De bouw van het Japanse vlaggenschip Kaiyo Maru in Dordrecht (deel III)

17 april 2015
De bouw van het Japanse vlaggenschip Kaiyo Maru in Dordrecht (deel III)

DORDRECHT - Dit jaar is het 150 jaar geleden dat er in Dordrecht een voor die tijd modern houten 'schroef-stoom-oorlogschip' werd gebouwd voor Japan. In een drietal artikelen, zal de aan de Leidse Universiteit afgestudeerde Dordtse historicus Erik Rovers, terugkijken op de tijd waarin dit oorlogschip in Dordrecht werd gebouwd. In het eerste gedeelte is de openstelling van Japan aan bod gekomen. Het tweede deel van het drieluik ging in op de Dordtse scheepsbouw in de negentiende eeuw. Dit laatste deel gaat over de geschiedenis van de Kaiyo Maru.

Dordrecht: stad van de rijzende zon
De contacten tussen Dordrecht en Japan kwamen via de NHM tot stand. De Japanse regering bestelde in 1861 twee oorlogsschepen in de Verenigde Staten, maar de werven aldaar konden vanwege de Amerikaanse Burgeroorlog geen schepen leveren. Zo kwamen de Japanners in Nederland terecht en plaatsten een bestelling bij de NHM. Die twijfelde in eerste instantie echter.

De Japanse goudvoorraad was door ongebreidelde aankopen uit het buitenland flink geslonken. Bij een dreigend bankroet zag de Japanse regering zich genoodzaakt betalingen van schulden op de lange baan te schuiven, een feit dat de directie van de NHM niet onbekend was. Naast deze financiële hoofdbrekens voorzag men ook technische moeilijkheden, maar toen de NHM erin slaagde een aantal experts van de marine te contracteren, ging de maatschappij overstag. Deze experts zouden de bouw van het schip begeleiden en eventuele technische problemen oplossen.

In het voorjaar van 1863 waren de bouwtekeningen gereed en kon de NHM op zoek naar een geschikte werf. Die zoektocht viel niet mee. De Kaiyo Maru moest van een dusdanig formaat worden dat er uiteindelijk maar twee werven geschikt bleken.

De keus viel uiteindelijk op de werf van Gips. Op 18 mei 1863 sloten de firma Gips en de NHM een contract op het hoofdkantoor van de maatschappij in Amsterdam, waarin de werf zich verbond om het schip in juni 1866 op te leveren in Brouwershaven.

De machines voor het schip zouden niet in Dordrecht worden gebouwd, maar door de fabrikanten Dudok van Heel en Paul van Vlissingen in Amsterdam en de Nederlandse Stoombootmaatschappij in Rotterdam.

Na het sluiten van het contract begonnen in Dordrecht de voorbereidingen op de bouw. Ironisch was het feit dat de bouw van de Kaiyo Maru plaats zou vinden op het terrein waar ooit de werf van Jan Schouten lag. Gips had de grond na het faillissement van Schouten gekocht en er een nieuwe werf ingericht.

Het bouwproces werd gadegeslagen door een tweetal Japanners. Zij waren met een gezelschap van 15 personen naar Nederland gereisd om op verschillende terreinen kennis en expertise te vergaren.  Zo verbleven een aantal Japanners aan de Kweekschool voor de Zeevaart in Leiden en een aantal in Den Haag. De ''Dordtse'' Japanners waren scheepsbouwmeester Ueda (die in 1855 als eerste in Japan een westers schip had gebouwd) en zeeofficier Akamatsu.

Zij namen hun intrek op een steenworp afstand van de werf van Gips. Het bouwproces verliep voorspoedig.  De tewaterlating van de Kaiyo-Maru vond plaats op 2 november 1865. Deze gebeurtenis was feestelijker van karakter dan andere tewaterlatingen en trok veel bekijks:

Om getuige van het verhevene schouwspel te zijn, hadden duizenden belangstellenden zich naar de Merwestad begeven, terwijl geen Dordtenaar, die vrijelijk over zijn tijd beschikken kon, was te huis gebleven. De aanzienlijkste gasten namen plaats op eene sierlijke tribune; men zag er, nevens een keur der Dordtsche schoonen, den minister van marine, de directie van de Nederlandsche Handelmaatschappij, Nederlandse gezaghebbers en ettelijke Japansche officieren. Luide hoezee's weergalmden, toen het schip statig van de stelling gegleden in het ruime sop dook, golven van schuim en rook opwierp en statig voortschreed op den schoonen Merwestroom.

