Groots en meeslepend
´Niks aan de hand´ roep ik luidkeels naar mijn tennismaatje als we in een mum van tijd kansloos met 4-0 achterstaan. ´Zijn we al begonnen dan´, riposteert hij schijnbaar opgewekt. Terwijl ik mijn opmerking maak, besef ik meteen het rare fenomeen dat we vaak andersom communiceren. ´Geen paniek´, meldt de gezagsvoerder… Als er wel degelijk iets aan de hand is, bedenk je als vanzelf een bezwerende geruststellende opmerking.
Als je wilt dat iemand echt naar je luistert, zeg dan niet: ´Ik wil je iets vertellen…´, beter lijkt mij: ´Maak je geen zorgen…´, gevolgd door een betekenisvolle stilte. Aandacht verzekerd.
Klassiek in dit genre is het voorbeeld van de jonge vrouw die haar psychiater vertelt over haar vurige liefde voor haar vriend en intussen - onbewust - met haar hoofd van nee schudt. En wat gelooft u, als iemand met rood aangelopen gezicht tegen u schreeuwt: ik ben niet boos verdikkie!”. Of als uw partner u van u afduwt en met onverschillige stem zegt: “Ja hoor, ik vind je wel lief…. ?´
Het wordt vakantietijd – of je nu werk hebt of niet, want alle alarmbellen rinkelen (`Gaat u vooral rustig slapen´) - en andersom gedachten zijn er natuurlijk ook. In dit verband moet ik denken aan Hendrik Marsman. Hij schreef in het eerste gedeelte van het gedicht Herinnering aan Holland een van de bekendste en meest geciteerde Nederlandse dichtregels: ´Denkend aan Holland zie ik breede rivieren traag door oneindig laagland gaan´.
Dè klassieke versregel van Marsman is voor mij echter: ´Groots en meeslepend wil ik leven´. De eerste keer dat die zin door mijn hoofd speelde herinner ik me nog goed. Op een vroege ochtend liep ik op een Franse camping met een redelijk gevuld emmertje fecaliën richting de toiletten. Veel vriendelijke mensen, uitnodigende blikken van vakantiegangers, in voor een praatje. Het lullige gevoel dat me overviel, terwijl ik mensen vriendelijk glimlachend passeerde en praatjes-vermijdend-gedrag vertonend (´Ik voel me prima op mijn gemak´) slalommend richting toiletten liep.
Dus u bent gewaarschuwd als wie dan ook beleefde vakantiewetenswaardigheden aanvangt met: ´Wat we nou toch meemaakten.´ Wees voorbereid op een saai verhaal. En ach, om in stijl te blijven: gaan we toch vooral niet weg om weer thuis te komen? Mijn welgemeende advies: maak van elke dag een vakantie.
Groots en meeslepend leven: gewoon thuiskomen, je jas op de kapstok hangen, aan tafel met de dwangbuis uit praten over wat je die dag hebt meegemaakt. Het stelt niks voor en is daarom bijzonder ongewoon gewoon.