Deze activiteit heeft reeds plaatsgevonden.

Met naald en draad - 250 jaar Dordtse merk- en stoplappen

Met naald en draad - 250 jaar Dordtse merk- en stoplappen

De tentoonstelling ‘Met naald en draad – 250 jaar Dordtse merk- en stoplappen’ toont vanaf zaterdag 5 juni een selectie uit de rijke collectie van merk- en stoplappen van de Dordtse musea in Huis Van Gijn aan de Nieuwe Haven in Dordrecht.

We kunnen het nu bijna niet meer geloven, maar textiel was vroeger, tot na de Tweede Wereldoorlog, ontzettend kostbaar. Dat blijkt uit de taxatieprijzen voor kleding en huishoudlinnen in boedelinventarissen. Textiel was zo duur, dat niet alleen arme mensen hun kapotte en gescheurde kleding met veel geduld herstelden, maar ook de rijkere klasse zoals die van bankier Simon van Gijn en zijn familie. Om kapotte kleding onzichtbaar te kunnen herstellen oefenden meisjes van ongeveer 8 tot 14 jaar op zogeheten stoplappen. Om tafellakens, servetten en beddengoed te kunnen merken of versieren leerden ze letters en figuurtjes borduren op merklappen en letterdoeken.
De oudste stoplap in de collectie is die van Maria Hoeufft uit 1711. Zij is een kleindochter van Maria de Witt, de oudere zus van Johan en Cornelis de Witt. Op letterdoeken en proeflappen oefende men vroeger het aanbrengen van letters en cijfers, bijvoorbeeld de eigen initialen, voor de nummering van lakens en slopen om het eigen wasgoed bij de stomerij op de gemeenschappelijke bleekvelden te kunnen onderscheiden. Op de tentoonstelling hangen onder meer vier van deze oefendoeken van de familie Berentemfel uit de 19de eeuw. Cornelia Vriesendorp, de vrouw van Simon van Gijn, is ook met een van haar proeflappen vertegenwoordigd. Op merklappen werd het borduren van motieven zoals huizen, tuinen, dieren en planten geoefend. Ze waren oorspronkelijk bedoeld om kleding te leren versieren, zoals op een versierd zijden vest en een kalotje (mutsje) in een van de vitrines te zien is. Van Cornelia Hooghwinkel, Van Gijns oma, hangen er merklappen uit 1789 en 1791. Van zijn schoonmoeder een uit 1812. Een bijzonder merklap uit begin 17de eeuw toont de Arma Christi, de lijdenswerktuigen van Christus: het kruis, een ladder, twee speren, waarvan één met een spons en de geselpaal waarop een haan zit, een hamer, spijkers en dobbelstenen.
 Oudere meisjes en vrouwen uit de lagere inkomensklassen konden als ze mooi konden borduren en naaien geld bijverdienen door voor anderen de uitzet te merken en verstelwerk uit te voeren. In de latere negentiende eeuw werd borduren ook een tijdverdrijf voor vrouwen. Voorbeelden haalden veel dames uit modetijdschriften en patroonboekjes. Een vitrine toont allerlei zaken die men nodig heeft voor het handwerken zoals speldenkussens, naaldenkokers, schaartjes, vingerhoeden, breipendoppen en nestelpriemen.
In het stadsdepot bewaart Huis Van Gijn een rijke collectie textiel uit het begin van de 18de tot het begin van de 20ste eeuw. ,,Deze tentoonstelling biedt een leuke manier om een deel van die verzameling te laten zien.”, aldus Wyke Sybesma van Huis Van Gijn.
‘Met naald en draad – 250 jaar Dordtse merk en stoplappen’, 2e etage Huis Van Gijn, Nieuwe Haven 29/30, van zaterdag 5 juni tot en met zondag 28 november 2010.

Wanneer?
5 juni 2010 van 00.00 tot 00.00 uur
Locatie:
Dordtse musea in Huis Van Gijn aan de Nieuwe Haven
Gerelateerde straten:
Cookies

Deze website gebruikt noodzakelijke cookies voor een correcte werking en analytische cookies (geanonimiseerd) om de statistieken van de website bij te houden. Marketing cookies zijn nodig voor laden van externe content, zoals YouTube-video's of widgets van Sociale Media. Zie ons cookiebeleid voor meer informatie, of om je instellingen later aan te passen.