Peter Swanborn leest bij Rood, wit & rosé uit zijn kersverse bundel

In Het huis woont in mij verbaast Peter Swanborn zich over de manier waarop het verleden zich steeds weer aandient. In heldere, afgewogen gedichten volgt hij de draad die hem terugvoert naar het huis uit zijn jeugd. Maar de draad blijkt te kort: hij kan er niet bij. Terug in het heden wordt hij door vreemde angsten bezocht. Wat groeit is de verwondering over het raadsel van het dagelijks bestaan.
Huis
Schuine balken stutten het oude gezicht. Als slappe huid
wappert behang omlaag. Het balkon is scheefgezakt, de
afvoer drupt. Een geraamte van kamers tekent zich af.
Vloeren zijn verdwenen, ramen, deuren, het zinken dak.
Heb ik hier gewoond? Trap op, trap af gerend, de zolder
veroverd, me veilig gewaand in kasten metersdiep?
Koperen leidingen zwaaien traag in de wind. Klimop slingert
driehoog naar binnen. Met gesloten ogen ken ik mijn weg
in dit stille hoofd, de sloop nabij. Het huis woont in mij.
Vrij entree U bent van harte welkom!