Patatje met
Happiness is nothing more than good health and a bad memory.
(Albert Schweitzer)
Net na mij stapt hij binnen. Leren jekkie, spijkerbroek, suède stappers en een onuitgeslapen gezicht met ogen die aangeven dat hij - ook al is het pas rond een uur of zes ’s avonds - klaar is met deze dag.
‘Doe mij maar een beker fris. En ik wil vier friet en vier kroketten. Wacht maar met in het vet gooien tot ik het zeg’, klinkt het enigszins dwingend.
‘Zo dat was een duur ritje’, keert hij zich tot mij.
‘Zeventienhonderdvijftig euro. Voor 65 kilometer te hard, bellen en geen gordel om. Daar was ze niet blij mee. Ik heb meteen maar cash afgerekend.’ Hij neemt een grote slok.
‘Ik heb net mijn baas gebeld dat ik vier weken vakantie opneem. Was hij weer niet blij mee.’ Hij lacht.
'Hehehehehe.'
Hij heeft een bijzonder lachje. Het rolt via zijn neus en openstaande mond de wereld in. Het lijkt alsof hem iets is overkomen waaraan hij, hoewel aanwezig, part noch deel heeft gehad.
‘Wacht nog even met die bestelling’ seint hij, terwijl hij zijn beker op de toonbank plaatst en met een onmerkbaar knikje aangeeft dat hij nogmaals hetzelfde wil. Amicaal staat hij naast me. Af en toe kijkt hij me vorsend aan.
‘Maak je kofferbak open’, zegt die ene agent tegen me.
‘Daar was ik niet blij mee. Maar ja… wat doe je eraan?’ Achterin liggen twee koffers.
‘Maak open’, zegt ‘ie .
‘Zeg ik: het gaat je toch niks aan wat er in die koffers zit?’ Moet ik niet zo brutaal doen.
‘Hehehehehe.’
‘Maak open’, zegt 'ie nog een keer.
‘Zeg ik: links of rechts, normale vraag toch? Je kunt moeilijk twee koffers tegelijk openmaken, dus ik dacht: laat ik er een quiz van maken.’ Weer dat lachje.
'Maak ik dat rechter koffertje open. Daar zitten allemaal bankbiljetten in van 500 euro. Netjes op stapeltjes.’
‘Moet je ermee', vraagt die diender.
‘Pandjes kopen’, zeg ik.
‘Maar ja…. Ik heb die achternaam hè. Zoon van. Kostte me dus vier uur op dat bureau.’
‘Ja gooi ze d’r maar in’, zegt hij als hij ziet dat ik aanstalten maak mijn bestelling van de toonbank te nemen.
Hij geeft me een hand.
‘Fijne dag. Enne… rij niet te hard hè. Hehehehehe.’