Geluk is een toiletpot
Ieder mens heeft zo zijn afwijkingen. Volgens de almachtige psychiatrische bijbel DSM-5 is er bij 50 % van de mensheid wel wat mis. Van cafeïneverslaving tot schizofrenie, om maar iets te noemen. Mijn laatste baan in loondienst was bij een sociale werkvoorziening, waar mensen met enigerlei vorm van beperking werken met een onderscheid in zogenaamde Wsw-ers en ondersteunende ambtenaren. Destijds was me het onderscheid tussen deze twee categorieën werknemers vaak niet duidelijk. Integendeel, het werd me juist duidelijk dat iedereen een handicap heeft. Wat te denken van een voortdurend chagrijnige voorman vergeleken met een altijd vrolijke jongeman in een rolstoel.
Enfin, terugkomend op afwijkingen, ik lees gedichten of korte verhalen op het toilet. Het is een fijn tijdverdrijf waarin ik het nuttige met het aangename verenig. Misschien een goed idee om op deze wijze ontlezing tegen te gaan. Waarom zijn daar geen posters van? Iedereen maakt tenslotte gebruik van een toilet. Het enige risico is dat je het te gezellig maakt, kijk dus uit met sfeerverlichting.
Mijn meest recente toiletboek is van Rutger Kopland, getiteld Geluk is gevaarlijk. Het doet me denken aan deze verkiezingstijd waarin het vaak gaat over gelukszoekers. Daarmee worden immigranten bedoeld die naar Nederland komen in de hoop op een beter leven. Mensen die – ja, inderdaad – op zoek zijn naar geluk. In die zin zijn de essenties van het levenslied Een eigen huis zo gek nog niet:
Een eigen huis, een plek onder de zon
En altijd iemand in de buurt, die van me houden kon.
Al is het dan toch jammer dat daarop volgt:
Toch wou ik dat ik net iets vaker simpelweg gelukkig was.
Zolang de mensheid bestaat zijn we op zoek naar momenten van geluk die we hopen te vinden in ondermeer liefde, veiligheid en een huis. Onlangs was ik in een café waar acht nieuwkomers hun verhaal vertelden. Zij toonden aan dat niet waar je geboren bent, niet waar je vandaan komt, niet waar je graag zou willen zijn, maar daar waar het goed met je gaat jouw thuis is.
Verlangen we uiteindelijk niet allemaal naar geluk? Soms heb ik overal schijt aan en vind ik het geluk in wat mooie zinnen op het toilet.
