Komkommertijd
Alle drie ‘Komkommertijdvakantiecolumns’ (3 x woordwaarde = 186 punten) staan op deze pagina onder elkaar. De laatste staat bovenaan.
Komkommertijd (deel 3): ‘Een ei hoort erbij’
Het viel sommige lezers op dat ik regelmatig op een positieve manier mijn ei kwijt wil. Het onvermijdelijke gebeurde, iemand vroeg ‘of ik iets met eieren had’.
Ik moest er best om lachen, want het antwoord was ‘ja’ en besloot, vanwege de komkommertijd, mijn ‘eierverleden’ met jullie te delen en op die manier mijn ‘Komkommertijdvakantiedrieluik’ af te sluiten.
Geschiedenis
De vader van mijn inmiddels 97-jarige moeder was de Dordtse poelier Gennisse. Bij de naam ‘Gennisse’ denken bijna alle oudere Dordtenaren meteen aan ‘kip’ en bij kip aan ‘eieren’. Het zogenaamde ‘ei-gen’ is mij dus niet vreemd.
Nostalgie
Als kind ging ik vaak op woensdagmiddag met mijn moeder naar het Nieuwkerksplein waar de winkel van mijn oom was (opa was jong gestorven).
Dolle pret vaak met mijn neven, want er werd bijna iedere woensdagmiddag ‘gesorteerd’. Mijn oom was de dag ervoor naar Ede/Barneveld gereden om op de veiling eieren te halen. De vrachtwagen werd daar volgeladen met eierkisten met eiertreesjes van 30 stuks.
Mijn sterkere neven mochten helpen met uitladen en daarna volgde o.a. op de woensdagmiddag de eierschouw.
Dit moest gebeuren, want eieren kunnen niet echt tegen een stootje en er zaten ook wel eens slechte eieren tussen.
Het schouwen was verantwoordelijk werk. Elk ei werd ‘persoonlijk’ benaderd en bekeken. De sorteermachine stond in een enorme werkplaats waar ook plek was voor honderden opgestapelde eierkisten.
Voor we begonnen werd er een kist geopend en werden steeds zes treesjes op de weegschaal gezet om te kijken of het weegmechanisme van de sorteermachine nog goed geijkt was. Daarna werd ‘het sein meester’ gegeven en zette mijn oom de machine in beweging.
Met de hand werden de eieren op een lopende dubbele band met wieltjes gelegd.
De tekst gaat onder de foto's verder
De eieren rolden richting een ‘donkere kamer’ waarin een andere oom zat. In die ‘kamer’ scheen onder de eieren een sterke lamp en daardoor kreeg je bijvoorbeeld te zien of het ei een goede dooier had ( je had ook ‘bloedeieren’) en of hij heel was. Bij twijfelgevallen werd een ei extra bekeken door een nog sterkere lamp. De ‘kneusjes’ werden er uitgehaald.
Op de treetjes zaten kleine en grote eieren door elkaar en die moesten via de sorteermachine per ‘soort’ verpakt worden in doosjes of in nieuwe treetjes van 30 stuks.
Na de ‘donkere schouwkamer’ rolden de eieren via de lopende band naar het sorteergedeelte. Er werd gesorteerd van een ‘nul’ (de hele grote eieren) t/m ‘zes’. Zodra het ei door de ‘keuring’ was zette de machine het juiste stempel op het ei.
De vijfjes en de zesjes waren voor mij. Tijdens het sorteren stond ik op een eierkist, had een schortje om en met mijn grijpgrage kleine handen raapte ik de naar mij toe rollende eieren en vulde de doosjes van 10 of de treesjes van 30. Mijn neven raapten vooral de grotere eieren. Als de treesjes zes hoog waren gestapeld dan werden ze van de sorteermachine gehaald en overgeladen in een eierkist. In zo’n kist konden maar liefst 360 eieren!
HELP!
