Dichter Jacques Perk heeft in 40 steden straatnaam niet in Dordrecht waar hij 10 juni 1859 werd geboren

DORDRECHT - Jacques Perk is niet oud geworden, 22 jaar; de dichter die in Dordrecht is geboren en over tweehonderd jaar nog in de boeken over Nederlandse literatuur staat. We vieren zijn verjaardag op 10 juni.
De jonge theoloog Marie Adrien Perk kwam in 1855 vanuit Delft met een boot voor een proefpreek naar Dordrecht. Hij kende stad noch Dordtenaar. Dordrecht was zoals Albert Cuyp de stad had geschilderd. Grote pakhuizen en havens vol zwaar bevrachte binnenschepen met hoge masten die de platte toren van de Grote Kerk begeleidden richting grauwe luchten.
De preek die de jonge man bij zich had moest de kerkeraad ervan overtuigen dat hij degene was die in aanmerking kwam voor de vacature in de Waalse gemeente, een vacature die al te lang open stond.
Op zondag 9 december 1855 werd Marie Adrien Perk als ‘pasteur’ met handoplegging bevestigd door de Rotterdamse predikant P.J. Marcus. Dominee Perk was een gezagsgetrouwe dienaar van het woord. Maar ook was hij liefhebber van feestjes die de Dordtse notabelen organiseerden. Daarnaast was hij actief lid van ‘Diversa sed Una’, de Dordtse afdeling van de ‘Hollandsche Maatschappij voor fraaie Kunsten en Wetenschappen’.
In 1857 werd het huwelijk van Marie Adrien Perk en jonkvrouw Justine Georgette Caroline Clifford Kock van Breugel voltrokken. Een mooi en jong bruidspaar. Ze betrokken een woning op de Voorstraat, schuin tegenover de Munt, dat vrij snel werd ingeruild voor een ruimere woning aan de Lange Breestraat. Het leven van het domineesgezin was ingericht.
De stad van de synode bleef trouw aan haar traditionele rechtzinnigheid. Dominee Perk was van de Dordtse predikanten één van de meest liberale.
Het eerste kind van het jonge echtpaar stierf, net een jaar oud. De jeugd van Adrien en Justine was voorbij. Negen weken na het overlijden van zijn oudere broertje, op vrijdag 10 juni 1859, werd een tweede kind geboren, Jacques Fabrice Hermann. Het nieuwe leven voelde als een troost. “De glimlach waarmee de moeder neerkeek in de wieg had een floers van weemoed en schroom, als kon zij niet geloven in de duurzaamheid van dit geluk”. Deze Jacques werd ‘Jochie’ omdat de dienstmeid zijn echte naam te moeilijk vond…
Vaak ging hij spelen bij de familie van Deventer, woonachtig in het Steegoversloot, met Charles en Mientje op wie hij een beetje verliefd was…. Ook stond hij graag bij de schiettent op Het Hof, waar in die tijd de kermis stond.
In 1862 verhuisde het gezin naar de Wijnstraat. Daar werd in 1866 een derde zusje geboren. Het meisje was en bleef zwak en stierf enkele maanden later.
Vader Perk had inmiddels een bijbaan als vervanger in Breda, waar zijn collega was gestorven. Uiteindelijk leidde dit na een verblijf van tien jaar in Dordrecht tot een vertrek naar de Brabantse stad. Dordrecht vormde het eerste decor van het gezin Perk met twee kanten: twee graven lieten ze achter, maar ook een mooie tijd waar de andere kinderen een fijne start konden maken.
Kleine Jacques treurde niet lang om het afscheid van zijn vriendjes in Dordrecht. Ook in Breda, de stad waar zijn moeder jaren had gewoond, zou hij wel aarden.
In 1872 verhuisde het gezin naar Amsterdam. Daar deed Jacques met succes toelatingsexamen voor de Hogere Burgerschool. Vader Perk las graag en had veel contacten in de literaire wereld. Jacques ontwikkelde zich tot een gevoelige en vrijmoedige jongen, met belangstelling voor de kunsten. Hij tekende veel, speelde viool en schreef voor school opstellen in een persoonlijke stijl.
Jonge Jacques was Dordrecht nog niet vergeten. Tijdens een kerstvakantie van 1875 logeerde hij bij de familie van Deventer, aan het Steegoversloot, waar hij een meisje ontmoette die hem totaal overdonderde. Hij zag haar later op weg naar huis toen ze dezelfde trein richting Rotterdam hadden genomen. In zijn ontwapenende bedankbrief aan de heer en mevrouw van Deventer schrijft hij: “Uit de hoogte van de idealen, waartoe ze door mijne opgewondenheid was verrezen, plofte ze neêr tot het peil der gewone menselijkheid. Ik zag haar voortgaan; lachte mij zelve in stilte uit en voelde mij verlicht. Hiermede eindigt nu deze geschiedenis, zou het niet meer zoo gaan met dergelijke verliefden!?”
De dichter van de liefdes-sonnetten was geboren. Jacques Perk, ook wel de eerste impressionist van de Nederlandse poëzie genoemd, stierf in 1881, twee en twintig jaar jong. Over de dichter Jacques Perk en de laatste jaren van zijn korte leven gaat mijn volgende bijdrage.
We weten het allemaal, Dordrecht kent een grote geschiedenis. Met grote namen en historische plaatsen. Jacques Perk is zo’n grote naam. Zoals eerder geschreven: over tweehonderd jaar zal hij in de boeken over de Nederlandse literatuur met grote waardering worden opgenomen. Misschien wel de enige met Dordts bloed in de aderen. Al eerder is in dit platform gemeld dat in meer dan veertig steden een straat naar hem is vernoemd. In Dordrecht moeten we het doen met een gedenksteen die in 1959 in de Lange Nieuwstraat 10 is geplaatst, waar ooit zijn geboortehuis stond. Er staan enkele, inmiddels vrijwel onleesbare regels uit het gedicht ‘Hemelvaart’. In dit gedicht, onderdeel van de Mathilde-cyclus, ontvlucht hij de wereld:
De ronde ruimte blauwt in zonnegloed,
En wijkt ver in de verte en hoog naar boven, -
Mijn ziel wiekt als een leeuwrikslied naar boven,
Tot boven ’t licht haar lichter licht gemoet:
Zij baadt zich in de lauwen aethervloed,
En hoort met hosiannaas ’t leven loven, -
Het floers is weg van de eeuwigheid geschoven,
De godheid troont …. diep in mijn trotsch gemoed;
De hemel is mijn hart, en met den voet
Druk ik loodzwaar den schemel mijner aard’,
En, nederblikkend, is mijn glimlach zoet:
Ik zie daar onverstand en zielevoosheid …
Genoegen lacht … ik lach … en met een vaart
Stoot ik de wereld weg in de eindeloosheid.