaikerk van Leipzig vindt de premiere plaats van de Johannes-Passion van Johann Sebastian Bach. Liever had de componist zijn nieuwe compositie in de andere kerk, de Thomaskerk, laten uitvoeren. Gisteren vond in de Biesboschhal, bepaald geen sacrale omgeving, de start plaats van het Bach-festival met de voorstellingIn Your hands.Met een in alle opzichten verrassende versie van het de Johannes-Passion. En dat op de avond dat het Nederlands elftal in de voetbalkathedraal van Leipzig een interland afwerkte tegen Frankrijk.



De Johannes-Passion
De basis van dit grote werk van Bach vormt het Johannes-evangelie. Oorspronkelijk bedoeld voor een relatief kleine bezetting met koor en solisten. Aria’s worden afgewisseld met koren. Het verhaal kunnen we volgen via de evangelist. Is de Mattheus vooral een lijdensverhaal, in de Johannes ligt de nadruk meer op jezus de heerser. Het openingskoor begint met “Herr unser Herscher, dessen Ruhm in allen Landen herrlich ist!” Een krachtige Jezus minder de lijdende Jezus.

De Passion van de Biesbosch
In de volle Biesbosch-Hal is de Bach-compositie muzikaal in een nieuw jasje gestoken. Gezegd moet worden dat de oorspronkelijke versie niet eens zo ver weg ligt. De Finse componist en gitarist Kalle Kalima heeft een fraaie bewerking verzorgd, uitgevoerd door B’Rock Orchestra & Vocal Consort. Mede vanwege de excentrische positie die het orkest en de solisten in de hal hadden gekregen ging de aandacht toch meer naar het visuele onderdeel van de avond dan naar de muziek. De bijdrage van het acrobatencollectief Tal Tales Company was bijzonder. Ik plaats Tal Tales nu in het hokje van de acrobatiek, maar daar doe ik dit gezelschap toch tekort mee. De voorstelling betreft een bijzondere mengeling van dans, acrobatiek, jongleren en fysiek theater. De thematiek wordt boeiend in beeld gebracht, waarbij het viertal perfect gebruik maakt van het stalen interieur van de hal. Jezus blijkt een vrouw die zich gracieus naar de nok van de hal danst.

De Johannes in het Festival
De Johannes-passion vormt een rode draad door het festival en keert in verschillende vormen terug. Op zondag 23 juni wordt gestart met een Johannes-ketting, waarbij de componist des Vaderlands en de Dordtse stadsdichter een eigentijdse versie van de Johannes presenteren. Op zaterdag 29 juni wordt de Johannes-Passion van Arvo Pärt uitgevoerd. Ik kijk er naar uit!



Vrijdag 21 juni, vooruitblik Bachfestival

Negen dagen Bach in Dordrecht. Wat een weelde!! Negen dagen muziek, performances, premieres van nieuwe composities en, gelukkig, ook gewoon veel Bach zelf. Op deze plek ga ik een Bach-journaal bijhouden. Elke dag schrijf ik over het festival en over de grootste componist aller tijden. Dit jaar vormt filmtheater De Witt en de Kunstkerk het kloppend hart van het festival. In de brasserie van De Witt kun je als lunch een Bachhap nemen, je kunt er ook een avonddiner gebruiken voordat je naar een concert gaat. In de Kunstkerk kunnen we de hele week terecht om de expositie ‘’Art of living’ te bezichtigen. In de lounche van het filmtheater zijn bijzondere filmregistraties te zien van Bachconcerten.

Het volledige programma staat online: www.bachfestivaldordrecht.nl, ook voor actueel nieuws kun je er terecht.

Opening
Vanavond wordt het festival geopend in de Biesboschhal met het openingsconcert ‘In Your Hands’.  B’Rock Orchestra & Vocal Consort   brengen een eigen versie van de Johannes-Passion. Het concert wordt aangekondigd als een “unieke en visuele vertaling”. Vanavond maken we ook kennis met artist in residence van het festival ‘Tall Tales Company’, een acrobatengroep die van acrobatiek een kunstvorm maakt. De geselecteerde aria’s en koralen worden door vier acrobaten in beweging gevisualiseerd.
Ik heb het zojuist nog geprobeerd, er zijn volgens mij nog kaartjes te krijgen.



Om al vast in de stemming te komen heb ik mijn boeken- en cdkast maar weer eens geplunderd. De hele week de ene cantate na de andere, passies en orgelwerken. Ik heb ook mijn boeken over Bach weer eens doorgebladerd. Eerlijk gezegd, ik ben wel een beetje een luisteraar van de oude stempel. Het liefst hoor ik Bach in een kerk of een goede concertzaal. In zo oorspronkelijk mogelijke versies. Maar ik sta graag open voor ervaringen zoals we die op het Festival mogen beleven. Om me op nieuwe belevenissen wat in te stellen heb ik naast de oude Bach deze week ook naar Bach in allerlei nieuwe jasjes geluisterd waaronder Bach in een jazz-jasje... Met onder meer grootheden als Stephane Grappelli, Oscar Peterson, Toots Thielemans en Stan Getz...

Wordt vervolgd!!


Meer over:
Cookies

Deze website gebruikt noodzakelijke cookies voor een correcte werking en analytische cookies (geanonimiseerd) om de statistieken van de website bij te houden. Marketing cookies zijn nodig voor laden van externe content, zoals YouTube-video's of widgets van Sociale Media. Zie ons cookiebeleid voor meer informatie, of om je instellingen later aan te passen.