De Venetiaanse brug
Je kunt met dit regenachtige weer maar het beste in een goede bui zijn. Zo liep ik deze week in een flauw zonnetje, dat voelde alsof de zomer nu echt begon, over de Voorstraat. Vanaf het verlaten pand van V&D slenterde ik richting Centre Ville. Het was voor mij een tijdje geleden dat ik door dit gedeelte van de Voorstraat liep. Uit statistieken blijkt, dat de leegstand in het centrum van Dordrecht bijna 20 % is. Daarin is Dordrecht niet uniek. De redenen (voornamelijk toenemende aankopen via internet) zijn alom bekend. De vraag is natuurlijk: wat kun je aan leegstand doen? Tom Poes verzin een list. Wie kent nog deze gevleugelde uitspraak van heer Olivier B. Bommel?
Lopend door dit troosteloze stukje Dordrecht, moest ik denken aan een Venetiaanse brug. Deze associatie heeft, voor alle duidelijkheid, niets te maken met plannen over een gat in de Visbrug. Nee, de ‘Venetiaanse brug’ is een werkwijze om tot nieuwe ideeën te komen.
Het is een methode van werken die vooral gebruikt wordt bij het bedenken van nieuwe bestemmingen voor oude gebouwen.
Zo interviewde ik in het Rotterdamse enige tijd geleden een van de samenstellers van het boek Nieuwe ideeën voor oude gebouwen – creatieve economie en stedelijke herontwikkeling. De werkwijze is als volgt: mensen met geheel verschillende achtergronden - van jurist tot kunstenaar - worden uitgenodigd om ideeën te bedenken. Juist omdat ieder zo anders kijkt, komen allerlei onverwachte vondsten op tafel. En, niet onbelangrijk, biedt het mogelijkheden om belangentegenstellingen - die er altijd zijn - te overbruggen. Pas daarna worden in vervolgbijeenkomsten beperkingen ingebracht: het beschikbare geld, wettelijke regels. Dan sta je al wel op de brug. Deze volgorde is essentieel, want ‘ja maar’ ligt snel op de loer. Het lijkt mij bij uitstek een werkwijze om toe te passen op het hardnekkige leegstandprobleem.
De zomerperiode is idealiter een tijd om bij te tanken, rust te nemen en inspiratie op te doen.
Gaan we een Venetiaanse brug bouwen?, zodat ik over een tijdje trots door dit stukje Dordrecht kan lopen?
Anders komen toch die aloude zinnen:
Hoe Dichter bij Dordt
Hoe… (vul maar in) bij me op.
En vergeet ik het vervolg:
Maar ben je eenmaal binnen
Dan kan het plezier beginnen.