Soms zat er in zo’n eierkist dezelfde ‘eiermaat’. Zodra het stempel zijn best had gedaan rolden de eieren allemaal naar hetzelfde ‘vakje’ en stapelden de eieren zich net zolang op totdat de ‘raper’ het niet meer bij kon houden.
Dat was voor mij vaak een dingetje. Ik wilde niet toegeven dat ik de eieren niet kwijt kon en dat leverde soms wat extra barstjes op zodat de sorteermachine gestopt moest worden. De schade (eierstruis) van de gebroken eieren werd opgeruimd, de hele eieren werden snel door mijn oom in een treesje/doosje gedaan en kon er weer opgestart worden totdat er een nieuw moment kwam dat ik mijn eieren weer niet kwijt kon.
Vaak mocht ik als ‘beloning’ aan het eind van de middag mee naar één van de vaste afnemers. De ‘koekjesfabriek Victoria’ (Nu winkelcentrum ‘Maasplaza’). Daar kreeg ik vaak een zak met breuk (meestal pennywafel).
Op dezelfde woensdag reed een andere oom van mij (Adrie) met de auto een ronde in de Dordtse-en Hoekse waard om bij diverse boeren de eieren op te halen. De eieren waren bij de boer goedkoper dan op de veiling.
’s Avonds, als ik de slaap niet kon vatten, telde ik geen schapen, maar uiteraard eieren.
Bonus weetje
Mijn oom Aart en Ton waren mede-eigenaren van de REO (Rotterdamse Eier Onderneming of Rotterdamse Export Onderneming). Het Amerikaanse leger in Duitsland was een grote ‘klant’. Om te voorkomen dat er ook maar één verkeerd ei bij zat, gingen de eieren twee keer door de sorteermachine. Uiteraard werd daar extra voor betaald.
Hopelijk is het nu iets duidelijker waarom ik af en toe mijn ei kwijt moet. Het zit gewoon in mijn genen en gelukkig kreeg ik ook het positieve ‘ei-gen’ mee.
Tip:
In de Podcast ‘Blijf maar’ van Caty Groen kunt u luisteren naar vele verhalen over winkels in Dordrecht in de jaren 50 en 60.
Voor de Podcast over ‘Gennisse’ klikt u hier.
* Met dank aan mijn neef Ruud Gennise (foto's) en Caty Groen (Podcast)
----------------------
Komkommertijd (deel 2): ‘Na ergernis komt zonneschijn’
In deel 1 van deze vakantiecolumn verklapte ik dat de meeste supermarktbezoekers hier in Burgh-Haamstede niet echt vrolijk rondkijken. Enig uitleg is wel nodig, maar het was gewoon teveel om de winkel-ervaringen in het eerste deel van de vorige ‘columnkommer’ te proppen.
Mijn vrouw is van de boodschappen en dat is in Zeeland niet anders. Bovendien doet ze dit het liefst alleen. Welke man zou daar niet blij om zijn ;).
Er zijn hier in Burgh-Haamstede twee supermarkten en dat is helemaal niet verkeerd voor de 4200 inwoners.
In het zomerseizoen is dat wel ‘iets’ anders. Dan moet je dit getal met 8 vermenigvuldigen en doen er ineens meer dan 30.000 mensen boodschappen! Gelukkig niet tegelijk, want men komt natuurlijk niet alleen naar Zeeland om boodschappen te doen.
Ook Zon, zee, zand en z…… (denk aan veel drinken) slaan hier de klok. En die klok slaat hier héél vroeg! Wil je echt succes hebben in de super dan moet je toch echt heel vroeg je bed uit en dat doet mijn vrouw dan ook. Maar helaas voor haar doen dit meer vakantiegangers.
Ik verheug me altijd op haar thuiskomst. Ze heeft dan altijd ‘leuke’ verhalen over onze ‘Oostburen’.
Zoals: ‘Die gaan dus met z’n allen naar de supermarkt en eenmaal binnen laten ze hun kinderen los.’
