De teef en de hommel
Graffitiverwijdering is in Dordrecht een speerpunt. Wat ik me afvraag: maken graffiti verwijderaars onderscheid in de teksten die ze weghalen. Laten ze soms iets staan omdat een tekst aanspreekt of emotioneel raakt? Speelt persoonlijke voorkeur daarbij een rol? Komt dat aan de orde tijdens hun werkoverleg? Is principiële werkweigering mogelijk?
De aanleiding tot deze overdenking is dat ik een mij vertrouwde tekst mis. ‘Ik wil je nooit meer kwijt teef´, stond jarenlang geschreven op een lieflijk bruggetje. Van verre wist ik dat mijn haatliefde-punt naderde, zoals ik deze niet te vermijden routemarkering had gedoopt. Participerend onderzoek - ik ben er eens een keer voor gaan zitten, daar stond speciaal een bankje voor - leerde me dat elk wandelend stelletje, na met deze uiting geconfronteerd te zijn, inniger doorslenterde. Deze kreet riep onontkoombaar keer op keer vragen op. Zijn ze nog bij elkaar? Zijn geliefden met relatieproblemen hierdoor allebei over de brug gekomen? De hanenpoten suggereerden dat tijdens het neerkalken emoties een grote rol speelden. De letters dropen en teef was in een fellere kleur weergegeven. Kon het ook over een relatie tussen een mens en een dier gaan? Was er een wijfjeshond doodziek?
Hoe vergaat het deze graffitischrijver? Kent hij het verhaal van Ramses Shaffy. Die staat samen met een zenuwachtige collega-artiest - die zich eerder laatdunkend over hem heeft uitgelaten - op de trap die hen tree voor tree naar beneden brengt op het podium van het Concertgebouw. Dat theater kent geen coulissen waardoor je via de zijkant op kunt komen. Het is een lastige trap, één misstap en je gaat op je snufferd. ´Weet je wat het verschil tussen jou en mij is?´, zegt Shaffy tegen zijn collega die last heeft van bibberende knieën: ´Als jij beneden bent, ben je blij dat je er bent. Ik geniet van elke stap.´ Soms schiet deze anekdote me bij het ontwaken te binnen. Is het geen metafoor voor het leven? Het leven is een geschenk, maar je krijgt het niet cadeau. Door de herinnering aan dat verhaal stap ik dan net even anders uit bed. Ik voel me dan net een hommel.
De hommel heeft een lichaamsgewicht van 0,7 gram en een vleugeloppervlakte van 1,3 vierkante centimeter. Volgens alle wetten van de aërodynamica kan ze niet vliegen. Gelukkig weet ze dit niet, dus vliegt ze. De wens is de vader van de gedachte.