Na deze feestelijke gebeurtenis vertrok het schip, getrokken door twee sleepboten, naar de marinewerf in Hellevoetsluis. Daar werden de machines van de Kaiyo Maru ingebouwd. Daarna keerde het schip kort terug in Dordrecht, maar vanwege de toegenomen diepgang van het schip besloot men om het schip verder uit te rusten in Willemsdorp, iets ten zuiden van Dordrecht. In de tussentijd had de NHM de bemanning gevonden voor de reis van de Kaiyo Maru naar Japan.

De bemanningsleden werden in de loop van 1866 aangenomen. Hierna vond de bewapening van het schip plaats en was de Kaiyo Maru definitief afgebouwd. Op 23 oktober 1866 vond de proefvaart plaats onder scherp toezicht van de inspecteur van 's Rijks Stoomvaartdienst, de directeur van de NHM en scheepsbouwer Gips. Het schip onderging de proefvaart met glans en op 1 december 1866 vertrok de Kaiyo Maru richting Japan.

Epiloog
Hoe verging het de Kaiyo Maru nadat zij uit Nederland was vertrokken? Via Kaap de Goede Hoop en Ambon (Nederlands-Indië) bereikte het schip op 1 mei 1867 de rede van Yokohama. Daar werd op plechtige wijze het schip overgedragen aan de Japanse regering. Helaas was de Kaiyo Maru geen lang leven beschoren. Nauwelijks drie jaar na de tewaterlating in Dordrecht verging het in een hevige storm voor de Japanse kust.

Desondanks speelde het schip een belangrijke rol in de geschiedenis van Japan. Het raakte betrokken in de strijd tussen de shogun enerzijds en de Japanse keizer anderzijds, een tijd die we kennen als de Meiji-restauratie. De keizer kwam als overwinnaar uit de strijd, waarna Japan zich verder ontwikkelde tot een moderne maatschappij. De Kaiyo Maru deed in deze tijd dienst als vlaggenschip van de vloot van de shogun.

Hoe verging het de Dordtse scheepsbouw nadat de Kaiyo Maru uit Dordrecht was vertrokken? Nadat de werf van Jan Schouten in 1860 failliet was gegaan moest uiteindelijk ook de werf van Gips haar deuren sluiten.

Een gebrek aan opdrachten lag aan dit faillissement ten grondslag. De tijd van het houten zeilschip was definitief voorbij. De overstap naar het bouwen van ijzeren zeeschepen waagde Gips niet aangezien dit enorme investeringen met zich meebracht. Daarbij werd Dordrecht voor zeeschepen steeds lastiger bereikbaar door verslechterde vaarwegen. Na de komst van de Nieuwe Waterweg in 1867, die Rotterdam eindelijk een goede verbinding met zee gaf, was er voor de Dordtse vaarwegen nog maar weinig aandacht. Gips koos eieren voor zijn geld. Hij richtte zich op de bouw van ijzeren rivierschepen en sleepboten. De Dordtse scheepsbouw begon aan een nieuwe episode, waarbij voor de bouw van zeeschepen geen plaats meer was.

Foto boven: Uitsnede van 'het van stapel loopen van de Kaijoo op de werf der heeren Gips & zn. te Dordrecht'. Tekening op hout van J.C. Greive Jr.
Foto midden: Kaiyo Maru, in 1865 gebouwd op de werf van C.Gips en Zonen.
Foto onder: Complete afbeelding van de bovenstaande uitsnijding.

Auteur: Erik Rovers.

Meer over:
Cookies

Deze website gebruikt noodzakelijke cookies voor een correcte werking en analytische cookies (geanonimiseerd) om de statistieken van de website bij te houden. Marketing cookies zijn nodig voor laden van externe content, zoals YouTube-video's of widgets van Sociale Media. Zie ons cookiebeleid voor meer informatie, of om je instellingen later aan te passen.