‘Zetten hun karretje midden in het gangpad, zodat je er niet door kunt’.
Ik hoor het aan en denk alleen maar: ’Gelukkig hebben ze in de winkel hun fietshelm niet op’.
Als we onverwachts visite krijgen word ik erop uitgestuurd. Voor een paar boodschappen draai ik mijn hand niet om, want ik heb ook in Dordrecht een boodschappentruc. Ik ben niet zo van het zoeken en loop zo snel mogelijk naar de eerste de beste vakkenvuller en binnen een paar minuten loop ik de winkel uit. Eenmaal thuis krijg ik een “Nu al terug?” te horen.
In Burgh-Haamstede gaat dat heel anders, maar ik gebruik wel mijn truc. De dichtstbijzijnde super is ‘Appie’ *. Ik neem tegenwoordig mijn telefoon mee voor ‘Google Translate’. De reden daarvan is dat Appie in het zomerseizoen een beroep moet doen op vele invalkrachten. De meeste nieuwe vakkenvullers spreken geen Nederlands en laat staan dat ze weten wat bijvoorbeeld ‘taugé’ is. Vaak verwijzen ze me dan naar een ander die het ook niet begrijpt.
Mijn eerste vraag is dan ook niet wáár ik de taugé kan vinden, maar in welke táál ik ze moet toespreken. Is dit eenmaal duidelijk dan helpt ‘Google’ en de vakkenvuller me verder. Daarna is de taugé snel gevonden.
Speciaal voor u - en in de ‘Bonus’ - een aantal vertalingen voor het woord ‘taugé’:
baraeim alfasulia (Arabisch), boontjiespruite (Z-Afrikaans), bean sprouts (Engels), kiełki fasoli (Pools), паростки квасолі (Oekraïens).
De tweede boodschap leek zo makkelijk
Opdracht: “Neem ook Cola mee.” Voor die opdracht heb ik geen telefoon nodig. Frisdranken zijn goed vertegenwoordigd en staan altijd op dezelfde plek bij Appie. Eenmaal bij het frisdranken vak, krijg ik het Spaans* benauwd. Zo’n opdracht is niet te doen!
* Opgezocht via Google Translate
Het is echt belachelijk hoeveel ‘Cola’ er is!
De hieronder getoonde fotocollage is bloedserieus en met zorg samengesteld. Flessen groot en klein en voor de blikjes geldt hetzelfde. En dan zijn er ook nog verschillende smaken. Verder de varianten ‘gewoon’ of ‘Zero’. Het aantal flessen en blikjes wordt nog groter ,want de grootgrutter heeft ook nog zijn eigen ‘Cola-look-and-taste-a-likes’.
De tekst gaan onder de foto's verder
Je gaat je toch afvragen waar we met z’n allen mee bezig zijn! “Kan het nu echt niet eenvoudiger en met veel minder soorten!”
Het mag duidelijk zijn dat mijn boodschappentijd in Zeeland vele malen langer is!
Het goede nieuws
Maar ….. het is niet altijd (kom)kommer en kwel bij Appie. Ik kan me namelijk wèl vermaken met de ‘Oostburen’. Is er geen mandje of kar snel voorhanden dan doen ze hun boodschappen zoveel mogelijk in hun fietshelm. Best een komisch gezicht toch! Volgens mij is dit ook de reden waarom ze met hun hele gezin gaan shoppen.
Statiegeldautomaat
De twee statiegeldautomaten staan aan de buitenkant van de winkel. In de nis staat ook een bak voor de flessen die niet herkend worden of geen statiegeld hebben. Verder een kast waar je je lege batterijen kunt inleveren. De nis is overkapt en wordt afgesloten met een rolluik als de winkel gesloten is.
In de zomermaanden wordt er op deze plek nogal wat gezucht vanwege de lange rijen. Niet door mij, ik spaar het op tot eind september.
Oud-Dordtenaar en campinggenoot Ernie* kan niet zo lang wachten. Sinds hij weet dat ik bieretiketten verzamel, slaat hij vrijwel iedere dag zijn slag bij Appie en komt daarna met glinsterende ogen zijn ‘buit’ bij me inleveren. Ik kan inmiddels zeggen dat Ernie een geoefend bier-etikettensnuffelaar is. Zelden komt hij met een ‘dubbele’ aan.
Hieronder een statiefoto van Ernie’s buit en rechts het resultaat na de zware en lastige taak om de etiketten eraf te halen. (Deze laatste afbeelding is overigens exclusief de krachttermen, want wat is dit soms vreselijk werk!)
Het mag duidelijk zijn: “Van mij mogen de statiegeldautomaten in Dordrecht allemaal naar buiten!”. Er zal in onze stad toch ook wel zo’n ‘Ernie’ rondlopen!
* De echte naam is i.v.m. de privacy alleen bekend bij de auteur.
- - - - - - - - - - - - - - - - - - -
Komkommertijd (deel 1) ‘Bedankbaar’
12 augustus 2024 • 18:01 door Ferry Visser
Terwijl Dordrecht (en de Drechtsteden) geel kleurt voor de ‘Tour de France Femmes‘ kleurt mijn huid in Zeeland wat ‘herfstachtig-bruin’ en geniet ik na van de kleur oranje. De kranten stonden er vol van, de rest van de wereld kon niet meer om ‘ons’ heen, want we staan toch echt op de kaart als het om de topsport gaat.
Het leuke is dat ‘wij van Dordt’ ook kunnen zeggen dat er is meegewerkt. Zwemster Kim Busch, waterpoloster Brigitte Sleeking en hockeyster Maria Verschoor waren drie van de 275 Nederlandse sporters die ons land vertegenwoordigden op de Olympische Spelen in Parijs en waren betrokken bij brons en goud (Brigitte en Maria).
Twee weken lang waren er eens leuke dingen waar we over konden praten en zag je ook hier in Burgh-Haamstede vrolijke gezichten (behalve in de supermarkt). In mijn volgende 'columnkomkommertijd' kom ik hierop terug.
De Duitse toeristen zijn hier in Zeeland in de meerderheid (in Parijs 428), maar dit jaar minder vrolijk. Maar ach, wat wil je als dat kleine landje aan ‘das Meer’ hoger eindigde in de medaillespiegel! Volgend jaar zijn ze het vast en zeker weer vergeten en stoppen ze weer wel bij een oversteekplaats waar ze niet eens hoeven te stoppen en kan ik me weer gaan ergeren aan de ‘gehelmde Duitse fietsers’ die juist op de drukste kruispunten niet meer weten waar ze naar toe moeten en met hun mobiel in de hand de rijrichting versperren.
De kater
En toch kan het over vier jaar heel anders zijn. Het huidige kabinet moet en gaat driftig bezuinigen en maar met liefst 45 miljoen euro per jaar op sport. Niet voor niets hebben alle topsporters een landelijke oproep naar het kabinet gedaan om dit vooral niet te doen.
Hopelijk zorgt de Minister van Financiën in september voor een verrassing. Dat het koffertje met de miljoenennota al open staat als het wordt gepresenteerd.
Dat er een verrassing is en dat er ook de komende vier jaar jonge Sifans, Femkes, Kims, Brigittes, Maria's, Worthy’s en Harries hun doel kunnen bereiken.
Dat de sporten die in het verleden heel veel medailles opleverden - en nu even niet - een stap in de goede richting kunnen gaan maken.
Dat de bijna zekere medaillesporten - ik denk nu even aan hockey - zich nog verder kunnen verbeteren.
Dat de minder bekende sporten, bekender zullen worden.
Dat Dordrecht over vier jaar op 14 juli 2028 in Los Angeles ook weer een duit in het Olympische zakje kan leveren en dat we dan ook - zoals 'kilometervreter Sifan Hassan' het zo grappig zegt - ons 'bedankbaar' kunnen opstellen.